Pampiere wereld(1681)–Jan Harmensz. Krul– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Och! wat port mijn jonge hert] Stem: Schoonste Nymphe van &c. OCh! wat port mijn jonge hert, Tot de smert, Die my meenigmael komt plagen; Hooge Goden, hoe dus wreed? 't Is mijn leed; Waerom hebt gy my ontdragen, D' afgod? die mijn hert en zin, Door de Min, Heeft geboeyt aan zijn begeeren; Vlucht, na dat ik ben gereet, Om sijn leet, In vermaek te doen verkeeren. Ach! bedroefde Eeuw, en tijd, Wat een spijt, Toont gy nu aen my, door 't scheyden; Waerom buyten Liefds bestek, In't vertrek, Lieve Lief niet met ons beyden? Daer ik met mijn hert en zin, V bemin, En beminnen zal als eygen; Hoop en Vrees die voeren strijd, Tot de tijd, Het geluk tot ons wil neygen. Zoo ik' snachts, door't slapen kom, In een droom, D' oude vreugde my in beelde; Ia ik schijn met zoete lust, In mijn rust, Swemmemd in een Zee van weelde. En ik roep met luyder stem, Dan na hem, 't Schijnt een Echo weêr te roepen; Mocht ik van die lieve mond: Die my wond, Steels-wijs nou een kusje snoepen. Vorige Volgende