Mejufvrouw R.T.
Brussel, 16 November '61.
.........................
Om te beginnen moet gij dan eerst nog iets weten dat eigenijk niemand mag weten, namelijk dat wij, na lang scharrelen en haspelen, dan toch eindelijk goed en wel op het conservatoire zijn aangeland!!!! ‘Vive le gamme’ stond er op den eersten schoorsteen geschreven, welken wij te zien kregen, en onder een reglement (op komen en niet komen en leeren en niet leeren) dat op den muur eener muziek-kamer geplakt was, hadden eenige liefhebbers zich geamuseerd met den naam van FÉTIS in BÉTISE te herscheppen. Vrolijke entrée, zooals gij ziet! Omdat Jet toch nooit iets aan de muzijk gedaan had en Fi slechts zeer weinig, zoo hebben Jenny en ik verleden, na een klein examentje, eene groote aanspraak gekregen, welke voornamelijk op mijne hooge jaren van toepassing was, en waarna wij als élèves van eenen engelachtigen, serieusen ouden meester zijn aangenomen geworden, die ons met een gedurig ‘courage mon enfant’ onze monden zóo wijd liet openhouden, dat wij reeds op slag van vergapen waren.
Dit is reeds een stap nader tot den vrede! Eén idéaal bereikt! Gij herinnert u onze vlagen van wanhoop uit het Ginneken nog wel? Ons latijn leeren, en tremblant de courage? En dat pracht-exemplaar van een roman, waar geen begin en geen einde aan konden komen?
.........................
Wij hebben het hier nog altijd regt naar onzen zin. Papa is lid geworden van eene societeit waar drie brillen in een laadje liggen, ter dispositie van hem die zijne bril eens vergeten mogt hebben. Het behoeft niet gezegd te worden dat alle leden piepjonge springertjes zijn, zooals gij aan deze ééne kleinigheid alleen reeds zien kunt.
.........................
Mina.