Mijn leven
(1877)–Mina Kruseman– Auteursrechtvrij
[pagina 108]
| |
De aanbeveling voor 't stukje van Elize Baart heb ik ook geëxpédieerd, maar ik heb 't goede schaap geschreven dat ik als élève geen weg met haar wist, evenmin als Nederland met zijn artisten! Ik vind Parijs verschrikkelijk triste! Gisteren bijv. heb ik haast niets dan akeligheden gezien, eerst een paard dat viel, en wel 50 mètres meegesleept werd door zijn kameraad, toen een man die begon als een mensch en eindigde als een kistje, de beenen waren bij de heupen afgezet, en nu stond die romp in een kistje op vier houten steilen in een hoek van een straat geschoven om te bedelen; enz. enz. lammen, blinden, bochels enz. en dan al die gesloten winkels? Ik vind Parijs 's Zondags nog treuriger dan Londen. ......................... In 't eene théatre wordt als tragédie in 't andere als opéra opgevoerd ‘Jeanne d' Arc’. Bij de afgebrande tuilleriën is een bronzen standbeeld te paard van haar opgericht, en haar portretten vindt men overal, tusschen keizers, koningen en presidenten van Frankrijk! 't Is als of 't in de lucht zit om een Jeanne d'Arc te roepen, om order te brengen in al die désordre, en nu ze niets levends van dien aard kunnen vinden, behelpen ze zich maar vast met beelden en platen; toch is 't iets zonderlings! De Bredasche familie van Lodewijk XVII is ook hier met den ouden de la Barre om de troon te vorderen. 't Is me een gehaspel! .........................
Mina. |
|