zijn hoofd kreeg om een dansje meê te doen. Ik heb mij aan het dansen niet gewaagd, zoo als gij wel begrijpen kunt, maar ik heb er nog al veel gezongen en tusschenbeide voor een vrij groot auditorium van allerhande menschen uit de stad, die 's avonds expres naar Belle-Vue toe kwamen om ‘die fransche dame’ te hooren! Het origineelste van de geschiedenis is, dat in het begin niemand dacht dat wij hollandsch verstonden, en het geëerd publiek zich dus ook niet geneerde om hardop over ons te spreken als wij er bij zaten. Zij bekeken mij van het hoofd tot de voeten, verklaarden nu mijne krullen voor valsch en dan mijn geheele coiffure voor eene pruik. Zij kwamen tegen mij aan staan om de banen mijner rok te tellen, en discoureerden een half uur over de wijze waarop ik mijn hoed op mijn hoofd hield. Enfin, het was croustilleux om al de remarques en complimenten te hooren die ik op die wijze in een paar dagen opliep. Toen ik eenmaal gezongen had, een paar dansen had gespeeld en een paar jonge meisjes geaccompagneerd had, was het ijs gebroken en kreeg de gemeente courage om mij in het hollandsch aan te komen spreken; één oude jonge heer en ééne oude jonge jufvrouw uitgezonderd, die beide voor rijk passeerden en prétentieux waren, en mij eerst den laatsten dag een woordje kwamen toevoegen, ik geloof uit blijdschap van weldra van de booze verlost te zullen worden.
.........................
Mina.