Kook mee

Saté

Wat heb je nodig voor 14 satés?
500 gram kipfilet, 1 eetlepel zoet-zoute ketjap, 1 theelepel kunirpoeder, 1 theelepel kentjurpoeder of een stukje gestampte kentjurwortel, 3 fijngestampte knoflooktenen. Verder nog een vergiet, een vijzel, een kom, 14 satéstokjes, een klein rooster en een beetje olie. In plaats van een rooster kan je ook een barbecueset of koolpot gebruiken. Dan heb je houtskool nodig en iemand om het vuur voor je aan te maken.

Hoe maak je het?
Snijd de kipfilet in blokjes. Was het vlees en laat uitlekken. Pel en was de knoflooktenen en stamp ze fijn. Als je het kentjurwortel gebruikt, moet je deze schoonkrabben, wassen en ook fijnstampen. Doe het vlees in een kom en marineer dit met de ketjap, kunir, kentjur en knoflook. Laat dit minstens een uurtje staan. Vraag iemand om je te helpen het houtskoolvuur te

[p. 29]

maken. Strijk het rooster in met wat olie. Rijg het vlees aan de stokjes. Leg het rooster op het vuur. Als je geen barbecueset wil gebruiken kan je het rooster gewoon op een pit op het formuis leggen. Leg de stokjes op het rooster. Laat de satés gaar worden op het vuur. Je moet ze af en toe omdraaien om ervoor te zorgen dat het vlees niet verbrandt.