Mevrouw E.
Brussel, 7 December 69.
.........................
voor alle moeite, welke gij u gegeven hebt en nog geven wilt, om mij tot het pot au feu leven terug te brengen, dat ik nooit dan contre coeur gevolgd heb, en waarvoor ik dan ook hoegenaamd niet deug. Ik kan niet tegen die agitante eentoonigheid, welke de wereld kalmte noemt; en dat groote geluk van wiegende moeders en kokende huisvrouwen - franchement, ik heb het nooit begrepen zelfs! Gij weet dat ik van variatie houd, van reizen en zwerven, en is er eene keerzijde aan deze médaille, even als aan alle anderen, nu dan wil ik voor al die chance nog wel eens een enkel keertje gesiffleerd worden ook! Inquiéteer u dus niet over de moeijelijkheden van mijn vak, ach, aan alle vakken zijn moeijelijkheden verbonden, en voor mij zouden die van het huwelijk nog de allervervelendste wezen. Laat mij dus maar stil mijn wereldschen driehoek volgen, en moet het mij tegenloopen, nu, dan loopt het mij maar tegen, tant pis pour moi! Ik ben wel gewoon aan décepties van alle soorten, dus eentje meer of minder, daar zullen wij ook maar niet op zien. Intusschen dank ik u en E.
.........................
Mina.