en, in plaats van het te bewaren als goud, en te gebruiken zoodra 't te pas zal komen, zendt ze 't aan jou, om 't aan Lize terug te geven!! O! tusschenbeide maakt ze me dol met dat eindeloos verknoeien van haar eigen leven! - Wil jij haar alsjeblieft dat briefje van Stumpff terugzenden? Dan zal zij ten minste niet behoeven te zeggen: ‘Ik kòn het hun niet toonen, want ik had 't niet.’ - Tusschenbeide zou ik wel eens als een bom in die familie willen rollen, om te handelen en, al was 't door een éclat, een einde te maken aan al dat noodeloos zeuren, klagen, dreigen en buigen! Want die heele troep zeurt, en klaagt, en dreigt, en buigt; niemand durft zich te verroeren en toch haspelen ze allen tegen elkander in, zonder één van allen den moed te hebben een pas te doen, in welke richting ook. O, zwakke menschen zijn erger dan slechte! heb ik altijd gezegd, en dat vind ik nu weer zoo.
Ik geef Lize gelijk dat ze nu niet gaat lezen, vooral om geen aanstoot te geven op 't émancipatie-gebied, nu zij gereed staat, om toe-te-treden tot de nederlandsche kunst! - Ik had haar nog over duizend dingen willen spreken, maar nu zij niet hier komt, zullen wij dit maar uitstellen tot later. Haar kamer was al klaar, niet bij Goossens, maar hier natuurlijk, en ik had mijn vertrek van hier al verschoven, zoo ver ik kon. Zeg haar s.v.p. dat ik haar in elk geval afraad vóór het najaar (wintersaizoen) op-te-treden, daar zij niet met kermisvoorstellingen beginnen moet, dat zou haar een knak geven. - Laat zij ook aan Stumpff haar adres te Middelburg opgeven, en zeggen dat ik weer aan 't lezen ben in Nederland, daar al die Nederlandsche-Kunst-Schelmen bang voor mij zijn en mogelijk niets van zich laten hooren als zij zich tot Brussel moeten wenden. Leentje heeft ook nog niets naders vernomen. Laat Lize maar schrijven dat Leentje ook weer thuis is, of laat haar brieven ook bij u adresseeren, anders vrees ik dat wij van de geheele zaak niets meer hooren. Is 't mogelijk, laat de couranten dan ‘uit goede bron vernomen hebben’ dat de Directeur Gérant zich uit naam van de vereeniging tot de Dames Baart en Gerritsen gewend heeft, om haar te engageeren voor het aanstaande speelsaizoen, en dat de dames zich bereid verklaard hebben, op geschikte voorwaarden tot het Nederlandsch Tooneel toe-te-treden.
.........................
Mina.