in prostitutie handelen, dàt is al! .... Trouwen zonder liefde, en eerlijk leven als
Prostituée!
.........................
‘Wij, eerste vrouwen van Nederland, wij komen tegen deze vernederende wetten op, en vragen onderricht! Geen schijn-onderricht - maar wetenschap, kennis, geleerdheid - werk dat betaald wordt met geld. - Wij vragen een hoogeschool voor vrouwen, en landsbetrekkingen die ons beschermen tegen armoede en Prostitutie.
.........................
‘Zoodra wij het zóó ver gebracht zullen hebben, dat wij (even als de mannen,) als een dom kind op de schoolbanken gezet worden, om er als een gepromoveerd mensch weer van op te staan, zal ons doel bereikt zijn; want de vrouw die in haar eigen onderhoud ruim voorzien kan, heeft alle rechten verkregen, zelfs het meest natuurlijke recht van allen, dàt van moeder te zijn, in den volsten zin van 't woord.
.........................
‘Sophia, Koningin der Nederlanden, gij zijt vrouw, en àls vrouw staat gij hoog!
‘Waart gij niets dan Koningskind, Koningsgemalin, en Koningsmoeder dan waart gij niets voor ons. - Maar gij zijt vrouw, en àls vrouw bieden wij, vrouwen van vooruitgang en ontwikkeling, u een andere kroon aan dan die welke u door het Fatum of door de Voorzienigheid geschonken werd. Gij zijt de eerste vrouw van Nederland en als zoodanig hebben wij u uitverkoren tot onze Koningin!
.........................
‘De vooruitgang moet van boven komen, niet van beneden .... zoo .. als .. nu?
.........................
‘Maar Vorstinnen begrijpen zoo weinig .... zij mogen maar zoo weinig begrijpen’.
.........................
Zóó zat ik te denken met mijn eerste werk vóór mij - (Een Huwelijk in Indie - dat ik geschreven had tegen wettelijke prostitutie) en ik peinsde op een middel om den vooruitgang van boven te doen komen.................
...... ‘Misschien .... als ik Haar sprak .... de Vrouw zou begrijpen wat de Koningin niet weten mag .... de Vrouw zou “ja” fluisteren, al had de Koningin ook luide “Neen” gezegd - misschien.’
.........................
Ik vroeg audientie bij de Koningin.
En kreeg ten antwoord dat het H.M. niet gelegen kwam mij te woord te staan.