[Heeft de liefde wetten]
Stem: Vlied heen droeve zugjes.
Waerom zoud ik dan mijn Lief, mijn Amarillis niet beminnen?
Op de keurigst, en de schoonste schoon van al de Herderinnen?
't Vrundelijk wezen van Amarillis steelt my mijn hert;
Niet en is 'er dat mijn hert kan eenig rust oft luste geven;
's Morgens voor den opgang van de Zon, ten Boschwaerd niet gedreven,
Oft mijn gedachten die leggen en malen in minnery,
Vw gunst best trek tot my,
Waer door dat ik van mijn Lief, mijn Amarillis zal genieten,
Door een kusjen doen verzachten minne-quelling Liefds verdrieten,
Ach! ach! mijn Amarillis, mijn Engel, wat lijd ik pijn,
Die haer topjes door de wind met zoet gewemel neder buygen;
Die hier vlieten, zullen aen mijn Amarillis wel getuygen;
Van al de zugjes, en droevige traentjes die ik door min,
Mijn Lief, mijn Herderin.
Mocht ik met mijn zuchjes eens uw teeder hertje doen bewegen?
Mocht 'er voor mijn minne,
Zoo veel zoetigheyd eenmael van Amarillis zijn verkregen;
Dat ik haer lipjes, haer kaekjes, haer borsjes, kreeg na mijn wil,
|
|