Lezen doet je goed. Leerjaar 6b

[p. 60]

Les 15 Wie niet waagt, wie niet wint

A= Anansi G=broer Geit S=sergeant Tijger T=soldaat Tijgertje

Het was in die dagen dat Ba Tigri met zijn tijgertjes de macht had overgenomen in het land. Overal waren ze te zien in hun gevlekte huiduniformen.

Zwaar bewapend hielden ze alles en iedereen in de gaten. Niemand moest durven in verzet te komen.

G: (Aan de telefoon). Anansi, de tijgers hebben gehoord dat je gisteren aan de buurtbewoners hebt verteld dat Ba Tigri een dictator is.

En dat je terug wilt naar de tijd dat wij als burgers het voor het zeggen hadden. Je moet uitkijken, want de tijgertjes zijn op zoek naar je.

Ze willen je opsluiten, want ze vinden dat je de mensen tegen hen ophitst.

A: Broer Geit, gelukkig dat je me waarschuwt, want deze tijgers zijn echt gevaarlijk. Ma Akuba had ook al zoiets gehoord van een nicht van haar, die iemand kent bij de tijgers. Zij en die kinderen lopen hier allemaal te huilen, net alsof ik al dood ben.

G: Je moet niet thuisblijven. Iedereen weet waar je woont.

A: Brada Geit, je moet me helpen. Kan ik vanavond bij je komen onderduiken?

G: Ja, kom direct, maar wees voorzichtig hoor. De tijgers hebben een avondklok ingesteld. Niemand mag na 8 uur 's avonds op straat zijn. Zwaarbewapende tijgertjes patrouilleren overal om te kijken of de mensen zich aan de avondklok houden.

Gebruikmakend van elke schaduw sloop Anansi in het nachtelijk duister naar het huis van broer Geit.

A: (Fluisterend.) Broer Geit, doe snel open, ik ben er al.

G: Kom snel binnen Anansi. Vanavond kan je wel hier blijven, maar ik voel me zelf ook niet meer op mijn gemak in de stad. Ik heb het gevoel dat ze mij ook in de gaten houden.

A: No span, brada. Morgen ga ik naar een andere vriend om me schuil te houden.

[p. 61]

G: Dat zal niet zo makkelijk zijn, want iedereen is bang voor de tijgers. Als je iemand in huis verstopt, word je zelf ook in de gevangenis gegooid als ze je betrappen.

A: Het zal het beste zijn als ik buiten de stad een plek zoek om me schuil te houden.

G: Inderdaad, maar hoe ga je dat doen, want we zijn ook niet meer vrij om gewoon de stad uit te gaan. Vlak hier in de straat, bij de brug, is er een controlepost van de tijgers. Wil je de stad uit, dan moet je langs ze heen. Ik heb gelukkig een briefje van de Burgerlijke Stand, waarin staat dat ik ga verhuizen naar Commewijne. Daarmee mag ik langs de controlepost bij de brug. Ik ben al een paar dagen bezig te verhuizen. Het is een heel gedoe.

[p. 62]

Anansi ging slapen en droomde angstig. De volgende ochtend werd hij gewekt door gerinkel van glaswerk, borden en pannen. Broer Geit was bezig zijn inboedel in zakken te doen.

A: Goedemorgen, broer Geit. Je maakt geen grappen met je verhuizing. Gaan al deze spullen mee?

G: Ja, maar je mag niet met de auto langs de wegversperring. Als ik daar ben, laad ik de zakken uit. Ik sjouw dan alles naar de andere kant waar mati Konkoni op me wacht met zijn pick-up.

A: Ik heb een idee. Ik verschuil me in één van die verhuiszakken van je, dan smokkel je me langs de controle.

G: Anansi, dat is gevaarlijk, want ze checken die zakken.

A: Broer Geit, no frede. Als er iets gebeurt, zeg ik dat ik zonder je medeweten in een zak ben gekropen.

Anansi kroop in een zak borden en kopjes. Broer Geit pakte ook nog wat andere keukenspullen in zakken en reed daarmee naar de brug. Trillend van de zenuwen liep hij met zijn zakken naar de versperring om doorgelaten te worden.

S: Halt, wie bent u en waar moet dat naartoe met die zakken?

G: Ik, ik......ik ben broer Geit en ik...... ik ben aan het verhuizen, beambte. Mijn nieuwe huis is in Commewijne. Kijkt u hier mijn verklaring met stempel en handtekening van de Burgerlijke Stand, beambte.

S: Noem mij geen beambte, stomme geit. Ik ben sergeant van de Eerste Tijgerbrigade. Knoop dat goed in je oren, lummel.

Verhuizen? Sinds wanneer mogen mensen weer verhuizen? Ik weet nergens van.

T: Eh, sergeant Tijger, inderdaad, sinds eergisteren verhuist hij. Die konkoni aan de andere kant met zijn pick-up wacht op hem.

S: (Tegen Tijgertje.) Soldaat, houd je mond! Wacht tot ik je wat vraag, voordat je met zaken bemoeit die je niet aangaan! (Tegen broer Geit.) Wat heb je in die zak? Er zitten toch geen wapens in?

G: Nee, natuurlijk niet geachte meneer de sergeant van de Eerste Tijgerbrigade. Ik houd me niet met dat soort dingen bezig. In deze zakken zitten alleen maar keukenspullen, zoals borden, lepels, drinkglazen en zo.

[p. 63]

S: (Hij schreeuwt bevelend tegen Tijgertje.) Onderzoek jij die zakken van die stomme krabita! Doe snel, luiwammes!

Anansi had vanuit de zak alles kunnen volgen. Hij voelde hoe broer Geit de zak op de grond zette.

A: (Zachtjes kreunend tegen zichzelf.) Ik ben erbij. Straks word ik afgevoerd naar de gevangenis. Ik zie Ma Akuba en de kindertjes nooit meer terug.

T: Dus hier zitten borden en dat soort dingen in? (Hij keert zijn geweer ondersteboven en slaat met de kolf op de zak.)

A: (Hij krijgt de slag recht tegen zijn achterste en schreeuwt van pijn en schrik.) Plengelingelangeleng, pleng!

T: Zijn dat je glazen, broer Geit? (Hij slaat weer tegen de zak.)

A: Plengelingelangeleng!

S: (Tegen Tijgertje.) Dat lijkt wel in orde, soldaat. (En tegen broer Geit.) Loop maar door met je troep, stomme Geit. En verhuis snel, want ik hou niet van dat op en neer geloop. En loop niet zo te trillen op je poten, anders schop ik je de brug over.

G: Jawel, beam... ik bedoel geachte meneer de sergeant van de Eerste Tijgerbrigade, jawel, bedankt, jawel...

Zo kwam Anansi door de versperring. Buiten de stad bleef hij protesteren tegen de dictatoriale tijgers, totdat die uiteindelijk de macht teruggaven aan de burgers.