Mejufvrouw K. 's Gravenhage.
Brussel, 22 December 1869.
.........................
Een paar dagen geleden ben ik naar de Messe van Rossini geweest, om alle groote artisten te hooren die daarin vereenigd waren. Zij zijn mij allen uitmuntend bevallen, en ik rappeleer mij niet, ooit zoo'n mooi concert gehoord te hebben, hoewel de hoofdpersoon - de étoile - mij toch erg tegen is gevallen. Alboni, ‘une masse de chair de cent cinquante kilos’ zooals U-zeide, en zóó zingt ze ook, met eene magnifique, koude, beredeneerde méthode, en eene stem die half gesmoord is in het vet. Er stond nu Alboni op het affiche, maar had men er Rikiki of Rokoko opgezet, dan geloof ik niet dat iemand in die groote zaal het in zijn hoofd gekregen zou hebben om dat geluid onvergelijkelijk mooi te noemen.
.........................
Maar Vieuxtemps en Botessini hebben incroyable mooi gespeeld en Marie Battu is ook tusschenbeide beelderig geweest. Et voilà tout.
Wat mij betreft, niets nieuws. Guillaume Tell is er in gepompt en nu ben ik aan de Favorite begonnen, die mij vrij wat beter bevalt dan die saaije, onbewegelijke rol van Mathilde. Iets on-