Mijn leven

Den Heer M. Nijhoff. 's Gravenhage.
Brussel, 24 Februari 1873.

Geachte Heer!

Verzachten! Verflauwen! Temperen! Voegen naar den smaak van het publiek! Wel foei!.... De smaak van lezers! Dieu merci, dien ken ik niet! En ik kan dus gelukkig niet in de fout vervallen van er mij naar te schikken!

Stuitend is het doodtrappen van Mina, gemeen, laag, infaam, enz. maar mag ik het dan niet als zoodanig voorstellen? - Hoe stuitender hoe beter, dunkt mij, voor schilderingen als deze. Vraag alle oudgasten eens of dat doodtrappen niet waar is, of ten minste, in dien tijd, wáár kon geweest zijn. En schoonheidsbeginsel, och!.... Ik heb nog niet veel benul van al die beginsels, regels, wetten en conventies, ik vind in waarheid altijd schoonheid, al is ze ook cru, mogelijk juist òmdat ze cru is. Ik ben maar een wilde, dat weet u wel, hartelijk dank dus aan de heeren Vosmaer en Ising, voor de moeite die zij zich geven om mijn eersteling wat te¹ beschaven, maar verzachten? ..... Och, wat ik u bidden mag, verzacht nooit iets in mijn gekriebel! Versterken, nog krachtiger, nog heftiger als 't kan, maar alsjeblieft niet zachter!

Ik zit hier ook niets zachts uit te voeren tegenwoordig. Ik heb zulke lieve lezingjes geschreven, dat ik ze haast niet voor durf te dragen! En toch heb ik beloofd in de eerste helft van Maart in Arnhem te zullen zijn om er mee te débuteeren.

Van de geschiedenis van Louise heb ik een drama gemaakt

1 Taalkundig.

[p. 304]

dat eindigt na den dood van Werner. Om u te toonen dat het waar is, ziehier het laatste tableau. Ongelukkig zijn er 17! Hoe zal het ooit opgevoerd kunnen worden? Als tegenhanger van Dumas' gevallen Femme de Claude in Antwerpen mogelijk.

Hartelijk dank voor de nette exemplaren van de afgedrukte bladen, die zien er poes-mooi uit, hoogst deftig; maar mijn mottotjes mag u toch niet smokkelen; ik heb er immers maar een stuk of acht behouden.

.........................

Ik heb het woord ‘doodtrappen’ immers niet gebruikt? - ‘voor dood bleef liggen’ staat er in mijn kladjes.

.........................

Mina.