Werken 1965-2000
(2001)–George Kool– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 127]
| |
Sprookjes van de Neef van de Locomotief (1984) aant. | |
[pagina 128]
| |
De haan zonder naamEr was eens een vrouw en die vrouw had twee kippen. Ze had die kippen namen gegeven, de ene heette Suzanna, de andere Isolde. Er was ook nog een haan bij. Maar die hoefde van de vrouw geen naam te hebben. ‘Jij lijkt toch alleen maar op jezelf, haan,’ zei ze. ‘Met de kippen is het iets anders. Hoe zou ik zonder namen kunnen weten op welke van de twee ik het meest gesteld ben?’ De vrouw heette zelf Evelina. Het was een oude vrijster, van het soort dat een hekel aan alle mannen heeft. Dat had de haan heel goed in de gaten. Op een dag ging hij naar Vlissingen en kocht zichzelf een hoge hoed, een zwart herenkostuum, een paar zwarte schoenen en een kettinghorloge. Diezelfde avond belde hij bij haar aan. ‘Wie is daar?’ vroeg de vrouw verbolgen. ‘Wie belt er nu tijdens het journaal bij me aan?’ ‘Ik ben het, de dood,’ zei de haan. ‘O, mijn God!’ riep de vrouw uit. Ze was geweldig geschrokken, kreeg een beroerte en zeeg dood ineen. De haan stond er tevreden bij te kijken. Hij zette de schoenen op het fornuis, gooide het kostuum in de sloot en bracht het horloge naar de kerkvoogdij. Vervolgens trok hij de wijde wereld in. Overal waar hij kwam liet hij zich ‘O, mijn God! De dood van Evelina!’ noemen. |
|