Mijn leven
(1877)–Mina Kruseman– Auteursrechtvrij
[pagina 26]
| |
feesten, hebben wij, voor het eerst van ons leven, zulk een kluchtspel eens bijgewoond, dat waarlijk niet over laster te klagen heeft, wanneer men het ook eens treurspel noemt. Het had dan fameus geregend op den heugelijken dag der wedrennen, de grond was hobbelig en glad, hier spatte het water de toeschouwers in het aangezigt en dáár was de modder weer zoo diep, dat de hoeven der paarden er bijna in vast bleven zitten. Heerlijke medewerking der natuur! ‘Ah! comme les courses seront magnifiques!’ - En de populatie staarde naar den grond alsof die gouden bergen beloofde! ‘Ah!’ - ‘Ah!’ - ‘De M!’ - ‘De M!’ - ‘De M. a gagné!’ ‘Il est venu le premier!’ - ‘Il a remporté le prix!’ En wij waren te laat gekomen om de eerste toer bij te wonen en hoorden of zagen dus niets dan de opgewondene blijken van toejuiging, waarmede De M. en Topsy overladen werden, anders: den baron De M. en zijn paard. De baron is, in den volsten zin des woords, hetgeen men hier een ‘homme du monde’ noemt. Een waaghals op zijn hollandsch gezegd, die onophoudelijk veracht, bewonderd of benijd, maar nooit vergeten wordt. De eerste toer welke wij bijwoonden was die der Jockey-club, eenige duizende ellen zonder hindernissen. Zeven à acht paarden renden ons voorbij, een oogenblik later zag men er nog slechts zes, nog wat later slechts vier.... ‘Le toque rouge est tombé!’ ‘Il vit encore!’ ‘Qui.’ ‘Ah, ce n'est rien!’ Maar de toque rouge was een paar mètres op zijn oog langs den grond voort gevlogen en had zijn schouder zoo wat gebroken. ‘Il sont payés pour cela!’ Toen volgde de laatste course, de wijdberoemde steeple chase: vijf duizend mètres en twintig à vier-en-twintig hindernissen, het weder niet eens mede gerekend. Mijnheer L. een rijder zonder 's gelijken, was expres uit Londen gekomen om deze keer eens mede te doen. Zoo akelig als het dan ook wezen mogt om iemand eens voor plaisier zijn nek te zien breken, wilden wij toch bij eene hindernis staan. ‘Il y a là une muraille qui est assez difficile.’ En allen riepen als uit eenen mond: ‘O, laat ons daar dan heen gaan!’ Vijf paarden kwamen aanrennen, sprongen over een slootje op het heuveltje, en van het heuveltje weer over een slootje op den grond. ‘Is dit nu al?’ ‘Zij springen goed, die paarden!’ Dit was de eerste keer. De tweede keer ging toch niet minder goed; L. nog altijd met Topsy vooraan; een paar mannetjes | |
[pagina 27]
| |
druip nat, een paar anderen ferm bemodderd, dat waren kleine kenteekenen van tombaden die niet mede telden. Eindelijk was de cirkel weder afgelegd en kwamen zij ten derde male terug. Drie zagen wij er nu nog slechts opdagen. ‘Les deux autres sont restés en route.’ Een jockey rende ons lagchend voorbij, onder het daverend gejuich der menigte, de twee anderen bleven op gelijke hoogte. Beider paarden sprongen gelijk op de heuvel, het eene sprong er met kromme knieën weder af, waggelde, boog, rigtte zich weder op, en vervolgde, al duizelende, zijnen weg; het andere sprong er ook op, en waggelde ook, maar knielde op de rand der hoogte en stortte met zijnen ruiter in de greppel neder. ‘L. est dessous!’ ‘Topsy est dessous!’ ‘L. est dessous!’ ‘Topsy s'enfuit!’ En, terwijl het paard eenige schreden verder, als verstijfd bleef stilstaan, rigtte de jockey zich op, liep van de menschen af en bleef een oogenblik onbewegelijk staan. Toen gaf hij een groote gulp bloed op, zonk magteloos ter aarde, en werd onder eene doodsche stilte weggevoerd. En de lagchende? De gelukkige die den prijs behaald had, na twee malen gevallen te zijn? Die was zoo verstijfd van vermoeidheid en pijn, dat men hem heeft moeten helpen om van zijn paard te stijgen, en dat hij twee dagen later, volgens het zeggen der doctoren, nog in het geheel niet buiten gevaar was. Pourvu qu'on s'amuse! was het hier weer met regt! En hoe oordeelden de couranten over deze vreugdevolle renpartijen? - ‘Les courses ont été fort belles et fort accidentées, et le temps les a favorisées d'une manière exceptionnelle’, zeide de Etoile Belge, en wat de laatste toer betrof: ‘Cette course a été pleine d'émotion et d'intérêt, comme on peut en juger par les incidents.’ - Hoe vindt gij zulke vermakelijkheden? Ik had de eigenaren der paarden zoo gaarne zelve om den prijs willen zien draven, dan zouden er wel minder ongelukken gebeurd zijn, en welligt zoude men er zich toch niet minder om geamuseerd hebben. Als die groote heeren ook eens gewogen en te ligt bevonden waren geworden, en dan ook met eenige gewigten om het lijf, als hommes de poids, de renbaan waren ingetreden om om de eer te strijden, dan zoude er menig paard gespaard zijn gebleven en menige rib ontzien zijn geworden, en dan zouden er nu geene gekraakte en gebroken jockey's, verstijfd en verlamd, als half dood op 't ziekbed liggen uitgestrekt. Ik ben extra dom, als het op iets dergelijks aankomt, want hoe ik het ook heb willen uitrekenen, ik heb nog maar niet kunnen begrijpen op welk eene wijze zulk eene tour de force | |
[pagina 28]
| |
ooit ter veredeling van een paard kan strekken, evenmin als ter verbetering van eenen goeden smaak, en van de hoog opgeschroefde beschaving onzer negentiende eeuw. Eene wedren als deze is, dunkt mij, toch altijd nog een beetje barbaarscher dan de half gesteenigde stierengevechten in Spanje en dan de rampokfeesten van tijgers in Indië. .........................
Mina. |
|