naast het hindoeïsme en het christendom andere godsdiensten kennen. Hij las ook veel werken van filosofische meesters. Hij kwam tot de conclusie dat ze uiteindelijk allemaal hetzelfde willen; dat de mensheid in vrede en welzijn met elkaar samenleeft. Toen hij later een leidinggevende positie kreeg, heeft hij dit inzicht vaak met andere groepen kunnen delen. Terug in Suriname ging Eddy Jharap werken voor de Geologische Mijnbouwkundige Dienst (GMD). In die periode heeft hij het binnenland goed leren kennen. Het was zijn taak om met een ploeg van veldarbeiders geologisch onderzoek te doen in het oerwoud. Door zulk onderzoek komt men te weten uit welke lagen de bodem bestaat.
Intussen was het 1980 geworden. Wereldwijd waren de prijzen van aardolie gestegen. In 1965 was er al olie gevonden in Suriname, maar de regering had het toen niet aangedurfd om de olie te ontginnen.
Na tien jaar wilde Eddy weg bij de GMD. Zijn baas, de minister van Opbouw, vroeg hem te blijven.
Hij zei: ‘Ik heb een nieuwe uitdaging voor je. Kijk of het mogelijk is om in Suriname een oliebedrijf op te zetten.’
Eddy heeft de uitdaging aanvaard. Staatsolie werd opgericht en Eddy Jharap werd de eerste directeur van dit nieuwe staatsbedrijf. Eddy is altijd een man geweest die niet bang is geweest om actie te ondernemen als het nodig was. Het volgende voorval is daar een voorbeeld van.
In 1981 moesten er drie boringen worden uitgevoerd op plantage Dankbaarheid in Saramacca. Staatsolie had een boormachine gehuurd bij de Dienst Watervoorziening van het ministerie van Districtsbestuur en Decentralisatie. De boormachine werd echter niet op het afgesproken tijdstip afgeleverd. Ze zat muurvast in een waterput in Meerzorg. Intussen stond alles klaar voor de boringen op Dankbaarheid. Eddy is toen met een aantal medewerkers naar Meerzorg gegaan. Ze hebben de machine ontkoppeld door de vastzittende boorstangen met een snijbrander door te branden. Daarna hebben ze de machine weg laten slepen.
Eddy zei: ‘Als ik dat niet had gedaan, dreigde ons olieproject te mislukken nog vóór we één boring hadden uitgevoerd.’
De gedreven houding van de directeur motiveerde ook het personeel. Niet alleen het hoger kader, maar ook de schoonmaaksters.
Een van ze vertelt: ‘Ik moest me aanmelden bij het nieuw gehuurde pand aan de Gravenberchstraat. Meneer Jharap leidde me rond en vroeg of ik meteen kon beginnen. Hij heeft zelf ook meegeholpen. Terwijl ik bezig was te schrobben, gooide hij water om het vuil weg te wassen.’