Voor je begint
Koken begint met boodschappen doen. Gezellig naar de supermarkt, de groenteman, de vlees- of viswinkel. Je eten wordt extra lekker als je goede producten koopt.
In het boek van oom Otto staan de volgende tips:
- | Als je verse groente koopt, let er dan op dat die er mooi fris uitziet. Bladgroenten mogen geen gele of bruine vlekken op de bladeren hebben. Vruchtgroenten, zoals pompoen, boulanger, komkommer en poe, moeten niet plooi-plooi zijn en mogen ook geen zachte of bruine stukken hebben. |
- | Als het even kan, gebruik dan groente of tuinkruiden van je eigen erf. Je eigen tomaten, je eigen soepgroente en je eigen pepers smaken altijd veel beter dan die van de winkel. |
- | Bij verpakte producten van de supermarkt moet je het etiket goed lezen. Let vooral op de vervaldatum. Let er verder op dat de verpakking er netjes en schoon uitziet. Blikken mogen niet verroest of gedeukt zijn. |
- | Kip kan je het liefst bij een kippenzaak kopen en vis bij een viswinkel. Vraag naar verse kip of verse vis. |
Als de inkopen zijn gedaan, kan je aan de slag.
- | Zorg ervoor dat de keuken opgeruimd en schoon is. Zet alles wat je nodig hebt klaar, ook je keukengerei en keukenapparaten. Beginnende koks moeten altijd een weegschaal en/of maatkan bij de hand hebben. |
- | De kinderkoks moeten ervoor zorgen dat er een vader of moeder of oom of oma of tante of grote broer of zus in de buurt is die kan helpen met de karweitjes die ze zelf nog nietaandurven. Zoals vuur van de barbecue aanmaken, kappen met het kapmes, of in hete olie bakken. Ze hoeven zich niet te schamen om hulp te vragen. Alle meesterkoks hebben keukenknechtjes. |
Alle meesterkoks hebben keukenknechtjes