Ellert en Brammert. Een reuzenclaim van een 'Drents' roversverhaal
(2008)–Ruben Koman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 28]
| |
VervolgverhalenIn latere versies van het Ellert en Brammert-verhaal worden nieuwe verhaalelementen aan het verhaal toegevoegd. Wanneer men rond middernacht over de heide ging, dan zag men bij de Moordkuil de schimmen van Ellert en Brammert rondzwerven. ‘Hunne handen rooken nog van het bloed hunner slagtoffers: akelig klinkt hun gegil over de vlakte, tot dat zij met den klokslag van eenen voor het oog verdwijnen. Het graf heeft hun eene rustplaats geweigerd.’Ga naar eindnoot35 In een enkel geval wordt vermeld dat op het Ellertsveld witte wieven worden gezien. Dit zijn de zielen van mensen die door de twee rovers waren vermoord.Ga naar eindnoot36 Op dit verhaalelement kom ik later terug. Ellert en Brammert dienden ook als kinderschrik, om er voor te zorgen dat kinderen niet zouden ronddwalen over het heideveld. Het was gevaarlijk, zeker 's nachts, om in je eentje buiten het dorp te lopen op de heide. Er waren dan wel geen reuzen, maar gevaarlijke rovers konden er wel voorkomen. Zo werd gezegd, wanneer de kinderen niet naar bed wilden: ‘Pas ie op, heur, of ik roep Brammert!’Ga naar eindnoot37 Ouders hebben hun kinderen eeuwenlang bang gemaakt met monsters, die kinderen zouden meenemen en zelfs wurgen of verdrinken. Deze kinderschrik dient om kinderen te laten ophouden met zeuren, ze te beletten gevaarlijke of schadelijke dingen te doen, hen te waarschuwen gehoorzaam te zijn, ze op het goede pad te houden, om hen tijdig naar bed te laten gaan of zelfs uitsluitend tot vermaak van volwassenen.
Ook Joseph Cohen (1917) voegt aan het verhaal van Ellert en Brammert een ‘nieuw’ element toe. Ellert en Brammert zouden roven en moorden, omdat hen was geprofeteerd dat er eens iemand door het veld zou trekken die de sleutel tot geluk bij zich zou hebben. De rovers wilden deze sleutel hebben en ze waren teleurgesteld wanneer ze bij een reiziger slechts goud en zilver aantroffen. Ze vertrouwden elkaar ook niet, omdat ze van elkaar meenden, dat de ander zich op sluwe wijze van de sleutel meester had gemaakt en er niets over had gezegd. In deze versie van het verhaal slaat Ellert een pin in het hoofd van Brammert, zodat hij wordt vastgeklonken aan de bodem. Een dag later pleegt Ellert zelfmoord.Ga naar eindnoot38 | |
[pagina 29]
| |
Ellert slaat een pin in het hoofd van Brammert. ‘Er was een vrouw, die bij het eerste lichten van den dag om hem weende.’ (Cohen, 1917, p. 94)
| |
[pagina 30]
| |
Hunebedden zouden volgens de verhalen door reuzen zijn gebouwd. Zo namen Ellert en Brammert de stenen in hun vestzakken naar Drenthe (hunebed te Borger, foto R.A. Koman 2007)
Een ander verhaal gaat over twee Muntendammer jongens die rond 1880 door het Drentse Gieten liepen. Hier kwamen zij in gesprek met meneer B., hoofd van de school aldaar. Bij de kerk moest een grote zwerfkei hebben gelegen, die hier door Ellert en Brammert was neergegooid. Op de plek waar de steen was neergekomen zou een kerk verrijzen. Een van de reuzen pakte de steen zo hard vast, dat zijn vingerafdrukken nog in de steen waren te zien.Ga naar eindnoot39 Dit laatste verhaalmotief, het zien van een reuzenafdruk in stenen, komt vaker voor in volksverhalen en gaat onder meer over plaatsen waar hunebedden te vinden zijn, zoals in Annen, Rolde, Gieten, Borger, Noordbarge en Lage Vuursche. Ook het hunebed in de Emmerdennen zou de afdruk van een reuzenhand bevatten, al wordt de afdruk ook in verband gebracht met de afdruk van een hoefijzer (al dan niet van het paard van Napoleon).Ga naar eindnoot40
In het Drentse Koekange zouden de twee reuzen ooit een rijke Groninger koopman hebben gedood. Hij had een buidel met 37 goudstukken bij zich. Brammert meende, bij het verdelen, dat hij het laatste goudstuk mocht hebben omdat hij de man had vermoord. Ellert daarentegen meende dat hij het goudstuk mocht hebben, omdat hij de Groninger had beroofd. Het reuzentweetal begon te ruziën, waarna Ellert door een messteek om het leven kwam.Ga naar eindnoot41 |
|