Popki Patu met bitawiri
Wat heb je nodig?
Verse bitawiri uit de tuin, ongeveer vijf takken. Een teentje knoflook, olie en wat zout. Verder nog een vergiet, een koolpot, houtskool, een pan met een steel en een dikke gladde bodem. Een houten lepel, een snijplank en een mes.
Hoe maak je het?
Vraag iemand om een vuurtje in de koolpot te maken met het houtskool. Pluk intussen de bladeren van de stelen. Haal bij de grote bladeren ook de middennerf weg. Was de bladeren in veel water. Laat de bladeren daarna uitlekken in het vergiet. Pel de knoflookteen.
Was deze en snijd hem in plakken.
Doe de pan op het vuur. Giet vier eetlepels olie in de pan. Neem de pan bij de steel en beweeg deze heen en weer zodat de olie de hele bodem bedekt. Als de olie begint te dampen doe je de knoflook in de pan. Even met de houten lepel roeren. Direct daarna de groente erbij. Schep de groente om tot zij slinkt en vocht afgeeft. Haal de pan van het vuur. Doe dan een beetje zout bij de groente. Niet meer dan het puntje van een theelepel. Laat de groente afkoelen. Doe het op een bordje en laat iedereen een lepeltje ervan proeven.
De manjaboom staat in een hoek van het erf. Op de grond liggen een paar rijpe manja's, aangevreten door hagedissen. Die vinden manja's ook lekker. Pa wijst naar een tros die laag in de boom hangt. ‘Die zijn groen, goed voor lotis,’ zegt Pa. ‘Het zijn aromanies, deze manja's zijn groot en zoet als ze rijp zijn en ze hebben geen vezels, zoals roodborstjes of teté. Aan één hebben we genoeg voor ons allemaal. Van manja met lotis moet je niet teveel eten, anders word je misselijk, of krijg je zure tanden.’
Als ze terug zijn in de keuken gaan ze aan het werk.
Hieronder vind je de recepten van de lekkere dingen die ze hebben gemaakt met het fruit.