Saotosoep
Saotosoep bestaat uit een bouillon, een soepvulling en een sambal. De soepvulling bestaat uit stukjes uitgeplozen gebakken kip, gebakken knoflook en uitjes, gebakken reepjes aardappelen en witte vermicelli, rauwe taugé en gesnipperde soepgroente. Sommige mensen doen er ook een gekookt ei bij.
Als iemand wat soep wil gebruiken, krijgt de persoon een kommetje met soepvulling, waarover de gloeiend hete bouillon is gegoten. Verder krijgt de eter ook een kommetje pepere ketjapsaus en daarvan mag hij een lepeltje door zijn soep roeren.
Op bladzijde 28 is beschreven hoe je de ketjapsaus maakt. In de supermarkt kan je de gebakken knoflook en uitjes kant en klaar kopen. Ze worden verkocht in doorzichtige plastiek pakjes van 25 en van 50 gram. Ook de gebakken aardappelen en vermicelli is in de winkel te koop in doorzichtige plastiek zakken. Hieronder staat hoe de bouillon, de kip en de groenten worden gemaakt.
Wat heb je nodig voor de bouillon?
1½ liter water, 4 kippenpoten, 2 soepblokken van elk 10 gram, 20 ml azijn of een lemmetje, 1 vingerlengte laos, 1 vingerlengte dikke gemberwortel, 1 ui, 2 rollen serehblad, 5 salambladeren, 10 pimentkorrels (lont' ai). Verder nog een grote pot om de bouillon in te koken en een snijplank.
Hoe maak je het?
Was de kippenpoten goed schoon. Krab de velletjes die nog tussen de tenen zijn achtergebleven weg met een scherp mes en hak de nagels af. Wrijf de poten in met een beetje azijn of sap van een lemmetje en spoel ze dan weer af met veel water. Krab de laos en gember goed schoon en was ze. Snijd ze in dikke plakken. Pel de ui en was deze. Laat de ui heel. Spoel ook even de sereh, salam en pimentkorrels af. Doe alles in de soeppot. Verbrokkel de soepblokken met je duim en vingers en strooi dit over de ingrediënten. Doe er 1½ liter water bij. Zet de pot opvuur. Doe een deksel op de pot en het vuur op de hoogste stand. Laat de bouillon opkoken. Dat betekent dat het water moet borrelen. Meestal hoor je het water tegen het deksel sputteren als het kookt. Doe het deksel even van de pan om te kijken of
| |
het water goed kookt. Doe dan het vuur op de laagste stand. Zet het deksel weer op de pot en laat het nu rustig drie uur trekken. Het water mag niet meer borrelen als de bouillon trekt. Als het water toch borrelt moet je de pot op een andere pit met een kleinere vlam zetten. Proef na een uur de bouillon even. Als je vindt dat de bouillon flauw smaakt, mag je er nog een halve soepblok bijdoen.
Dit heb je nodig voor de groenten en de kip: 1 flinke kippenborst, ½ theelepel zout, 250 ml olie, 1 bosje soepgroente, 1 pakje taugé. Verder een pan om de kip in te bakken, een vergiet, kapmes en een snijplank, een bord en een grote houten lepel.
Hoe maak je het?
Haal het vel weg van de kippenborst en kap deze in ongeveer zes stukken. Was de kip en laat deze uitlekken. Doe olie in de pan en maak het vuur onder de pan aan en zet het op de hoogste stand. Laat de olie goed heet worden. Als je wil testen of de olie heet genoeg is, moet je er een broodkruimeltje in gooien. Als het kruimeltje boven komt drijven, kan je beginnen met bakken. Wrijf de stukken kip in met zout en doe ze één voor één in de hete olie. Schep de stukken kip even om met de houten lepel. Als de kip mooi bruin is, schep je ze uit de olie en leg je ze op een bord om af te koelen. Was de taugé en laat deze uitlekken in een vergiet. Was de soepgroente. Snijd de soepgroente heel klein. Als de kip goed is afgekoeld moet je de kip uitpluizen. De botjes worden niet gebruikt voor de soep, alleen de stukjes uitgeplozen vlees. Zet de groenten in een aparte schaal en het vlees ook apart. De ingrediënten die je kant en klaar hebt gekocht worden ook in aparte kommen gedaan. Net als de ketjapsaus. Dek alles netjes af tot de bouillon klaar is. Dan kan de soep worden opgediend.
|
|