Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Mijn leven
Toon afbeeldingen van Mijn leven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4,91 MB)

ebook (4,25 MB)

XML (2,48 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mijn leven

(1877)–Mina Kruseman– Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 238]
[p. 238]

Mej. Elize Baart. Middelburg.
Brussel 18 October 1876.

Beste Lize!

Hierbij, in dank, je stukje terug; ik heb 't gelezen en er veel moois in gevonden, maar....

Is dàt nu lief zijn?!!!!!!!

Harmonieert dàt met sentimenteel blond haar en diaphane toiletjes?!

Mul zou zeggen: ‘Ik klaag niet, maar ik klaag aan.’ Dit zeg ik ook, maar dáár is een verleden voor noodig. Jij bent zoo ver nog niet. Je hebt nog niets als geluk gehad sedert 't begin van je studies, buitengewoon geluk, en je hebt dus geen recht van aanklagen. Klagen mag je, maar koket, weemoedig klagen, een zucht met een lach, een traan met een zoentje! - Geen donderslag met een hagelbui, ook geen wanhoopskreet met een dolksteek; dat is te schel en te schril, te ruw, voor jou publiek vooral. Wat die leelijke, schele Mul mag zeggen, is wanklank met jou blonde haar; en wat ik 't recht heb onze koningin toe te roepen, dat is in lijnrechte tegenstelling met jou leven.

Dit stukje is een ‘bouquet’, geen ‘lever de rideau’ voor een artistenleven. Denk dat je aan 't begin bent, niet aan 't einde van je strijd. Je staat nu pas alleen in de oogen van het publiek, dat je medelijdend moet bewonderen, en bewonderend moet beschermen.

Sympathiek moet je wezen, vóór alles, en 't eenige wapen dat je nu nog hanteeren mag is ‘charme’.

Je zult, door dit stukje vóór te dragen, niets gedaan krijgen, integendeel; 't publiek zal 't mooie over 't hoofd zien om uitsluitend bij 't ruwe stil te staan, en dan zal 't je verlaten. Als ik in jou plaats was, liet ik mijn roman zóó als hij was en schreef ik een nieuw stukje om voor te dragen; een geheel verhaaltje, doorloopend, zonder gapingen, zoo krachtig als je wilt, maar fijn beschaafd van 't begin tot 't einde.

Denk je er anders over, doe dan alsof ik niets geschreven had, ik kan ook verkeerd oordeelen; maar ik zie doorgaans nog al scherp in de toekomst.

Adieu, dank Marie voor haar beelderig portretje en schrijf mij eens gauw wat gij besloten hebt te doen.

 

Mina.


Vorige Volgende

Over het gehele werk

auteurs

  • over B.P. Korteweg

  • over D.A. Thieme

  • over Jacob Haspels

  • over P. Haverkorn van Rijsewijk

  • over August Josef Cosijn

  • over Jan Versluys

  • over Jan ten Brink

  • over W.J.A. de Witt Huberts

  • over J.N. van Hall

  • over Catharine F. van Rees

  • over Julius Vuylsteke

  • over J.M.E. Dercksen

  • over Willem Doorenbos

  • over Gualtherus Kolff

  • over Jérome Alexandre Sillem

  • over J. P. Revers

  • over Martinus Nijhoff

  • over Carel Vosmaer

  • over W.I.C. Rammelman Elsevier

  • over Multatuli

  • over Mimi Douwes Dekker

  • over Betsy Perk

  • over Lucie Baart

  • over Elize Baart

  • over Antoine le Gras


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 18 oktober 1876