Reyze van Iacop Kreynck un Deryck Vogel van Zutphen toe Ierusalem na den heylighen Grave Christi Anno MCCCCLXXIX
(2013)–Iacop Kreynck, Deryck Vogel– Auteursrechtelijk beschermdCodicologische aantekeningenAlgemeen:Signatuur: Hs. Berlin, Deutsche Staatsbibliothek. Preussischer Kulturbesitz. Phillipps nr. 1982. Papier; 4o; 19x12 cm; 28 blzz.; 23 à 25 regels per blz.; 6450 woorden c.q. woordcombinaties door pro- en enclisis. Incipit: In den jaer unses Heeren .MCCCC. ende .LXXIX. des Maendags na Palmen tooch ic Iacop Kreynck un Deryck Vogel van Zutphen toe Ierusalem na den heyligen Grave Christi. Explicit: Unde sie kopen eten in Gods namen wat si willen. Amen. Et sic est finis Deo laus et gloria trinis. De titel (Reyze van Iacop Kreync un Deryck Vogel van Zutphen toe Ierusalem na den heylighen Grave Christi Anno MCCCCLXXIX) staat genoteerd op een omslag en is van een andere hand. Op deze omslag is boven de titel genoteerd: XXXVI. Dit cijfer is met vijf horizontale strepen doorgehaald. Dit manuscript maakt deel uit van de zg. Phillippsiana, een verzameling van 599 hss., oorspronkelijk bijeengebracht door Gerard Meerman (1722-1771). Van deze 599 hss. zijn er 36 Nederlandstalig. Ga naar voetnoot+ In 1824 is deze collectie door Sir Thomas Phillipps op een veiling aangekocht, en in 1888 uit diens boekerij verworven door de (Pruisische) Königliche Bibliothek. Thans is ze ondergebracht in de Deutsche Staatsbibliothek zu Berlin. Preussischer Kulturbesitz. Ga naar voetnoot+ Dr. Renate Schipke, als Leiterin des Referats Handschriften verbonden aan deze bibliotheek, heeft welwillend haar toestemming verleend tot de publicatie van dit Manuskript Phillipps Nr. 1982. In R. Röhricht, Bibliotheca Geographica Palaestinae, onder nr. 388 op blz. 127 staat als eerste reiziger genoemd: Jacob Kreyck i.p.v. Kreynck. Die foutieve naam gaat waarschijnlijk terug op een gelijkluidende onjuiste naamgeving, zestig jaar eerder gedrukt in G. Haenel, Catalogi librorum manuscriptorum…Vol. II, p. 873.Later, op blz. 718 in de herdruk van Bibl. Geogr. Pal. in 1963, heeft D.H.K. Amiran deze vergissing hersteld. Tevens blijkt uit de formulering aldaar (‘nicht in Brüssel sondern in Berlin’) dat Amiran het onvindbare Brusselse manuscript als identiek beschouwde met het 17e-eeuwse afschrift door Antonius Matthaeus. |
|