het Conservatoire en later overal om mij henen, genoeg in de gelegenheid geweest ben om te zien met hoe veel nijd en hatelijkheid de zoogenaamde vrienden elkanders réputatie aantastten en verscheurden, wanneer zij er de gelegenheid schoon toe zagen. Ook heb ik hier zoo vele intrigues bijgewoond, aangezien en tusschenbeide gedévoileerd, dat ik nog al hoop heb dat de ondervinding mij voor menige teleurstelling gevrijwaard zal hebben, welke mij, zonder haar, veel leed zoude veroorzaakt hebben.
Maar nu eens over de reis. Ik vind het heel lief van u dat gij met het bespreken der plaatsen op de mailboot wildet wachten op antwoord uit Indië, maar ik verzoek u vriendelijk om voor mij niet zoo veel te risquéren. Eerstens zoudt gij, in dat geval, zoo als gij zelf aanmerkt, niet zeker zijn nog plaats voor zoo vele personen te zullen bekomen, terwijl er ook later toch alligt nog één enkel plaatsje voor mij te krijgen zoude zijn, indien ik mede ging; en ten tweede is het best mogelijk dat niemand in Indië mij hebben wil, en dan zoude al dat wachten misschien tot niets anders geleid hebben dan tot eene massa moeijelijkheden en onaangenaamheden voor u allen, welke ik u had kunnen besparen, door u niet met al mijne plannen lastig te vallen. Daarom zoudt gij mij een groot plaisir doen wanneer gij met het bespreken der plaatsen, het verzenden der goederen en wat er verder wezen mogt, net wildet doen alsof ik bestemd was om mijn geheele leven in Brussel te blijven, en er nooit over gedacht had om met u mede te gaan.
Intusschen zal ik aan mijn uitzet beginnen, daar ik, in geval ik gaan mogt, hiermede niet langer wachten kan, en, in geval mijne plannen nu mislukken mogten, toch hoop ze later nog wel eens verwezenlijkt te zullen zien.
.........................
Mina.