Mijn leven
(1877)–Mina Kruseman– Auteursrechtvrij
[pagina 239]
| |
God! dan had ik alles lief gehad! de wereld met al haar slechtheid, de menschen met al hun fouten! Ik begrijp niets van je! Je stukje is een teleurstelling voor me geweest. Ik verwachtte zonneschijn, gouden, gloeienden zonneschijn, warme, brandende poëzie; liefde in een bruidsgewaad, staande op een star, grijpende naar een regenboog! Liefde als een furie, strijdende voor recht! Liefde in een rouwgewaad, gebogen onder 't lijden! Maar liefde, ALTIJD liefde. Je hebt me een winterstuk gezonden.! Arme Korteweg. Meer zeg ik niet. En nu een huismiddeltje; 't is vergif, maar voor jou is 't tegengif! Lees achter elkaar, niets anders er tusschen, Mr Mme et Bébé en Entre nous van Gustave Droz, Voyage autour de ma chambre van Xavier de Maistre, en wat je meer in een gemoedelijk, licht genre krijgen kunt; en ga dan weer aan 't schrijven zonder je impressies te bederven door Mul, of door mij; jij bent niet in een stemming om zelfs ‘uit 't harde nootje de zoete olie te halen,’ gooi 't nootje dus maar weg! Dat je vooreerst nog niet gaat lezen vind ik uitmuntend; waarom ook zoo vroeg in den winter? Je kunt toch den geheelen winter niet voort blijven gaan, en na nieuwe jaar heb je nog tijd genoeg, niets presseert je immers! En je moet succès hebben; nu of nooit moet je toonen wat je waard bent. Geef me zonneschijn. Anders blijf ik altijd door roepen: arme korteweg.! Addio, de hartelijke groeten aan allen.
t. à. t. Mina. |
|