Natuurlijk kon dit niet zo door blijven gaan. De dieren spraken er met elkaar over. Ze vroegen zich af wat er met Nijlus aan de hand was.
‘Het is hem naar het hoofd gestegen’, zei konkoni. ‘Hij denkt dat hij zich zo mag gedragen, omdat hij zo mooi is.’
‘Zijn prachtige vacht geeft hem geen enkel recht om ons te commanderen’, twitterde een toekan.
‘Hij is onuitstaanbaar geworden!’, krijsten de apen.
‘We hebben wel wat anders te doen, dan naar dat stomme nijlpaard te kijken’, sisten de slangen en de hagedissen vielen hen bij.
‘Ik weet wel hoe we hem dit kunnen afleren’, zei de olifant.
Alle dieren keken hoopvol naar hem op. Wat zou hij bedacht hebben?
De olifant stak zijn slurf in de lucht en snoof. ‘Het is ontzettend warm’, zei hij. ‘Later op de dag gaat het onweren. Ik zal eens met de bliksem praten.’ In die tijd kon de olifant met zijn slurf de hemel bereiken. Hij had contact met de wolken. Het weer kon hij feilloos voorspellen.
‘Op de grote vlakte staat een uitgebloeide groenhartboom. Maken jullie intussen een bed van droog gras daaronder. Nijlus gaat graag daar uitrusten na zijn parade.’
Terwijl de andere dieren gras verzamelden, ging de olifant naar Nijlus.
‘O, schoonheid van het bos’, zei hij. ‘De dieren staan te wachten op uw verschijning. Ze willen u weer in al uw pracht bewonderen.’
Nijlus was helemaal in zijn sas toen hij dit hoorde. Hij sprong op.
‘Ja, olifant. Begin me aan te kondigen. Ik kom eraan.’
De olifant leidde Nijlus naar de groenhartboom op de grote vlakte.
Langs de route stonden allerlei dieren. Als Nijlus langskwam, applaudisseerden ze luid. Dat had de olifant gevraagd. Nijlus voelde zich belangrijker dan ooit.
Toen ze op de grote vlakte kwamen, begon het hard te waaien. De lucht werd zwart. De donder rommelde.
‘Snel heer Nijlus’, riep de olifant. ‘Hier onder de boom kunt u schuilen voor de regen. Er is daar een lekker bed voor u gemaakt.’
Een bliksemflits sneed door de lucht en onmiddellijk daarna knalde de donder. De olifant rende het bos in, waar ook de andere dieren zich hadden verstopt. Nijlus kroop diep in het warme nest van droog gras.