seconde en staat onder een druk van 2 ton per vierkante cm, en dat terwijl koel- en smeerinrichting rudimentair zijn vergeleken bij die van een benzinemotor (zuigersnelheid ca. 10 m per seconde).
Moderne vuurwapens zijn ook vrijwel de enige huishoudelijke machines die er strikt functioneel uitzien. We weten allemaal waar het pistool een symbool van is; vandaar ongetwijfeld dat vuurwapens niet geërotiseerd hoeven te worden. Automatische pistolen, machinegeweren en snelvuurkanonnen zijn machines waar niet aan geknoeid is. Zij zijn niet gestroomlijnd, niet tumescent, niet opgedirkt met plastic en ja-knikkende honden - niets dan abstracte sculptuur uit geometrische vormen van voorbeeldige strengheid.
Men kan ze verzamelen. Met Gatlings en Hotchkisses is dat voor een particulier niet zo makkelijk, maar het staat iedereen vrij om naar Turijn te gaan en daar de meest Jules Verne-achtige vormen die ooit aan 19e-eeuws staal zijn gegeven, opeengepakt te zien staan in de sombere gewelven van het soort gebouw dat door hun ontwikkeling tot verdwijnen werd gedoemd.
Beter geschikt voor privé-bezit zijn antieke vuurwapens, al wordt dat wel steeds duurder. Het klonkt nu al enigszins fantastisch dat ik mijn eerste pistool voor vijf francs op de vlooienmarkt kocht.
Ik nam het mee naar huis, verwijderde de roest, repareerde het mechanisme, en was toen gereed om het af te schieten. Want een wapenverzameling is zomin als een harem in goede handen bij iemand die er alleen maar naar kijkt. Vorm suggereert functie.
Mijn pistool was, al wist ik dat toen nog niet zo precies, een pistolet à piston van plusminus 1840, vermoedelijk gemaakt in België. En voorlader dus, detonatie door middel van slaghoedjes.
Aan slaghoedjes wist ik wel te komen, maar aan buskruit? De enige passende oplossing: zelf, zoals de pioniers die dergelijke wapens gebruikten, kruit en kogels maken.
Wie nooit zelf buskruit gemaakt heeft leeft maar half. Als kind won ik deze grondstof door voetzoekers open te peuteren; op de middelbare school waren het al meer geraffineerde explosieven, zoals kaliumchloraat met rode fosfor, die ons huis op zijn grondvesten deden schudden; nog later, op het scheikundig laboratorium van de universiteit, hebben wij ons wel eens gebogen over de