kinderen, vrije kost, enz. zoude hebben, en dan mijnen verderen tijd te besteden aan het onderrigten van anderen, indien ik élèves zoude kunnen krijgen, hetgeen in Indië stellig minder moeijelijk dan overal elders in de wereld zijn zal.
Het woord Indië klonk mij niet dadelijk heel aanlokkelijk in de ooren, maar na er eens ernstig over nagedacht te hebben, kwam ik toch tot de conclusie dat ik mogelijk nooit in mijn leven eene wijzere streek zoude kunnen doen dan die van Fi's raad op te volgen. Dien zelfden avond nog spraken wij er met Papa over, die het, even als wij, minder prettig dan verstandig vond, en mij terstond zijne toestemming gaf om mijne plannen zoo spoedig mogelijk ten uitvoer te brengen.
Ik schreef er Neef van Deventer over, even als Papa deed. Neef keurde mijn besluit goed, somde mij er alle moeijelijkheden lang en breed van op, en besloot zijnen brief met de belofte dat hij voor mij naar Indië zoude schrijven, om een zijner vrien den te vragen mij zoo mogelijk in eene familie te bezorgen, waar ik onder de verlangde condities zoude kunnen wezen. Ik schreef ook, en nu weten wij niets verder van de plannen af dan dat wij op antwoord wachten moeten eer wij zeker zijn of ik gaan zal, ja dan neen. Vóór Julij kunnen wij geen antwoord hebben, mogt er dan een gunstig antwoord komen, dan zoude ik nog onder Neef van Deventers geleide mede kunnen gaan, hetgeen voor Nen en mij verreweg boven elke andere gelegenheid te préféréren zoude zijn.
.........................
Mina.