Mijn leven
(1877)–Mina Kruseman– Auteursrechtvrij
[pagina 172]
| |
Waarom heb je dan mijn brief uit Steenwijk niet laten lezen? dadelijk? zoodra je hem kreegt? Je wist toch dat ik zulke brieven niet aan jou zou schrijven, maar wel aan je familie, die weten moet hoe ik over haar denk, en wat haar te wachten staat, als zij het tot 't uiterste laat komen. Die brief wordt gedrukt, zoo goed als de rest, maar kan later 't kwaad niet meer voorkomen dat hij nu had kunnen voorkomen, indien je hem dadelijk hadt laten lezen. Hij kàn je, en hij zal je nog te pas komen; bij de eerste bedreiging van je familie, geef hem dan. Dat is je verdediging, gebruik die op 't juiste oogenblik. Ik kan niet vechten voor een ander, als die andere zelve mij onophoudelijk tegenwerkt! Net als nu weer dat briefje van Stumpff, in plaats van dat te bewaren als een schat, stuur je het naar Lucie, die 't niet gebruiken kan! Hoe verzin je 't toch! - Jij, die een maand geleden niets deed als jeremieeren om een briefje, een bewijsje, zwart op wit, dat je werkelijk een engagement kon krijgen, om je familie te overtuigen dat je de waarheid sprak, enz. enz. En nu, dat je een briefje in handen hebt, zoo mooi als je 't maar verlangen kunt, nu zend je het weg! - Ik heb aan Lucie geschreven dat ze 't je dadelijk terug zou zenden voor je familie. Als je die menschen overal buiten houdt, spreekt 't van zelf dat ze je niet gelooven als je hun in eens iets vertelt dat hun onmogelijk voor moet komen, omdat ze niets weten van hetgeen vooraf gegaan is. Wees toch oprecht, tegenover schelmen vooral, geen een leugenaar kan tegen waarheid op, en niets geeft meer kracht dan publiciteit, dit heb je aan mij gezien. Vooruit dus met Frans, (dien ik toch voor goed houd, al is hij ook, uit zwakheid, laag,) als hij alles wist zou hij vóór je zijn, nu is hij tegen je, natuurlijk! Laat hem mijn brief uit Steenwijk lezen, die is aan hèm gericht, al is hij ook geadresseerd aan jou; en, als je ze bij je hebt, geef hem dan ook mijn brieven van 3 Sept. en van 7 Sept., daaruit kan hij zien wat ik je beloofd heb en ook dat ik woord gehouden heb. Dan weet hij alles, zonder dat jij behoeft te kibbelen. In elk geval zend ik hem de copiën van die brieven, vóór dat ze gedrukt worden, want kennen moet hij ze, is 't niet door jou, dan zal 't door mij zijn. Voor 't overige moet je zelve weten wat je doet. 't Spreekt van zelf dat ik geen engagement voor je kan aangaan, zoo als ik verleden jaar voor Lize heb gedaan; want jij staat op je zelve, je bent meerderjarig en vrij en bent dus aansprakelijk voor je eigen toekomst, hetgeen met Eliz het geval niet was. Zij was door hare ouders aan mijne zorgen toevertrouwd en voor haar was ik dus aansprakelijk. Nu is ook zij vrij, en moet ze handelen zoo als zij zelve goed zal oordeelen. Ik heb haar den zelfden raad gegeven als jou, en ik heb haar, even als jou, beloofd dat | |
[pagina 173]
| |
ik haar helpen zou met haar rollen, zoo veel mij mogelijk zou zijn. - Maar bij jullie blijven, en je woord voor woord voorzeggen, als je te kibbelen hebt met familie of directie, neen, dat is niet mogelijk! Je moet zelf weten wàt je wilt, en als je dat weet moet je 't doen, zoo goed of zoo kwaad als je kunt, dat zal de toekomst leeren. Als je een engagement mocht aannemen, denk dan ook aan de costumes, en zeg den heeren dadelijk dat je nog nooit een engagement gehad hebt, en dus je costumen nog niet bezit, waardoor je genoodzaakt bent, voor 't eerste jaar althans, je aan die rollen te houden, welke geen kostbare costumen eischen, denk aan de ‘Marie-Jeanne’ en noem die op als type, zulke rollen zijn mooi voor je en kosten bijna niets. Adieu, praat nu niet meer over ‘te veel moeite, enz. enz.’ Want niets is me te veel moeite; maar je moet meewerken, anders werk je tegen. Ik kan niets anders voor je doen als je helpen, dat is al, maar jij moet voor je eigen handelen, dat kan ik niet doen. Ik zal je gevraagde goed voor je meebrengen, stuur de koffer dan dadelijk terug aan E.s.v.p. daar ik die weer vol moet pakken, en doe er mijn steenen en ketting met kruis maar in, dan laat ik mijn bijouteriën weer nazien en opmaken voor later. Lize komt niet hier, nu ze op een engagement hoopt, vond zij wijzer niet meer te lezen. Je hoofdstuk, vertaling, heb ik ontvangen, prachtig! Ga zoo voort! .........................
Mina. |
|