kunt gij u voorstellen, en dat zij daarna, geheel en pleurs, ging uitrusten van de fatigue en émoties, dat begrijpt ge ook. Maar nu kwam 't groote verdriet pas aan. ‘Kaatje was haar dus trouw gebleven! Kaatje alleen!’ en al mijn preeken viel op eens in 't water door de!!!!!!!!!!! die zij als een bitter verwijt beschouwde! Die gracieuse, slanke!! 's joegen haar zoo'n schrik aan, dat zij u zelfs niet meer durfde schrijven, om u te zeggen dat wij op het laatste oogenblik een afzegging uit Kleef hadden gekregen, even als eenige dagen vroeger uit Wageningen, en toen per telegram alles gearrangeerd hadden voor Arnhem. Haar rêve was geweest, u mee te troonen naar A. en u daar eens getuige te doen zijn van hare wildheden, want de couranten mishandelen haar verschrikkelijk.
.........................
Kon zij vechten en volhouden als ik, dàn zou 't haar wel beter gaan, maar zij vertrouwt alle menschen, behalve zich zelve, en dat maakt dat de buitenwereld altijd vat op haar heeft. Wat hebben we over dat chapitre al afgekibbeld! Maar 't helpt niets, van daag belooft zij beterschap en morgen vertrouwt ze weer een vijand!
.........................
Nog een staaltje van vrienden en dan is 't welletjes! - B.P. had mij op alle manieren gebeden en gesmeekt om met haar naar haar goede vrienden O te gaan.
‘Die lieve, hartelijke oudjes, zij zouden zoo blij zijn ons te zien! 't Zou hun zoo'n plaisir doen ook eens kennis met jou te maken, en eens te zien met wie B.P. zoo rondzwerft tegenwoordig; enz. enz.’
‘Neen, ik bedank je voor je oudjes!’
‘Och, 't zijn zulke lieve menschjes! Zij zullen ons met open armen ontvangen, geloof me!’
‘Neen, ik geloof niets. Ik ken de wereld genoeg om te weten dat excentrieke vrouwen, in welk genre ook, ordinaire menschen schrik aanjagen, en door hen gemeden worden als de pest. Die mij zien wil kan bij mij komen, of mij bij zich inviteeren, als hij hiertoe niet in staat is.’
‘Maar die arme oudjes.......’
‘Neen, neen, je krijgt me niet mee! Of je hoog of laag springt, 't helpt je niets, ik ga niet mee naar O!’
Dat vond B.P. verschrikkelijk! Zij huilde zelfs half een deuntje om die wreedheid, en lag er nog in bed over te pruttelen, toen er een briefje voor haar verscheen.
‘Van moeder O!’
‘Een afzegging, ook voor jou.’
‘Neen, zeker een invitatie voor jou!’
Welk een vreugde! Maar de vreugde duurde niet lang. 't Was eenvoudig een verzoek om haar huis te passeeren, daar B.P. tegen haar raad in voortgegaan was met lezen, zonder voor Arbeid