Noam Chomsky, Syntactic Structures, 's-Gravenhage 1957 (tweede druk 1962).
Dit boek, dat een beknopte samenvatting is van een veel omvangrijker ongepubliceerd werk, introduceert de transformationeel-generatieve theorie en is nog altijd een onmisbaar uitgangspunt voor de bestudering van deze nieuwe wijze van taalbeschrijving, ondanks latere wijzigingen die in de theorie zijn aangebracht.
Idem, Current Issues in Linguistic Theory, 's-Gravenhage 1964.
Deze monografie geeft een algemene uiteenzetting over linguïstische theorievorming en een methodologische plaatsbepaling van de transformationeel-generatieve theorie ten opzichte van vroegere en nog vigerende alternatieve opvattingen. Van bijzonder belang is het onderscheid van drie niveaus voor de beoordeling van linguistische theorieën en de grammatica's die met die theorieën samenhangen. (Een eerdere versie is afgedrukt in J.A. Fodor en J.J. Katz (eds.), The Structure of Language: Readings in the Philosophy of Language, Englewood Cliffs, N.J. 1964)
Idem, Aspects of the Theory of Syntax, Cambridge, Mass. 1965.
In dit boek presenteert Chomsky de wijzigingen in de transformationeel-generatieve theorie waartoe het syntactisch onderzoek sedert 1957 aanleiding heeft gegeven. De belangrijkste nieuwe begrippen zijn die van ‘oppervlaktestructuur’, ‘dieptestructuur’ en ‘syntactisch kenmerk’. Het eerste hoofdstuk geeft algemene beschouwingen, het laatste heeft betrekking op het probleem van de grens tussen syntaxis en semantiek.
J.J. Katz en P. Postal, An Integrated Theory of Linguistic Descriptions, Cambridge, Mass. 1964)
De auteurs presenteren een semantische theorie op de basis van de transformationeel-generatieve grammatica. Het grootste en veruit belangrijkste deel van het boek is echter gewijd aan een uiteenzetting over een aantal transformaties die aantoont dat de theorie in die zin moet worden gewijzigd, dat transformationele regels geen semantisch effect hebben. Dit betoog is een voortreffelijk voorbeeld van syntactische argumentatie.