Mijn leven
(1877)–Mina Kruseman– AuteursrechtvrijDen Generaal Majoor Krüseman. Brussel.
| |
Maandag 21 Jan.Van daag over eene week ga ik in een naburig stadje zingen, met drie meesters van het conservatoire; van morgen hebben wij repetitie gehad. Wat al tribulaties om het zoo ver te brengen. Het conservatoire is nog het eenige musicale iets dat ik niet openlijk tegen mij heb, omdat de Directeur mij als professeur engageren wil en ik daarvan niet hooren wil. Die eer geeft bijna niets en is zoo verbindend, dat men de stad zelfs voor geen dag verlaten mag. De muziek-club is hier zoo perfide dat het haast niet te beschrijven is. De portretten-geschiedenis kan er u een staaltje van geven. Een muziekman vertelt mij dat portretten | |
[pagina 218]
| |
de beste wijze van annonceren is. Gij moet een honderdtal portretten laten maken, zoo groot mogelijk, en die de geheele stad rond distribueren. Zij moeten te gelijker tijd verschijnen en overal in de ramen staan.’ ‘Goed, maar als ze gemaakt zijn, wie zal ze dan rond zenden? Ik ken hier niemand en kan dat zelve ook niet doen.’ ‘O neen, dat zal ik voor u doen. Geef ze mij, en ik zal zorgen dat ze goed geplaatst worden.’ Daarop gaf hij mij het adres van een photograaf. Ik liet zestig portretten maken en bragt ze hem. ‘Mijn hemel! Welk eene menigte! Wat wilt gij daarmee doen?’ vroeg hij schelmachtig lagchend. ‘Honderd hebt gij gezegd, hier zijn er slechts zestig, is dat nu te veel?’ ‘Veel te veel! Drie of vier is genoeg, ik zou niet weten wat ik met de rest moest doen!’ ‘Wel rondzenden, zoo als gij mij beloofd hebt.’ ‘Och, dat doet geen goed! Wanneer ze in de voornaamste muziekwinkels zijn, dat is voldoende.’ Zóó ging het met de portretten en zóó gaat het met alles wat muziek betreft. Alle geintéresseerden gaven mij den raad om les te geven, en, in de couranten te zetten dat ik gereed was élèves te ontvangen. Ik deed zoo, maar kreeg geen enkele élève, en werd eindelijk gewaar dat niets slechter voor eene chanteuse is dan bekend te zijn als professeur de chant! Wat al streken! En die raadgevers zijn meestendeels mannen van jaren, die zich voor doen alsof zij zeer veel belang in mij stellen, en au fond niets anders verlangen dan mij ten onder te brengen, om hunne dochters, zusters, enz. enz. vooruit te schuiven. ......................... Gij kunt u geen idée maken hoe ik hier geslingerd word! Bijna dagelijks komt men mij over concerten spreken, en wanneer alles gearrangeerd is en de programmas gemaakt zijn dan verdwijnen de menschen en zie ik ze niet weer. .........................
Mina. |
|