S: Ik begrijp wat je bedoelt Otto. Ik vind het erg dat ik tegen Naomi tekeerging.
O: Het geeft niet, zusje. Het is belangrijk dat jullie het weer goed maken. Als je Naomi weer ziet, zeg haar hoe je erover denkt.
Naomi is intussen thuisgekomen. Ze heeft haar schooluniform verwisseld voor haar huiskleren en zit met haar moeder aan de keukentafel. Moeder merkt dat ze erg stil is tijdens het eten.
M: Poppetje, je ziet er zo bedrukt uit. Is er iets gebeurd op school?
N: Er is niets aan de hand mam. (Ze staat op en gaat naar haar kamer.) (Moeder gelooft er niets van. Ze gaat Naomi achterna. Ze klopt op de deur en als ze geen antwoord krijgt, doet ze die open.)
M: Naomi, is er echt niets aan de hand?
(Naomi begint te snikken.)
N: Sandy en ik hebben ruzie gemaakt om een gek ding. Ze wil niet meer met me praten.
M: Is Sandy niet je beste vriendin? (Moeder gaat naast Naomi zitten en veegt haar tranen.) Waarom hebben jullie ruzie gemaakt, lieverd?
N: Ik heb een plastic zakje op het gras gegooid. Sandy zat maar te schreeuwen dat plastic schadelijk is en heel slecht voor het milieu.
M: Wist je dat niet, schatje?
N: Het was een heel klein zakje. Ze hoefde echt niet zo te schreeuwen.
M: Dat klopt. Tranga no e tyari kaw go na pen. Een koe krijg je niet met geweld in de stal. Deze odo betekent dat men met geweld of schreeuwen niet veel bereikt. Het is beter om tactvol te zijn.
N: Ja, haar geschreeuw maakte me echt boos.
M: Maar ze had wel gelijk over het milieu. Ze had het je gewoon moeten uitleggen.
N: Wat is er dan met dat plastic?
M: Kijk, als het een bacovenschil was geweest, was het lang niet zo erg. De schil verteert en wordt opgenomen door de aarde. Maar plastic neemt heel lang om te verteren, soms wel honderd jaar. En als dat allemaal blijft liggen, hoopt het zich op.