Huiselijke poëzie
(1999)–Ellen Krol– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 107]
| |
De natuur aant.H.A. Spandaw
| |
[pagina 108]
| |
Hem streelt het schone in bloem en plant,
door malse dauw besproeid;
hij merkt alom eens Vaders hand,
die alles schept en houdt in stand
en 't al door liefde boeit.
Hij ziet hoe alles minnen moet
door werking der Natuur:
in 't visje, spartlende in de vloed,
in 't duifje, kirrende van gloed,
bespeurt hij 't eigen vuur.
Hij ziet hoe gras en klaver groeit
en voedt zijn glanzig vee;
hoe 't golvend graan op de akkers bloeit,
het beekje door de velden vloeit,
in ongestoorde vreê.
Wanneer de dag in 't westen zinkt,
dan houdt de landjeugd feest;
hij ziet, hoe liefde en onschuld blinkt,
en als de boerse vedel klinkt
verheft zich hart en geest.
Te huis vindt hij zijn zielsvriendin
en lieve kindren weer:
eerst zegent hij zijn klein gezin,
dan dankt hij God en sluimert in...
Hij heeft geen wensen meer.
|
|