Anathema's 3
(1971)–Rudy Kousbroek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bagatelles pour un massacreBij het verschijnen van Les Soirs van G.K. van het Reve (Parijs, Gallimard, 1970; vertaling Maddy Buysse) kocht ik een stuk of wat exemplaren en deed die cadeau aan de Franse kennissen die ik in het verleden over dit boek onderhouden had. Hun reacties kunnen ongeveer herleid worden tot het volgende prototype: - Ongetwijfeld een bijzonder boek, maar als ik een toevallige koper was geweest die nooit eerder iets over de inhoud had gehoord, dan zou ik misschien nooit verder zijn gekomen dan bladzij 30. Is het origineel ook zo krom en onnauwkeurig geschreven? Het moet haast wel: echt het proza van een militair. Als je bedenkt dat het door een militair is geschreven valt het weer bijna mee. - Door een militair? Hoe kom je daar in godsnaam bij? - Ja, de schrijver was toch oorspronkelijk een militair? Kijk maar op de flaptekst. Dat heb ik gedaan, en daar stond te lezen:
Gerard Kornelis Franciscus markies van het Reve werd geboren op 14 december 1923 in Amsterdam. Overeenkomstig de familietraditie wordt hij bestemd voor een militaire carrière en als Luitenant bij de Genie naar Nederlands-lndië gestuurd. Heeft, ondanks twee eervolle vermeldingen voor heldhaftig gedrag onder vijandelijk vuur, een diepe afkeer van oorlog. Wordt gevangen genomen wegens het helpen vluchten van een jonge gevangene, en onder beschuldiging van desertie en hulp aan de vijand in oorlogstijd, veroordeeld tot 12 jaar vestingstraf; door het hoge militaire gerechtshof in Nederland wordt deze straf teruggebracht tot 7 jaar. Tijdens zijn vestingtijd schrijft Van het Reve zijn eerste boek en maakt er voor alle zekerheid een afschrift van. Wanneer het origineel door de bewakers wordt gevonden en als ‘nihilistisch en onzedelijk’ vernietigd, besluit de opstandige gevangene te ontsnappen, met medeneming van de kopie van zijn werk. Hij slaagt er in | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 39]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
om de Belgische grens over te komen en vindt asiel in de Abdij van de Broeders der Zeven smarten.Ga naar voetnoot1 Tenslotte wordt het manuscript van De Avonden in Nederland gepubliceerd. In het geheim zet de schrijver zijn arbeid voort en publiceert vervolgens een eveneens autobiografische novelle: Werther Nieland. Nadat Indonesië zijn onafhankelijkheid heeft veroverd worden vele vonnissen herzien en vernietigd, en in 1952 wordt de schrijver door de koningin amnestie verleend.
Een mooi verhaal, maar het is helaas onvolledig. Door de reactie van mijn Franse vrienden ben ik mij namelijk gaan interesseren voor de vertaling: ook die is kennelijk clandestien ontstaan, en in het diepste geheim naar Gallimard gesmokkeld - immers het is duidelijk dat niemand er inzage van gehad kan hebben, zoals aanstonds zal blijken. De vertaling schijnt in opdracht van een soort Nederlandse Aleksander Herzen-stichting (the Foundation for the Promotion of the Translation of Dutch Literary Works), alweer onder strenge geheimhouding, gemaakt te zijn door de broeders der Zeven Smarten.Ga naar voetnoot2 Het bleef alleen niet bij zeven, of het zou moeten zijn: Zeven in één pagina. Zeven in één klap! Eén van die broeders was misschien wel het dappere snijdertje, vandaar dat er hier en daar in de tekst is gesneden. Over die vertaling is kortom een heleboel te vertellen. Daarvoor is het voldoende om de Nederlandse tekst erbij te nemen en iets meer Frans te kennen dan Maddy Buysse; kortom twee voorwaarden waaraan zonder veel moeite kan worden voldaan. Al op de eerste pagina van de tekst (p. 7) worden wij verrast door een wonderbaarlijke Franse uitdrukking: nous l'avons sur le râble jusqu'à demain. Het is weliswaar mogelijk om van een onverwachte en onaangename gebeurtenis te zeggen: ‘cela nous est tombé sur le râble’, maar de boven geciteerde constructie is in het Frans ongebruikelijk en kan alleen ontstaan door zonder kennis van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 40]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zaken woorden in een dictionnaire op te zoeken. Op dezelfde manier is - op de volgende bladzijde (p. 8) een zijkamer niet een pièce latérale, en kan broodtrommel (p. 9) niet vertaald worden door huche. Een huche is een soort broodtrog, een houten kist, groot genoeg om een gevangene met manuscript uit een vesting te smokkelen. Even verder (nog steeds op p. 9) staat: Il n'y a personne dehors que moi, dat is zoals een schoolkind: ‘er is niemand buiten behalve ik’ zou vertalen; niet overigens dat dat er staat, de zin luidt in feite: Niemand is nog buiten, maar ik wel. Een pagina verder (p. 10) vinden wij ‘van het eerste ogenblik dat zijn vader begon te eten bleef hij naar hem kijken’ terug als: dès l'instant ou son père se mit à manger il se mit à le regarder, en een paar regels verder ‘zijn vader bracht het kopje maar halverwege de mond tegemoet: hij stak het hoofd vooruit, spitste de lippen en dronk luid,’ als: son père n'approchait la tasse qu'à mi-chemin de ses lèvres, avançait la bouche et buvait à grand bruit. Op vrijwel iedere pagina staan er wel een of meer van zulke blunders; om duidelijk te maken dat ik het niet verzin volgt hier een lijstje:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 41]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ik heb die lijst bijgehouden tot pagina 43, men moet maar op mijn woord geloven dat het op dezelfde voet doorgaat, en ook dat ik in het bovenstaande nog allerlei voorbeelden achterwege heb gelaten omdat zij te lang of te ingewikkeld waren. Zo bv. op p. 15 een zin die geen Fransman zal kunnen lezen zonder erbij in de lach te schieten: Elle se la mit au milieu des lèvres, un cinquième de longueur en bouche. Dit is ook en passant een illustratie van hoe steeds stelselmatig het verkeerde voorzetsel wordt gekozen: Il prit en main un minuscule lapin de marbre blanc (p. 9) d.w.z. op de manier van de politie neemt de situatie in de hand, et se rasseyant à table (p. 21) voor iemand die niet gaat eten maar aan een schrijftafel gaat zitten. Op dezelfde manier wordt ook telkens de verkeerde vertaling uit het woordenboek gebruikt, bv. de minces rayons de fumée (p. 11) voor rook in dunne straaltjes, une grande maison de maître (p. 23) voor een herenhuis en soms een paar in één zin, zoals il était nu-pieds et les ramilles et les cailloux aigus du sentier l'obligeaient à marcher prudemment (p. 27) voor: hij had blote voeten en de takjes en scherpe stenen op de smalle bosweg noodzaakten hem behoedzaam te lopen. Het is op een pijnlijke manier duidelijk dat de vertaler geen idee heeft van het soort taal waarin bepaalde woorden thuishoren, of er zich niet om bekommert, zoals le petit endroit (p. 9 en door het hele verdere boek), een uitdrukking voor wc ontleend aan de kindertaal; in de Nederlandse tekst worden de ouders steeds met ‘vader’ en ‘moeder’ aangesproken, en dit lijkt mij geen toeval, maar in de vertaling wordt ook papa en maman gebruikt, zelfs in beschrijvende zinnen als ça fait trois jours que maman ne m'a pas demandé... (p. 30), wat iets is als: Mammie heeft me al drie dagen niet gevraagd... En waarom wordt de hoofdpersoon Fritz genoemd inplaats van Frits? Alsof de Fransen niet ook zonder hulp al makkelijk genoeg Nederland met Duitsland verwarren; iemand die Frans heet wordt Franz, maar Maurits wordt Maurice, er is geen peil op te trekken. Vroeger op school probeerden wij wel zinnen te maken op de manier van: N'escaliez pas dans cette espérance, alleen voor een Nederlander begrijpelijk. Sommige zinnen in Les Soirs doen daar niet voor onder, bv. ils montèrent l'escalier d'un très haut appartement (p. 27) voor: ze klommen de trap naar een hoge flatwoning op, en | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 42]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mon feu arrière brûle (p. 29) voor mijn achterlicht brandt; in het Frans betekent dat dat de vlammen er uit slaan. Het effect van de zinnen benadert soms het feeërieke, zoals in Il retroussa les plis de son visage et prit un air plein d'entrain (p. 30) voor: hij trok zijn gezicht in een opgewekte uitdrukking. Na pagina 43 werd ik het moe, alles te noteren; het aantal blunders per bladzijde vertoonde ook geen enkele daling, en zet zich ongetwijfeld in het hele boek zo voort. Voor alle zekerheid nam ik nog een paar steekproeven en die waren iedere keer raak. Op p. 50 gaat ‘Fritz’ bij een bakker naar binnen en zegt: Donnez-moi trois bâtons. Zonder de Nederlandse tekst is niet eens vast te stellen wat er bedoeld wordt (het blijken chocoladerepen te zijn). Op p. 77 wordt het woord magneet door magnéto vertaald, met resultaten als tu fabriquais dans ta chambre une magnéto si puissante que les portières des voitures qui passaient s'ouvriraient d'elles-mêmes. Op p. 116 vond ik: ‘Nous sommes ici au microphone, chers auditeurs...’ voor ‘We staan hier met een microfoon, geachte luisteraars...’ en op p. 151 wordt de zin: wat heb je toch in godsnaam voor een voorstelling van wat dronken is? vertaald met: je me demande quelle idée vous vous faites d'une saoulographie? Het gruwelijke is dat het, hoe moet ik het noemen - het meelijwekkende van zulke zinnen voor een Franse lezer toch voor rekening van de schrijver komt. Van de ironie, van die speciale precisie die dit boek in het Hollands heeft, is in de vertaling niets meer over. Ik wil ook wel, vooruitlopend op een argument dat anders vast en zeker ter tafel zou worden gebracht, met grote stelligheid ontkennen dat er geprobeerd is om heel letterlijk te vertalen. Integendeel, bijna iedere zin in de vertaling is aantoonbaar armer dan het origineel, in de betekenis dat er informatie verloren is gegaan, op de manier van: een slobberende lach wordt un éclat de rire bruyant (p. 7); en een voorbeeld als dit is eigenlijk nog veel te uitgesproken, het gaat er om dat op een subtiele manier alles een beetje armoediger is, men zou het hele boek moeten cireren om het duidelijk te maken; ik zal met een lijstje volstaan: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 43]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Niet alleen is alles op die manier toevallig en approximatief, maar ook komen er regelmatig zinsdelen of hele zinnen te vervallen, tot werkelijke schade van de tekst, zoals in een passage als: ‘Goed gezien,’ zei hij bij zichzelf. ‘Plaatselijk mist, later overgaand in overdrijvende wolkenvelden. Geen neerslag van betekenis. Temperatuur om het vriespunt tot lichte dooi. Westelijke wind. Hoe kunnen mensenhanden het maken.’ Die passage is niet alleen, zoals alles, slordig vertaald, maar ook ontbreekt de laatste zin, hij eindigt met Vent d'ouest (p. 153) Soms ook is de vertaling het tegengestelde van wat er in het Nederlands staat, bv. op p. 26: Pourvu qu'il dise quelque chose, voor: als hij maar niet iets gaat zeggen, of eenvoudig verkeerd: la corbeille à papier (p. 30) voor de kolenbak. Zo is nog eindeloos door te gaan; als ik door mijn aantekenin- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 44]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gen kijk vallen me steeds weer enormiteiten op die ik niet genoemd heb; voor ieder voorbeeld zijn er nog tien andere, en dat alleen uit de eerste veertig bladzijden. Een meer systematische manier om een tekst te massacreren is niet denkbaar; als Franse lezers in staat zijn om niettemin toch te begrijpen dat het een niet-alledaags boek moet zijn, dan komt dat omdat De Avonden werkelijk een meesterwerk is. Als gevolg van deze affaire heb ik het opnieuw herlezen en er zoals steeds weer allerlei nieuwe aspecten in ontdekt. Ik beken het niet met plezier, maar het is een boek waar ik bijna gelovig bij word, ik bedoel dat er een soort vertwijfeling bestaat die bijna aanvaardbaar maakt dat de mensen godsdienstig worden. In ieder geval een groot boek, en wat mij betreft kan al die flauwe kul over militaire heldhaftigheid en vestingstraf er met vrucht afgelaten worden. Trouwens wat te denken van de tekst op de achter-omslag van de Franse editie, waar te lezen staat dat ‘Fritz van Egters weliswaar een anti-held is maar niettemin de held van een hardnekkige weigering. En als de schrijver hem ver houdt van iedere vorm van openlijke revolte dan is dat, zoals met de personages van Brecht, om ons beter de gedachte van de noodzakelijke revolte over te brengen. De Nederlandse jeugd heeft zich er niet door laten misleiden en heeft van dit boek een boek van radicale contestatie gemaakt. Het heeft inderdaad een krachtig stempel gedrukt op de provo-beweging in Nederland.’ Wat zijn de oogmerken van deze onzin? Commerciële belustheid? De grootheid van De avonden is in mijn oog nu juist dat er een vorm van wanhoop in beschreven wordt, begaanheid met iets, waar geen kruid tegen gewassen is. |