| |
| |
| |
Hoofdstuk 11
Boerenwijsheid en -geloof
11.1 Volksgeneeskunde
‘Volksgeneeskunde is het geheel van alle, onder het volk levende, opvattingen over ziekten en daartegen gebruikte geneesmethoden. Volksgeneeskunst daarentegen is de beroepsmatige uitoefening van volksen natuurgeneeswijze door niet-artsen.’Ga naar eindnoot1
Planten spelen een belangrijke rol in de geschiedenis van de geneeskunde en sommige van de krachtigste genezende stoffen zijn afgeleid van planten. Tegenwoordig wordt het gebruik van kruiden en planten tegen ziekten vaak als ‘alternatief’ bestempeld. Geneeskrachtige kruiden die voorheen in hoog aanzien stonden, worden nu dikwijls gezien als nepmedicijnen of placebo's.Ga naar eindnoot2 Er bestaan talloze opvattingen over ziekten in brede lagen van het volk. Veel van deze denkbeelden die het volk heeft over gezondheid en ziekten en al wat daarmee samenhangt, zijn ontleend aan de Oudheid.Ga naar eindnoot3 Men beweert vaak dat middeltjes uit de volksgeneeskunde geheel of gedeeltelijk in verband kunnen worden gebracht met de ‘officiële’ geneeskunde van de Grieken en Romeinen.Ga naar eindnoot4
Er wordt wel gedacht dat deze middeltjes (al dan niet magisch) mens of dier kunnen genezen. Ziekten werden (en worden) toegeschreven aan geesten, demonen, of aan geesten van overleden voorouders en via het gebruik van bepaalde geneeswijzen konden de geesten worden verdreven of worden overgedragen aan een boom, dier of mens. Genezers, bezweerders, striekersGa naar eindnoot5, wonderdokters en belezers zouden mensen genezen, al dan niet door het opzeggen van bezweringsformules.
Volgens het volksgeloof bezaten heksen gifplanten en toverkruiden, terwijl de (christelijke) duivelbanners daarentegen kwaaddrijvende middelen inzetten.Ga naar eindnoot6
Tegenwoordig heeft in het alternatieve denken onder andere de sjamaanGa naar eindnoot7 een uitgebreide kennis van geneeskrachtige planten en mineralen, en worden ziekten genezen door contact met de geestenwereld. In bepaalde christelijke kringen vinden genezings- en bevrijdingsdiensten plaats en Dalfsenaren reizen af naar Staphorst, om een ziekte ‘over te dragen’ aan een boom, gebruiken ‘geneeskrachtig, vitaal water’ of plaatsen ijzers tegen ‘kankerverwekkende aardstralen’.
Onder het volk leefden/leven deze en andere opvattingen over de genezende werking van allerlei planten, kruiden en andere geneesmiddelen. In de gemeente Dalfsen trof ik tientallen volksgeneeskundige middelen aan, die door velen als boerenwijsheid worden bestempeld. De volksgeneeswijzen zijn al eeuwen in de mondelinge overlevering bekend. Sommige remedies worden door velen geaccepteerd en anderen worden resoluut van de hand gewezen en als onzin, kwakzalverij, duivels of als zondig bestempeld.
| |
| |
| |
11.1.1 Ziekteverschijnselen en hun remedies
De ‘r’ in de maand
‘Alleen als de “r” in de maand voorkwam kreeg je levertraan. Dit werd gebruikt om de weerstand te verhogen. Dat was een bekend verschijnsel. Iedereen kreeg 's avonds voor het naar bed gaan een lepel levertraan. Daarna kreeg je een schepje suiker na, zodat de vieze smaak verdween. De levertraan was een ondersteuning om het tekort van de winter aan te vullen.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot8
| |
Etteren
‘Er werd vroeger gezegd dat als je gevallen was en het ging etteren, je de blaadjes van de weegbree moest gebruiken. Dit was een blad met een punt en een steeltje. De blaadjes moest je uittrekken, zodat de nerf van het blad overbleef. Dit moest je op de wond stippelen.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot9
| |
De hik
‘De hik wordt hier verkocht.’ (Nieuwleusen)Ga naar eindnoot10
Het volksgeloof zegt dat bij hikken het hart groeit. Allerlei middelen werden gebruikt om van de hik af te komen: vlug achter elkaar een glas water leegdrinken, een hapje suiker eten, iets omkeren, driemaal slikken zonder ademen of iemand laten niezen, door prikkeling van het neusslijmvlies.Ga naar eindnoot11 Algemeen is het gebruik dat men iemand moet laten schrikken, waarna de hik verdwijnt.
Een kwaal kon ook aan een ander worden gegeven, bijvoorbeeld onder het opzeggen van een bezwering(sformule).Ga naar eindnoot12 Er zijn talloze hikrijmpjes bekend over het overdragen van de hik.Ga naar eindnoot13 Mijn grootmoeder kende nog het versje: ‘Ik, sprik, sprauw, Ik geef de hik aan jou, Ik geef 'm aan een anderman, Die de hik beter verdragen kan.’Ga naar eindnoot14
| |
Hoofdpijn
‘In de regio Dalfsen en Nieuwleusen moest men het hoofd omwinden of betten met water, azijn of eau de cologne, tegen de hoofdpijn.’ (Dalfsen, Nieuwleusen)Ga naar eindnoot15
| |
Kanker
‘Van kankerkruiden moest je een aftreksel maken tegen de kanker. Tegen allerlei ziekten gebruikte men de wrangewortel, de gedroogde wortels van de “helleborus niger”, de kerstroos genoemd.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot16
‘In Hessem was er een oudere vrouw, mw. Kamphuis (inmiddels overleden, zij is in de 90 jaar geworden). Zij gebruikte het aftreksel van de “kankerplant” (helmkruid) tegen opgezette klieren en gezwellen.’ (Dalfsen: Hessem)Ga naar eindnoot17
| |
Kiespijn
‘Als je kiespijn had, moest je de kies aanstippen met huislook.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot18
‘Bij kiespijn stopte men vroeger zuiveringszout of kinadruppels in de kies.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot19
| |
| |
‘Bij kiespijn werd een watje, gedrenkt in jenever, tegen de kies gehouden.’ (Dalfsen: Ankum)Ga naar eindnoot20
‘Je moest een baaien rok op het kussen leggen en daar op gaan liggen. De kiespijn zou dan verdwijnen.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot21
‘Kuuz'nzeerte. Bij een gaatje werd het met een in vitriool gedrenkte spijker aangestipt, zodat de zenuw dood ging.’ (Nieuwleusen)Ga naar eindnoot22
| |
Koorts, verkoudheid
‘Het hemd andersom aantrekken is een middel tegen de koorts.’ (Dalfsen)
‘Als men de koorts heeft, mag men niet over het water gaan en ook niet in de kerk komen; de adem der menschen is niet goed voor zulke ziektes.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot23
‘Het hemd andersom aantrekken is een middel tegen de koorts’
Men gaf nagels aan een hond of een kat om van de koorts af te komen
‘Om de koorts kwijt te raken, laat men zich de nagels zoo kort mogelijk afsnijden; men doet ze in een papiertje en geeft ze aan een hond of kat, dan krijgt die de koorts. Als men ze verbrandt of weggooit, blijft de koorts ook weg.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot24
‘Als je koorts had en je was erg verkouden gebruikte mijn moeder een wollen lap, waarop uitgekookt varkensvet, dikke reuzel, werd gesmeerd. De lap werd daarna op je borst gelegd. Dat gebeurde hier nogal veel.’ (Lemelerveld)Ga naar eindnoot25
‘Je legde gesneden uien, siepels, naast je bed als je verkouden was.’ (Dalfsen: Hoonhorst)Ga naar eindnoot26
‘De vlier was bässensGa naar eindnoot27 nuttig. Zien bloemschärmen wörden met hönning ekaokt as middel tegen verkaoldheid, ok wörden de bloesem gebruukt umme oen vel in te wrieven, ut wörden dr weer mooi blank van en sproeten gungen dr ok met vot.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot28
| |
| |
| |
Reuma
‘Als voorbehoed- en geneesmiddel tegen reuma moest men in de regio Dalfsen aluin bij zich dragen, zich inwrijven met brandnetels of een tamme of wilde kastanje op zak dragen.
In de regio Hoonhorst en Emmen moest men een tamme of wilde kastanje op zak dragen tegen het reuma.’ (Dalfsen: Emmen, Hoonhorst)Ga naar eindnoot29
‘Je deed barnsteen in je broekzak tegen de heuppijn. Iemand doet dat nu nog steeds. Ook deed je een kastanje in de zak voor pijntjes. Een aantal vrouwen vertelde mij: “Dat dut mien vader nog.” (Dalfsen)Ga naar eindnoot30
‘Brandnetel gebruikte men tegen het reuma. Veel mensen dronken daarom brandnetelthee.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot31
‘Levend hout was de knobbel aan (meestal) een beukeboom. Als je die in je zak had, kreeg je geen reuma. Dit werd ook wel van een kastanje gezegd.’ (Nieuwleusen)Ga naar eindnoot32
Brandnetels uit het 15e-eeuwse ‘Kreutzerbuch’ van Lonitzer. Brandnetels werden in de regio Dalfsen gebruikt tegen reuma
Een hanger met het ‘handje van Fatima’ (een beschermend amulet) en de Nazar, het Turkse afweermiddel tegen het boze oog. Blauw is in Moslimlanden een beschermende kleur. Steeds meer Nederlanders nemen een Nazar mee vanuit hun vakantieadres. Ook in Hoonhorst treffen we er een aan boven een deuropening
Het dragen van een kastanje op zak wordt gezien als een amuletvorm.Ga naar eindnoot33 Een ‘amulet’, ‘talisman’ of ‘fetisch’ is een voorwerp dat dient als voorbehoedmiddel tegen ziekte of andere rampen.Ga naar eindnoot34 In Hoonhorst treffen we
| |
| |
een huis aan met een ‘Nazar’ boven de deurpost, een afweermiddel tegen het boze oog. De inwoner had de amulet meegenomen van vakantie uit Turkije. In Mediterrane landen gelooft men dat iemand met het boze oog de macht heeft om iemand ziek te maken of zelfs te doden.Ga naar eindnoot35 Andere amuletten die tegenwoordig nog voorkomen zijn het dragen van een (christelijk) kruis, sterrenbeelden, of een pentagram.
| |
Ringschurft
‘Huislook gebruikte men tegen de ringschurft. Dat zijn van die rode plekken waar de huid geïrriteerd was. Ik heb ook huislook op de daken gezien, maar weet niets over bijgeloof daaromtrent.’ (Nieuwleusen)Ga naar eindnoot36
Huislook trof men ook aan op het dak van het ‘husie’, het toilet.Ga naar eindnoot37 Het zou helpen voor de gezondheid.Ga naar eindnoot38 Over het toilet, vroeger een plank met een gat er in, zei men in Nieuwleusen: ‘As d'r 'n gat in zit, zit 'r gien gat in; Maor as d'r gien gat in zit, zit 'r 'n gat in.’Ga naar eindnoot39 Het ‘husie’ of ‘'t husien’ werd in Overijssel buiten het huis geplaatst.Ga naar eindnoot40
Als men vroeger huislook op daken aantrof, dan werd dit als toverkruid beschouwd en de vrouwen die in de huizen woonden als toverheksen verdacht gehouden.Ga naar eindnoot41
| |
Steenpuisten
‘Een geraniumblad of een koolblad leg je op een steenpuist. Dan trekt de puist uit.’ (Dalfsen: Emmen)Ga naar eindnoot42 ‘Een koolblad legde je tevens op een verstuikte enkel.’ (Dalfsen: Emmen)Ga naar eindnoot43 ‘Ook als je spierpijn hebt, kun je goed een koolblad gebruiken.’ (Hoonhorst)Ga naar eindnoot44
‘Je moest wegenbree op de steenpuisten leggen. Dat zuiverde de wond en dan ging de puist los. Het werd hier veel gebruikt.’ (Lemelerveld)Ga naar eindnoot45
‘Men vertelde dat je een koolblad op een steenpuist moest leggen.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot46
‘Om van de steenpuisten af te komen ging je naar de waslijn. Daaronder stonden meestal van die wegenblaadjes (wègeblägies). Met twee dagen was de steenpuist open en kwam de prut (dodden) er uit. Het genezingsproces kon dan beginnen.’ (Dalfsen: Oosterdalfsen)Ga naar eindnoot47
‘De wegenbree moest je in het vuur houden, dan op de steenpuist doen en vervolgens verband om het geheel leggen.’ (Oudleusen)Ga naar eindnoot48
De weegbree werd in de regio Dalfsen gebruikt tegen etteren, steenpuisten en zweren
| |
| |
| |
Vlooien
‘In bed deed men vroeger “gagel”. Dat rook kruiderig. De knopjes wreef je fijn in bed, zodat je geen last van vlooien had of er werden vlooienkruidtakken onder het stro gelegd.’ (Dalfsen: Emmen)Ga naar eindnoot49
‘Vlooien: in de oorlogsjaren ('40-'45) werd je hoofd gewassen met teerzeep (tegen vlooien) en je haar gekamd met een “vlooienkam”.’ (Dalfsen: Ankum)Ga naar eindnoot50
Volksgeneeskunde: ‘Met gagel (heester) in bed kom je van de vlooien af’
In het Nieuwleusener dialect kent men de uitdrukkingen: ‘Alles is maar 'n weet en vlooi'n vang'n 'n gauwigheid’Ga naar eindnoot51 en ‘Die springt as 'n vlo in 'n hiete panne’,Ga naar eindnoot52 ofwel: ‘die zit in het nauw’.
Gagel of vlooienkruid te Dalfsen
| |
Wratten
‘Tegen wratten gebruik je “stinkende gouwe”. Dit is een geel plantje, waaruit geel sap komt.
Gouwe groeit overal in Dalfsen op halfbeschaduwde plaatsen.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot53
‘Wratten werden met een brandende sigaar weggebrand.’ (Dalfsen: Ankum)Ga naar eindnoot54
‘Als je van de wrat wilde afkomen, deed je er een draadje strak omheen. De wrat zou dan afsterven.’ (Dalfsen, Hoonhorst, Lemelerveld)Ga naar eindnoot55
‘Om van de wratten af te komen moet je er op de nuchtere maag langs likken.Ga naar eindnoot56
Ook kon je je vinger houden in het regenwater, een plas, boven een koeienvlaai (koeflädde). Dan ging de wrat weg. Dat heb ik overigens zelf ondervonden.’ (Dalfsen: Oosterdalfsen)Ga naar eindnoot57
‘Op een gegeven moment had ik vijftig watten op de armen. Mijn opa pakte dan tuinbonen. Met de basten van de bonen, de binnenkant, wreef hij over mijn armen, waarna hij de basten in de grond stopte. Tegen de tijd dat de basten
| |
| |
verrot waren, zouden mijn wratten verdwenen zijn. Opa Klaas van 't Zand kende dit middel, maar was niet bijgelovig. Vroeger geloofde men dit. Hij was erg gelovig en zei tegen mij als kind: “Zonder het begraven van de tuinbonen waren je wratten ook weggegaan hoor jongen!”’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot58
‘De binnenkant van een tuinboon, het wollige laagje, deed je over wratten. Als je de wratten weg wilde hebben, moest je de wratten verkopen, al kreeg je er maar een cent voor.’ (Dalfsen, Hoonhorst)Ga naar eindnoot59
‘De eerste morgenurine over een wrat werkt geneeskrachtig. Je moet de wrat dan laten opdrogen en mag 'm niet afdrogen.’ (Hoonhorst, Nieuwleusen)Ga naar eindnoot60
‘Om van de wrat af te komen gebruik je ochtendurine of je laat de hond er overheen likken.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot61
‘Zwart naaigaren werd om een wrat heen gelegd. Elke keer werd het iets aangetrokken, totdat de wrat er af viel.’ (Lemelerveld)Ga naar eindnoot62
‘Zaterdag vroeg mijn oom nog om een groene kikker. Die wilde hij over een wrat wrijven. De eerste kikkers in het voorjaar zijn hiervoor het beste te gebruiken. Die sla je met een zeis dood. Het is me overigens niet gelukt er eentje te vangen.’ (Nieuwleusen)Ga naar eindnoot63
‘Je moet “nuchtere spi'j”Ga naar eindnoot64 over een wrat doen, dan gaat de wrat weg.’ (Dalfsen, Nieuwleusen)Ga naar eindnoot65
‘Om van de wratten af te komen legde je gesponnen draad, breigaren, onder de drempel. De persoon die de wratten had, mocht dit niet weten. De wratten zouden weggaan als de persoon een aantal keer over de drempel was gelopen.’ (Nieuwleusen)Ga naar eindnoot66
‘Als je elke morgen een lapje met groene zeep over de wrat deed ging de wrat weg. Dat hielp bij mij ook.’ (Nieuwleusen)Ga naar eindnoot67
Een man houdt zijn wrat in de damp van een koeienvlaai
| |
| |
‘Mijn moeder of vader zei dat je een weegblaadje over de wrat moest doen. Dat maakte de wrat rijp.’ (Oudleusen)Ga naar eindnoot68
‘Paardenzweet zou helpen tegen de wratten, heb ik wel es gehoord. Het zou zelfs 's morgens gebruikt moeten worden, geloof ik.’ (Oudleusen)Ga naar eindnoot69
‘Insmeren met de binnenkaante van grotebonenbastenGa naar eindnoot70, die basten begraven, en tegen det die basten verrot bint, bint oen wratten en moedervlekken vut.
Wratten tellen, zovölle knuppen in een touwgie lengen as dè-j wratten hebt, 't touwgie twie spit diepe in de grond stoppen en as det verrot is bi-j de wratten kwiet.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot71
Het gebruik van de ‘stinkende gouwe’ tegen wratten is alom bekend. Ter behandeling van wratten moet het melksap van de ‘stinkende gouwe’ aangebracht worden, wat daarna moet drogen en zo lang mogelijk moet inwerken. Dit moet je daarna dagelijks een lange tijd blijven doen.Ga naar eindnoot72 In een middelnederduits medicijnboek werd de stinkende gouwe al gebruikt als genezend middel voor de ogen.Ga naar eindnoot73 Een andere naam voor de plant is ‘ogenklaar’, de plant die de ogen klaart (verheldert).Ga naar eindnoot74
De dauw boven de koeienvlaai zou een goed middel zijn tegen vele kwalen.Ga naar eindnoot75 In het volksgeloof werd de dauw vooral gebruikt bij oogaandoeningen, zomersproeten, rimpels en bij huidzeer en in het bijzonder in de Sint Jansnacht. Dauw weerde de boze geesten.Ga naar eindnoot76
In Dalfsen werden tuinbonen in de volksmond ‘oldewievenbonen’ genoemdGa naar eindnoot77, al stonden ze ook wel als ‘grote sloffen’ of ‘tuinsloffen’ bekend.Ga naar eindnoot78
Paardenzweet werd algemeen beschouwd als een vruchtafdrijvend middel. Daarnaast zou het slapen in een bezwete paardendeken bescherming bieden tegen de luizen.Ga naar eindnoot79
Maar waarom werken de middelen dan toch niet altijd? In het volksgeloof is het van belang dat de geneeswijzen van wratten onbekend blijven. Hoe meer bekendheid aan de tovermiddelen wordt gegeven, hoe minder effectief de geneeswijzen worden. Het opschrijven van deze wrattengeheimen kan volgens het volksgeloof dus al funest zijn.Ga naar eindnoot80
| |
Zweren
‘Je moest over een zwerende vinger plassen. Dat zuiverde.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot81
‘Grotebonenbasten of het binnenste van wegbladen moest je in kokend water leggen. Dan was het spul zuiver. Daarna deed je het op een zwerende vinger.
‘De weegbree moest je op een zweer leggen. Dan ging die weg,’ aldus vertelster mw. Meijerman-Spijkerman, hier afgebeeld in Dalfser klederdracht (Mw. Meijerman is te zien in zondagse dracht; een knipmuts met een achterstrook van stiptule en een brede strook Brussels kant, een feestelijke hoed en een bloedkoralen ketting met gouden slot. Daarnaast zijn bijpassende mutsenbellen met bloedkoraal te zien)
| |
| |
Een zwerende vinger klopt altijd. Er is hier een gezegde: “Het klopt als een zwerende vinger”.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot82
‘Een koolblad gebruikte je voor zweren in de hand. Dan geneest 't weer.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot83
‘De wegenbree moest je op een zweer leggen. Dan ging die weg.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot84
| |
11.1.2 Overdragen van een ziekte
‘Ik kende hier het overgeven van een ziekte aan een boom. Je maakte een sneetje in je arm en hield je arm dan tegen een boom. Het bloed van je arm liet je dan tegen de boom stromen. Zo zou je worden genezen.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot85
Nieuwleusenaar Wim van der Veen ontdekte eind 1995 een geneeskrachtige boom, een den, in de Zwarte Dennen in Staphorst. De paragnost adviseerde zijn cliënten om één of meerdere keren een kwartier tot een halfuur tegen de boom te gaan staan of te zitten. Vele mensen zeiden dat het hielp, waardoor veel belangstellenden naar Staphorst afreisden. Bepaalde kringen namen aanstoot aan dit gebeuren. De boom werd zwaar beschadigd en in december 1996 door christenen omgehakt. Tegenwoordig heeft de boom een opvolger in de Zwarte Dennen, maar de exacte locatie wordt geheimgehouden. Heden ten dage zijn er nog steeds mensen uit de regio Dalfsen die op aanraden van Wim van der Veen regelmatig naar Staphorst vertrekken om een aantal keer tegen de bewuste boom te gaan zitten of staan, zodat stress en andere klachten verdwijnen.Ga naar eindnoot86
Vroeger geloofde men dat in de bomen geesten van helden of verslagenen of zielen huisden. Men zei dan ook dat een boom ‘bloedde’ als hij verwond was. De laatste sporen van de ‘boomdienst’ zijn ver in de christelijke tijd na te gaan, onder andere in de verering van mirakelbomenGa naar eindnoot87 en nu nog in de genezende bomen in de Zwarte Dennen te Staphorst.
Bij dauwworm hing men een koerende tortelduif boven de wieg
‘Mijn zoon had als kind last van dauwworm. Hij had een erg ruwe huid in het gezicht. Meneer en mevrouw B. uit Nieuwleusen waren bij mij en zeiden dat ik de “oltdoeve”, de houtduif, moest meenemen. Ik moest een wollen doek voor de kooi hangen. Die doek zou het stof van de duif opvangen. 's Morgens deed ik de doek om het gezicht van mijn zoon heen. De kinderwagen zette ik ook in de buurt van de kooi. En het hielp! Binnen
| |
| |
drie tot vier weken was het over. De dokter zei daarop: “De zalf heeft goed geholpen, zie ik!” Ik vertelde het verhaal van de tortelduif en dat ik de zalf had weggegooid. De dokter zei hierop: “Geloof je nog in die flauwekul?!” Maar het werkte erg goed! De houtduif was wel binnen een week dood. Misschien had de duif de ziekte overgenomen? Ik weet het niet.’ (Dalfsen, Nieuwleusen)Ga naar eindnoot88
‘Boven het bed van een kind met dauwworm werd een kooitje gehangen met een duif er in, zo'n kleine indische duif. 'n Duif stoft altijd.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot89
Ook in Friesland en elders in Nederland is de opvatting bekend dat men bij dauwworm een koerende tortelduif boven de wieg moest hangen of een zakje met ‘dauw’pieren (een soort worm) om de hals moest dragen.Ga naar eindnoot90
| |
11.1.3 Striekers en belezers
‘Ik werkte bij een vrouw in Balkbrug, die erge last van haar rug had. Daarop kwam Gerrit Luten uit Nieuwleusen langs. Hij was een strieker en kon mensen genezen (de vertelster maakt met de hand een strijkend gebaar over haar lichaam van beneden naar boven en slaat vervolgens met haar hand “iets denkbeeldigs” weg).
Luten was een magnetiseur en streek dan met zijn hand over haar rug. Hij was overigens een heel gelovige man.’ (Dalfsen: Welsum; Nieuwleusen)Ga naar eindnoot91
‘Te RechterenGa naar eindnoot92 kan een vrouw van het venijnGa naar eindnoot93 genezen door met een paar stroospiers over de vingers te strijken, onder het prevelen van onverstaanbare woorden.’ (Dalfsen: Rechteren)Ga naar eindnoot94
‘Om van de geelzucht af te komen, brengt men zijn hemd naar de pseudodokter en de geelzucht blijft weg. (Men weet niet wat er met zoo'n hemd gebeurt).’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot95
Een strieker (strijker of magnetiseur) meent een ziekte te kunnen genezen door er overheen te strijken, vaak onder het opzeggen van een spreuk. De strieker bestrijkt, beleest of bezweert de ziekte.Ga naar eindnoot96
| |
11.1.4 Het Staphorster Boertje
‘In de jaren twintig of dertig van de vorige eeuw ging mijn vader uit Oudleusen op pad naar “'t Staphorster boertje”. Deze man had natuurlijke drankjes en zalfjes, ook tegen steenpuisten.’ (Dalfsen: Emmen, Oudleusen)Ga naar eindnoot97
‘Het Staphorster boertje verkocht geneeskrachtige kruiden. Hij gaf ook consults en was een soort wonderdokter.’ (Dalfsen: Ankum)Ga naar eindnoot98
‘Het Staphorster boertje verkocht paardenmiddelen en was een soort wonderdokter.’ (Hoonhorst)Ga naar eindnoot99
‘Het Staphorster boertje had medicijnen, bijvoorbeeld tegen de jicht een wonderolie. Hij had zijn eigen etiketten op de flesjes: “De Staphorster boer.” (Dalfsen)Ga naar eindnoot100
Peter Stegeman (1840-1922) stond bekend als het Staphorster Boertje. Officieel was hij tot 1900 timmerman en later landbouwer. Vanaf circa 1890 tot 1920 was hij in vrijwel heel Midden-Nederland bekend als kruidendokter. Als niet gediplomeerd, en daarom onbevoegd, genezer trok hij zeker een kwart eeuw lang talloze zieken aan.Ga naar eindnoot101 ‘Boertje’ zou geen verkleinwoord zijn van
| |
| |
‘boer’, maar volgens Stegeman een verkorting van ‘Boerhave’.Ga naar eindnoot102
Advertentie van het Staphorster boertje (ca. 1926)
Het Staphorster Boertje, dat bekend stond als ‘professor’ en ‘dokter’ hield geregeld lezingen in Amsterdam, Deventer, Steenwijk, Zwolle en andere plaatsen. Iedere dag van de week gaf hij een consult in een andere plaats. Zondag hielp Stegeman alleen mensen als het erg dringend was. Het aantal patiënten dat in de loop der jaren het boertje consulteerde moet in de tienduizenden hebben gelopen.Ga naar eindnoot103
Het medische beroep was destijds, zoals nu, wettelijk beschermd. Alleen onder zeer speciale omstandigheden mocht een leek geneeskundige handelingen verrichten. In de praktijk gaf iedereen wel eens advies bij een ziekte, zoals blijkt uit de vele vormen van volksgeneeskunde, die ook in de regio Dalfsen bekend zijn.Ga naar eindnoot104 De grens van het toelaatbare was overschreden wanneer een leek, iemand die niet bevoegd was, zijn of haar bedrijf of beroep van het genezen maakte en er een beloning voor vroeg.Ga naar eindnoot105
Stegeman kreeg diverse boetes en werd door enkele medici als misdadiger bestempeld.Ga naar eindnoot106 In 1895 werd hij viermaal veroordeeld: tweemaal te Steenwijk, eenmaal in Heerenveen en eenmaal in Den Haag. In 1901 werd hij geconsulteerd door de Zuid-Afrikaanse premier Paul Kruger. Het aantal confrontaties met justitie was talrijk, zodat hij zich vanaf 1900 liet bijstaan door de gediplomeerd medicus Voorman. Toen deze in 1906 overleed, zette Stegeman zijn praktijken weer alleen voort. ‘De vereering voor dien man is echter zo groot dat geen getuigen zijn te krijgen’, meende de voorzitter van de Geneeskundige Raad van Overijssel.Ga naar eindnoot107
De vervolgingen hadden een averechts effect. Over het algemeen versterkte het optreden van justitie Stegemans populariteit eerder dan dat deze er door afnam. Zijn roem steeg met de dag.Ga naar eindnoot108 Voor het publiek was het grotendeels achterwege blijven van vervolgingen des te meer een bewijs voor de vaardigheid van de genezer.Ga naar eindnoot109
Het Staphorster Boertje schreef druppels, poeders en kruiden voor. Een patiënt met prostaatklachten kreeg overigens dezelfde druppels als iemand met ‘habitueele hoofdpijn’.
Kanker kon worden genezen met een mengsel van zoethoutpoeder, dubbelkoolzure soda en zwavelzure magnesia (Engels zout). Tegen duizelingen gebruikte hij ‘roode terpenthijn en aether, welke druppels eveneens goed waren voor toevallen en langdurige hoofdpijn.’ Voor minder algemene kwalen gebruikte Stegeman bijvoorbeeld paardenstaart en duizend-guldenkruid tegen doofheid.Ga naar eindnoot110
| |
| |
Na het overlijden van de heer Stegeman zetten zijn zoons het werk voort en later hun nakomelingen en regent het veroordelingen tot 1930. In 1938 wordt de naam ‘Staphorster Boertje’ wettig gedeponeerdGa naar eindnoot111 en rond 1939 verschijnen nog geregeld advertenties in de Dalfser Courant over zittingen van het Staphorster Boertje, alias L. Stegeman Pzn.Ga naar eindnoot112
Het Staphorster Boertje werd door de Vereniging Tegen de Kwakzalverij begin deze eeuw uitverkozen als één der ‘Twintig Grootste Kwakzalvers van de 20e Eeuw’, op plaats vijf.Ga naar eindnoot113
| |
11.1.5 Aardstralen en wichelroedelopers
‘Tegen aardstralen moest je “roestige spiekers”, spijkers, onder 't bed doen of het bed verplaatsen.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot114
‘Tegen aardstralen legde je een stuk plastic onder de vloer. Dat zou de aardstralen tegenhouden.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot115
‘Onder veel huizen en boerderijen in Dalfsen zouden aardstralen zitten. Veel mensen kunnen niet slapen door de aardstralen en kinderen liggen veel wakker. Dat hoor je nu overal, ook in de nieuwbouw. Tegen de aardstralen zetten ze een pen in de grond, op advies van een wichelroedeloper. Bij de buren bij mijn dochter in Dalfsen staat ook zo'n ijzeren pen in de grond. En het helpt!’ (Dalfsen, Oudleusen)Ga naar eindnoot116
‘Onze woning en ook de voormalige boerderij, wat nu woonruimte is, staan op aardstralen. Dat zijn sterke wateraders in de bodem. Ik kan me nog heel goed herinneren dat als er een kind op een bepaalde manier in zijn ledikantje werd gelegd, hij toch andersom wakker werd. Steeds weer. Nadat het ledikantje was verplaatst gebeurde dit niet meer. Ook kon het vee niet op bepaalde plaatsen staan. Het moest dan verplaatst worden.
Als klein kind zag ik hier bij de boerderij al wichelroedelopers om ons van het euvel te verlossen. Er werd toen op twee plaatsen een zogenaamd “bronkastje” neergezet. Deze kastjes bewerkten 8 × 8 × 8 meter met een draadje aan de bedspiraal en een draadje met koperen plaat op de grond. Wij konden weer rustig slapen. Als er een draadje los ging begon de ellende weer. Zo ook op een keer dat na de schoonmaak vergeten was om het kastje aan te sluiten. Ewbert-ome kwam 's morgens het bed niet uit. Stieve botten was de oorzaak. Toen we later eens een kastje openmaakten, vonden we slechts enkele fietskogeltjes in zilverpapier. In de 80-er jaren zijn er door iemand koperen staven in de grond gestopt, maar jammer genoeg waren deze niet zo “sterk” om de straling weg te nemen. Er werd wel goed voor betaald. Daarom is in 1996 de hele boel doorgemeten en heeft een pendelaar uit de buurt twee metalen bogen in de grond gelegd. Vanaf dat moment hebben we geen last meer. Veel mensen zetten vraagtekens bij het woord “aardstralen”, maar wij zijn er mee opgegroeid en hebben gemerkt en gezien wat ze kunnen aanrichten.’ (Dalfsen: Oosterdalfsen)Ga naar eindnoot117
‘Hier in huis zouden aardstralen zijn. Iemand voelde dat, Wim van Lenthe. Hij kon op een bepaalde plek in huis niet fijn zitten.’ (Oudleusen)Ga naar eindnoot118
‘Nieuw’ volksgeloof is het geloof aan zogenaamde storingszones: de aardstralen,Ga naar eindnoot119 al wordt het fenomeen al in 1896 voor het eerst beschreven door Becquerel.Ga naar eindnoot120 Aard- | |
| |
stralen zijn lijnen of bundels van lijnen die van de aarde uitgaanGa naar eindnoot121 en worden in het volksgeloof wel beschouwd als uit de aarde voortkomende ‘stralen’, die slapeloosheid, zenuwachtigheid, kanker en allerlei andere kwalen veroorzaken.Ga naar eindnoot122
In de jaren vijftig van de vorige eeuw beschermden honderden boeren zich tegen aardstralen in hun akkers.Ga naar eindnoot123 Ook tegenwoordig is dat nog het geval op een aantal plaatsen in Dalfsen, zo blijkt uit verschillende verklaringen. Het is opvallend hoeveel boeren en buitenlui iets in of op hun land hebben geplaatst tegen aardstralen.
Volgens het volksgeloof gaat er een schadelijke werking op mens en dier uit van ‘waterader-uitstralingen’.Ga naar eindnoot124 Zo werd gezegd dat wanneer vee in de stal op een plaats staat waar aardstralen elkaar kruisen, dat buitengewoon schadelijk is. ‘Er gaat van deze bestraling een levenwerende werking uit.’Ga naar eindnoot125
In de overwegend christelijke regio Dalfsen werd en wordt het werken met aardstralen vaak als zondig gezien. Vanuit de christelijke optiek is de aarde een schepping van God en niet een bron van kosmische energie.Ga naar eindnoot126 Zij die een andere mening hebben, kunnen via een VVV-gids met een bijgeleverde wichelroede ‘verborgen oerkrachten’ ontdekken.Ga naar eindnoot127
‘Adriaan Verhoeven uit Dalfsen ging met zijn wichelroede op zoek naar water. Als je geen water of aardstralen kon vinden, zei men: “Moet je Hulsegger bellen!” Die kwam van buiten de regio.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot128
‘Wichelroedelopers... aardstralen? Lamstralen!’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot129
‘Een boer in de Marshoek sliep altijd slecht en had altijd pijn. Toen hebben ze een wichelroedeloper laten komen. Hierna had hij geen klachten meer. Dit was in de jaren zestig.’Ga naar eindnoot130
‘De opa van mijn vrouw bewoog met een stok tegen de aardstralen. De zuster van mijn vrouw gebruikt dat ook, bijvoorbeeld als de varkens niet drachtig worden of als de kinderen veel huilen. Zij is met de helm geborenGa naar eindnoot131 en heeft die gave. Hier in huis is ook een koperen plaat in de grond aangebracht tegen de aardstralen.’ (Lemelerveld)Ga naar eindnoot132
Het uitslaan van de wichelroede bij de roedeloper zou de aardstralen kunnen aantonen.Ga naar eindnoot133 De wichelroede is een soort detector met twee uiteinden, waarmee de pendelaar verborgen dingen kan opsporen, zoals water. Wanneer het gezochte aanwezig is, zal de wichelroede uitslaan.Ga naar eindnoot134
Met de wichelroede was het aan bepaalde personen gegeven om verborgen schatten en water aan te wijzen. Daarvoor nam men de twee uiteinden van de vork in de beide handen en hield men de roede recht voor zich uit. Waar goud of water in de grond zat, bewoog de tak zich naar de grond.Ga naar eindnoot135
Veel inwoners van de voornamelijk christelijke regio Dalfsen zien wichelarij, net als het raadplegen van de sterren, kaarten en kristallen bollen, als duivels of zondig.
| |
11.1.6 Vitaal water
‘De heer Leliveld vitaliseert water. Het water verandert van structuur, en wordt gebruikt voor planten en om mensen mee te genezen.’ (Oudleusen)Ga naar eindnoot136
‘Over de vitaliser kan ik zeggen: 't Zit tussen de oren en het werkt prima. Ik zie het met mijzelf en de kippen zien er ook prima uit. Je kunt het niet bewijzen, maar door vitaal water zou ik nu ook vitalere kuikens moeten krijgen. Vitaal
| |
| |
water brengt de boodschap over. Vóór de vitaliser moest ik twee losec-tabletten per dag nemen voor de maag, nu met de vitaliser heb ik aan één genoeg. Mensen doen er lacherig over, maar ik wil de vitaliser niet meer kwijt. Onze kleinzoon moest eerst Bar le Duc water hebben bij de voeding maar krijgt nu gevitaliseerd water en het gaat prima met zijn darmen. Onze dochter en schoonzoon hebben dus nu ook een vitaliser en willen hem niet meer kwijt. We hadden wat problemen met de kippen en daarom zijn we met de vitaliser begonnen.
Al zeggen sommigen dat het duivels is, dat is flauwekul. Als je iemand gaat aanbidden, dan is iets pas duivels! Het is gezond water. Ik voel me er heel prettig bij en dat is het belangrijkst, ook al zit 't tussen de oren, volgens de beste stuurlui.’ (Oudleusen)Ga naar eindnoot137
‘In de familie hadden ze een vitaliser en dat zou goed helpen voor vele doeleinden, maar ikzelf dacht: “Het zal wel.” Toch liet ik Leliveld in 2002 komen. Hij zei: “Je hebt last van straling van een zendmast en de vitaliser zal hier goed werken. Als het niet werkt, krijg je je geld terug. Toen vroeg hij: “Mag ik misschien even rondkijken op het tuindersbedrijf?” Hij zag dat verschillende dingen wel beter konden, bijvoorbeeld de smaak en de stevigheid van de vruchten. En zo zijn er drie vitalisers geplaatst over het gehele bedrijf. Om alles beter te laten groeien en bloeien voor mens, dier en plant. En het werkt. De mensen werden fitter en het fruit, de aardbeien, bramen, frambozen en rode bessen waren steviger en fijner van smaak. Ook de asperges gaven goed resultaat. En het apparaat werkt tevens tegen aardstralen. Tevens kan men veel minder voedings-, en bestrijdingsmiddelen gebruiken, wat in de portemonnee dan ook heel goed te merken is. Zo verdien je de vitaliser vanzelf terug. Sommige mensen komen speciaal gevitaliseerd fruit en asperges bij ons kopen en voelen zich er fijn bij.
Je ziet het verschil ook als het vriest in de kas. Dan zitten er prachtige vorstbloemen op de ruiten. Vroeger had je die niet. Dit is echt zichtbaar om te laten zien. Ook gaan er mensen naar Leliveld toe met bakjes water om te laten controleren of er een vitaliser nodig is. Daarnaast kan hij mens en dier behandelen met de handen.’ (Oudleusen)Ga naar eindnoot138
‘Gevitaliseerd water is leidingwater dat door een natuur-getrouwe methode van behandeling levensopbouwende krachten in zich heeft opgeslagen. Energetisch wordt het water door vitalisering een zuiver en levend water, dat niet alleen het fyieke lichaam en de auraGa naar eindnoot139 schoont, maar ook een ondersteuning is van de fysieke processen.’Ga naar eindnoot140 Het gevitaliseerde water zou zorgen voor betere ontgifting, reinigt en regenereert de lichaamsvloeistoffen, schoont de aura en werkt aardend. Het zou harmoniserend en opbouwend zijn voor elk levend organisme, zacht en weldadig aanvoelen en energie geven.Ga naar eindnoot141 Het wordt ook wel gezien als een ‘levenselixer’.Ga naar eindnoot142 Het belangrijkste aspect van givitaliseerd water is in het geloof de positieve uitwerking op de gezondheid van mens, plant en dier.Ga naar eindnoot143
De in de regio Dalfsen bekende ‘vitaliser’ is een apparaat dat de watermoleculen opnieuw organiseert en dat via de heer Leliveld aan de man wordt gebracht. Leliveld stond in Zwolle bekend als ‘de Indiaan’ en in Oudleusen als ‘de 'paardendokter.’ Sommigen in de regio vinden het werk van
| |
| |
Leliveld duivels, maar volgens Leliveld heeft ook een aantal dominees de vitaliser aangeschaft.Ga naar eindnoot144 In Nieuwleusen stond het werk van Leliveld centraal tijdens een kerkdienst in de Grote Kerk. ‘De vitaliseerder van Boudewijn Leliveld uit Oudleusen is misschien enigermate een symptoombestrijder. Doet het water meer recht dan de vervuilende technische benadering. Maar gevaar dat het toch weer binnen het krachtenveld van de begeerte gebruikt wordt is heel groot. Ik wil net als die en die mooie aardbeien, een gezond lichaam, enzovoort.’Ga naar eindnoot145
Boudewijn Leliveld uit Oudleusen, ook werkzaam als docent Tibetaanse en Chinese geneeswijze, geeft gewoon leidingwater ‘ongekende vitaliteit’. Dat doet hij door middel van een zo'n duizend euro kostende vitaliser, een apparaat dat hij achter de hoofdkraan van de waterleiding plaatst. Enkele honderden mensen hebben in binnenen buitenland er al profijt van en mens en dier zijn vitaler dan ooit. De vitalisers ‘brengen’ trillingen aan en kunnen de gewenste informatie overbrengen, aangezien water ‘geheugen’ zou hebben.Ga naar eindnoot146 Klachten komen volgens Leliveld onder meer door zendmasten en hoogspanningsleidingen en de digitale huistelefoon.Ga naar eindnoot147
Steeds meer bedrijven houden zich bezig met watervitalisering, vooral in Zuid-Duitsland en Oostenrijk, waar watervitaliseringsystemen veel meer worden geaccepteerd dan in Nederland. Het fenomeen van watervitalisering wordt binnen de wetenschappelijke wereld meestal ontkend.
Water verandert volgens promovendus ir. Cees Kamp wanneer het gevitaliseerd wordt. Bij deze wijze van vitaliseren wordt het water langs speciaal keramiek gevoerd. Het krijgt hierdoor meer vitaliteit. ‘Deze methode van werken met water is wetenschappelijk omstreden en wordt nog niet begrepen. Terwijl in de praktijk al wel goede resultaten behaald worden is de werking nog niet verklaard.’Ga naar eindnoot148 Veel wetenschappers zien de watervitalisering dan ook als ‘kwakzalverij’ of ‘zweverig’. ‘Puur geloof. Ik houd het liever op betrouwbaar Nederlands leidingwater! Met vitaal water zoekt men de associatie met een heldere bergbeek. Dat zou het magische effect moeten hebben. Kortom, dit is een recente vorm van kwakzalverij. Waarom zou je energie steken in het wetenschappelijk benaderen van kwakzalverclaims?’, aldus Prof. Martien Cohen Stuart, hoogleraar fysische chemie en kolloidkunde.Ga naar eindnoot149
Groentekweker Eef Stel uit Ankum had vanaf zijn zestiende last van spit. Na het gebruik van het ‘vitaliserende water’ waren de klachten minder geworden. Zijn groenten zijn beter geworden, gerenommeerde koks weten zijn kas te vinden. Hij kan het niet verklaren, maar meent dat de vitaliser werkt. ‘En als je je handen boven een veld bieten houdt, dan weet je niet wat je voelt. Zoveel trillingen, het is net alsof het tocht.’ Chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt hij niet meer en luis is verdwenen.
Groenten- en aardbeienkweker Ernie van der Kolk uit Oudleusen heeft betere aardbeien. De aardbeien zijn inmiddels een gewild product bij bakkerijen in de hele omgeving en zijn asperges vinden hun weg naar alle gerenommeerde restaurants in de omgeving.
De paarden van Gerard en zoon Johan Hebben uit Lemelerveld verkeren sinds krap twee jaar in een blakende gezondheid. Een satijnen velletje, glimmende manen, gladde hoeven, geen wormen. Na veertien dagen vitaliser ‘kende je de paarden niet meer.’ De vijf jaar daarvoor hadden de paarden wisselende klachten. Leliveld zei: ‘Er zijn bij jullie veel meer problemen. Heb je een transformatorhuisje bij huis?’ Dat bleek te kloppen. En hij zei ook: ‘Je leeft op de korte golf, je hebt je paarden niet voor elkaar, de informatie van de paarden neem je over op je ei- | |
| |
gen lichaam.’ Leliveld kwam kijken en noemde zo de klachten van de paarden op. Eens had Hebben zijn beide hielbenen gebroken, maar nadat hij een vitaliser heeft aangeschaft loopt hij weer de gehele dag. Ook opgegeven kreupele honden genezen, die nu weer meedoen aan concoursen. Daarnaast rijdt de vrachtwagen een stuk zuiniger, zo meent Jan van Tolij uit Oudleusen, sinds Leliveld een vitaliser in de wagen monteerde.Ga naar eindnoot150
| |
11.2 Weerregels en weervoorspellers
‘De hanen, katten en honden, zo men dikwijls heeft bevonden, zeggen 't weer van dag tot dag nog beter dan den Almanach’Ga naar eindnoot151
Onder het volk leven talloze volksgezegden en volksopvattingen betreffende het weer. De wetenschap heeft weinig op met de vele volksrijmpjes, al wordt ook beweerd dat er een grote kern van waarheid in te vinden is. Niet alle meteorologen staan sceptisch tegenover de ‘volkse’ weerwijsheden, die in tal van landen bekend zijn, een eeuwenoude traditie hebben en in de volksmond bewaard zijn gebleven.Ga naar eindnoot152 Sommige gezegden hebben wellicht hun oorsprong in oude mythische opvattingen, maar dat weten we niet zeker. Al zouden de professionele weerkundigen alle spreuken en gezegden over het weer aan de kant werpen, het volk blijft er toch grote waarde aan hechten, zo merkte ik ook tijdens mijn gesprekken met bewoners in de gemeente Dalfsen.
| |
11.2.1 Mensen
‘Mensen die reumaGa naar eindnoot153 hebben voelen ook wanneer het gaat regenen.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot154
Mw. J.H.S. uit Dalfsen vertelde dat als je geopereerd werd en het slecht weer werd, het behoorlijk zeer deed. (Dalfsen)Ga naar eindnoot155
Sommige mensen zouden in hun eksterogen als het ware een barometer bezitten. Dit geldt eveneens voor mensen met reuma.Ga naar eindnoot156 In Dalfsen zei men rond de jaren vijftig van de vorige eeuw dat het ging regenen als ‘Aaltje’, een meisje met het syndroom van down, de verrotte palen bij de boerderijen ging controleren. Zij zou hier een voorgevoel voor hebben gehad.Ga naar eindnoot157 Men geloofde in andere delen van ons land ook dat het ging regenen als er een scharenslijper voorbij kwam, een gebochelde passeerde of als men iemand zag lopen met een zeer breedgerande hoed op.Ga naar eindnoot158
| |
11.2.2 Dieren
‘De katte wentelt op de rugge, d'r kump sni'j’ (Nieuwleusen)Ga naar eindnoot159
Als het sneeuwt zegt men in het dialect: ‘d' Olde wiêmGa naar eindnoot160 schud 't bed uut’Ga naar eindnoot161 of ‘de witte bij'n vliegt’ (Nieuwleusen).Ga naar eindnoot162
‘As de kipp'n in de reeg'n blieft loop'n, wordt 't daags niet dreuge.’ (Nieuwleusen)Ga naar eindnoot163
‘Als mijn grootvader zei: “D'r is brom in de lucht”, dan was er goed weer op komst. “Brom” waren de insekten die zoemden.’ (Nieuwleusen)Ga naar eindnoot164
‘Als de koeien met de staart omhoog achter elkaar lopen, hardlopen, dan krijg je regen.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot165 Over koeienstaarten kende men ook de uitdrukking: ‘As d'r ien koe bist, steekt d'aandern de start omhoog.’ (Nieuwleusen)Ga naar eindnoot166
‘Mijn moeder zei altijd: “We krijgen regen, want de botten doen mien zo zeer. Het kwam soms ook nog uit! We hadden vloeren van “dodenkop”, een rood poeder dat als harde verflaag op de vloer zat.
Als die doornat was, dan kreeg je regen.’ (Oudleusen)Ga naar eindnoot167
‘De koeien gaan met de kont naar 't weer is een teken dat het slecht weer wordt.
Dan ging de wind tegen de kont aan, niet
| |
| |
tegen het hoofd en gaan ze bij elkaar staan.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot168
‘Als de zwaluws hoog zouden vliegen zou er geen regen komen. De volgende dag was het toch slecht weer! Het is dus flauwekul.’ (Dalfsen)Ga naar eindnoot169 Als je de zwaluwen laag ziet vliegen, komt er regen.’ (Dalfsen, Welsum)Ga naar eindnoot170
Volksweerkunde: ‘Als koeien de staart omhoog gooien krijg je regen’
‘De witte bij'n vliegt...het sneeuwt!’
Ganzen vliegen in een V-vorm. ‘Het gaat vriezen!’
‘Slecht weer was op komst als men zei: “De vark'ns loopt met stroo ien de bek”.’ (Nieuwleusen)Ga naar eindnoot171
‘Als ganzen in een V-vorm vliegen krijg je vorst.’ (Dalfsen: Welsum)Ga naar eindnoot172
Over vorst ging ook de volgende opvatting in Lemelerveld:
‘Je kreeg nachtvorst als men op een winterdag de treinen hoorde razen, want dan was er noordenwind. Het was de goederentrein in de avond of de nacht, de trein van Ommen of Almelo naar Zwolle. Mijn vader vertelde me dat altijd, maar ook meerdere anderen kenden deze uitdrukking. Het was een gegeven. Dan kreeg je nachtvorst of in ieder geval winter.Ga naar eindnoot173 Er was hier vroeger nog niet veel bebouwing, een open gebied, dus je hoorde alles beter.’ (Lemelerveld)Ga naar eindnoot174
| |
| |
Over de noordenwind in april zei men in het Nieuwleusener dialect: ‘Noordenwiend in april: Ze gef niks en ze nemt niks.’ Er groeit dan niks, maar er vriest ook niets dood.Ga naar eindnoot175 Over april op zijn beurt: ‘April guur en nat, vult schuur en vat’.Ga naar eindnoot176
| |
11.2.3 Hemellichamen
‘Hij antwoordde: “Is de lucht 's avonds rood, dan zegt u: “Het wordt goed weer.” Is de lucht 's morgens rood, dan zegt u: “Het wordt slecht weer.” U ziet aan de lucht wat voor weer het wordt. Maar in wat voor tijd u leeft, daar hebt u geen inzicht in!’Ga naar eindnoot177
‘Met opgaonde maone, kriej' goed weer Met aofgaonde maone, kriej' reeng'n Met volle maone gien reeng'n As de maone op de rugge ligt, kriej' reeng'n.’ (Nieuwleusen)Ga naar eindnoot178
‘Avondrood, mooi weer aan boord Morgenrood, plump in de sloot.’ (Dalfsen, Welsum)Ga naar eindnoot179
Volksweerkunde: ‘Morgenrood, plump in de sloot’
‘Een kring om de zon had ook een betekenis, zo vertelden ze hier, maar de betekenis weet ik niet meer.’ (Dalfsen: Welsum)Ga naar eindnoot180
‘Een kring om de maan, dan kwam er “dooi weer”, zei m'n vader.’ (Hoonhorst, Lemelerveld)Ga naar eindnoot181
‘As de zunne zakt in 't Westen, dan werkt de lui'n um best'n.’ (Nieuwleusen)Ga naar eindnoot182
‘De zunne schient gelp, dat is een waterig zonnetje; er komt vast regen aan.’ (Nieuwleusen)Ga naar eindnoot183
‘Als de lucht helemaal bewolkt is, maar er is een klein stukje blauw te zien, zo groot als 'n “poepen onderbroek”, dan komt 't wel goed met 't weer.’ (Dalfsen).Ga naar eindnoot184
Kransen en kringen om de zon of maan, bijzonnenGa naar eindnoot185 en andere lichtspelingen werden door het volk met schrik waargenomen en werden dikwijls als voorbode van rampspoed gezien.Ga naar eindnoot186
‘Avondrood’ wordt algemeen erkend als een voorspelling van een heldere dag.Ga naar eindnoot187 Jezus Christus noemt de voorspelling al in de Bijbel, Mattheüs 16:2.
| |
11.2.4 Overige weerregels
‘As 't vrijdags reeng'nt op 't marktvolk, dan reeng'nt 't zundags op 't karkvolk Reeng'nt 't op marktdag, dan reeng'nt 't ok op karkdag.’ (Nieuwleusen)Ga naar eindnoot188
|
-
eindnoot1
- Van der Molen (1979), p. 136. Over het verschil tussen volksgeneeskunde en volksgeneeskunst bestaan verschillende opvattingen.
-
eindnoot6
- Teenstra, 1843 (1973), deel 1, 1e afdeling (tooverijen), p. 219.
-
eindnoot7
- Vroeger vooral bekend als medicijnman, priester, tovenaar, genezer, waarzegger, heks of magiër (veelal onder Siberische volksstammen). Tegenwoordig vooral bekend als spirituele geestelijke en over de hele wereld aanwezig. Zie: hoofdstuk 13.3.
-
eindnoot8
- Opgetekend: 8 september 2005 te Dordrecht. Verteller: Ab Goutbeek. Aard bron: mondeling (telefonisch).
-
eindnoot9
- Opgetekend: 21 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: mw. J.H.S. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot10
- Opgetekend: 22 september 2005. Verteller: mw. A. Schoemaker-Ytsma. Aard bron: schriftelijk (e-mail). In Dalfsen wordt de hik ‘de snik’ genoemd.
-
eindnoot12
- Heuvel (1978), p. 169. Vgl. Nederlandse incantatieliteratuur: een gecommentarieerd compendium van Nederlandse bezweringsformules/ J. van Haver (1964), p. 98 e.v.
-
eindnoot14
- Opgetekend: 31 september 2005 te Dordrecht. Verteller: mw. S.G. Ouwerkerk- Van Utrecht. Aard bron: mondeling. Mw. Ouwerkerk kent het rijmpje als aftelrijmpje. Vgl. Meder (2005), p. 43. ‘Aftelrijmpjes: bij 't begin van een kinderspel, om te weten, “wie het is”. Veelal zodanig, dat er geen zin meer in is.’ (Ter Laan (1949), p. 8).
-
eindnoot15
- Meertens (1965), afl. 3, kaart 22. Geneesmiddelen tegen hoofdpijn.
-
eindnoot16
- Opgetekend: 4 juni 2005 te Dalfsen. Verteller: Mans van Leussen. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot17
- Opgetekend: 29 november 2005 te Dordrecht. Verteller: Ab Goutbeek. Aard bron: mondeling (telefonisch). ‘Verteld door H. Jansen uit Hessem, beroep: tegelzetter.’
-
eindnoot18
- Opgetekend: 21 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: mw. J.H.S. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot19
- Opgetekend: 31 juli 2005. Verteller: mw. Brouwer-Zielman. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot20
- Opgetekend: ongedateerde brief, ontvangen 13 september 2005. Verteller: H.J. Hemstede. Aard bron: schriftelijk (brief). Tevens opgetekend: 17 september 2005 te Dalfsen tijdens de open dag van de Historische Kring Dalfsen. Verteller: mw. J. Wesselink. Aard bron: mondeling. Mw. Wesselink noemt als genezing enkel ‘jenever’.
-
eindnoot21
- Opgetekend: 17 september 2005 te Dalfsen tijdens de open dag van de Historische Kring Dalfsen. Verteller: A. Schutte. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot22
- Opgetekend 7 augustus 2005. Verteller: mw. A. Schoemaker-Ytsma. Aard bron: schriftelijk (e-mail).
-
eindnoot23
- Opgetekend: 1892. Verteller: Volkers, Jac. (uit Bathmen). Aard bron: schriftelijk. Collectie Boekenoogen (archief Meertens Instituut); Meder (2005), p. 371, nr. 390.
-
eindnoot24
- Opgetekend: 1892. Verteller: Volkers, Jac. (uit Bathmen). Collectie Boekenoogen (archief Meertens Instituut) SINSAG 0283. Aard bron: mondeling; Meder (2005), p. 375, nr. 403.
-
eindnoot25
- Opgetekend: 3 september 2005 te Lemelerveld. Verteller: H. Huisman. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot26
- Opgetekend: 19 september 2005 te Hoonhorst. Verteller: Anonymus (vrouw), geboren te Hoonhorst. Aard bron: mondeling. Tevens opgetekend: 19 september 2005 te Dalfsen. Verteller: mw. Ineke Hemmink. Aard bron: mondeling. Mw. Hemmink deed dit nog bij haar haar dochter (mw. Annemieke van Veen). De dokter haalde de ui uit het kinderbedje. ‘Dat is toch veel te sterk voor het kind!’ Ook mijn eigen moeder vertelt mij dat naast mijn hoofd op een schoteltje eens een ui werd gelegd tegen verkoudheid. Opgetekend: 23 september 2005 te Dordrecht. Verteller: mw. M. Koman-Ouwerkerk. Aard bron: mondeling. Uien werden ook in de wieg gelegd tegen stuipen (Ter Laan (1949), p. 413; Heuvel (1978), p. 172). Uien stonden in Dalfsen ook bekend als ‘look’ (Wesselink (1883), p. 5). Zie voor ‘siepel’: Wesselink (1883), p. 8.
-
eindnoot28
- Wies wean / Henk uut de Zandbak. - De Oprechte Dalfser Courant, 24 oktober 2001, nr. 243.
-
eindnoot29
- Meertens (1965), afl. 2, kaart 16 en 17. Voorbehoed- en geneesmiddelen tegen het reuma.
-
eindnoot30
- Opgetekend: 8 september 2005 te Dordrecht. Verteller: Ab Goutbeek. Aard bron: mondeling (telefonisch).
-
eindnoot31
- Opgetekend: 27 september 2005 te Dalfsen. Verteller: Ab Goutbeek. Aard bron: mondeling. Vgl. Heuvel (1978), p. 172.
-
eindnoot32
- Opgetekend: 22 september 2005. Verteller: mw. A. Schoemaker-Ytsma. Aard bron: schriftelijk (e-mail). De kastanje is ook bekend als amuletvorm te Dordrecht. Ook een ui in de wieg tegen stuipen, een klavervier tegen allerlei kwalen (zie hoofdstuk 12.4.4) en een kinderrammelaar tegen ziekten, gevaren, beheksing en tovenarij, werden gezien als amuletten (zie hoofdstuk 12.5.4). Vgl. Heuvel (1978), p. 171/172.
-
eindnoot35
- Zie: ‘Het boze oog’ / Susanne Wennekes. In: Traditie: tijdschrift over alledaagse dingen, tradities en rituelen, jrg. 10, nr. 1 (2004), p. 18-21. Het geloof in het boze oog is ook in Europa bekend (Ter Laan (1949), p. 48). Tegenwoordig krijg je al een Nazar bij diverse Nederlandse reisbureaus, nadat je een reis hebt geboekt naar landen als Turkije.
-
eindnoot36
- Opgetekend: 27 juni 2005 te Nieuwleusen. Verteller: Rutger de Boer. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot37
- ‘'t hu(u)ssien’ was ‘in Overijssel de naam van het gemak, buiten 't huis geplaatst, opgetrokken van stro of riet, zonder deur’ (Ter Laan (1949), p. 158).
-
eindnoot38
- Opgetekend: 7 juli 2005 te Oudleusen. Verteller: mw. J.H. Kloosterman-Hulsman. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot39
- Schoemaker-Ytsma [2005], nr. 158. Bedoeld wordt het gat van het toilet en het gat als achterwerk.
-
eindnoot41
- Teenstra, 1843 (1973), deel 1, 1e afdeling (toverijen), p. 52/53.
-
eindnoot42
- Opgetekend: 3 juni 2005 te Dalfsen. Verteller: Ab Goutbeek. Aard bron: mondeling. Tevens opgetekend: 4 juni 2005 te Dalfsen. Verteller: Mans van Leussen. Aard bron: mondeling. Dhr. Van Leussen spreekt enkel over een koolblad.
-
eindnoot43
- Opgetekend: 8 september 2005 te Dordrecht. Verteller: Ab Goutbeek. Aard bron: mondeling (telefonisch).
-
eindnoot44
- Opgetekend: 19 september 2005 te Hoonhorst. Verteller: Anonymus (vrouw), geboren te Hoonhorst. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot45
- Opgetekend: 3 september 2005 te Lemelerveld. Verteller: H. Huisman. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot46
- Opgetekend: 4 juni 2005 te Dalfsen. Verteller: Mans van Leussen. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot47
- Opgetekend: 5 juli 2005 te Oosterdalfsen. Verteller: Wim van Leussen. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot48
- Opgetekend: 7 juli 2005 te Oudleusen. Verteller: mw. J.H. Kloosterman-Hulsman. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot49
- Opgetekend: 3 juni 2005 te Dalfsen. Verteller: Ab Goutbeek. Aard bron: mondeling. Tevens opgetekend: 21 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: mw. J.H.S. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot50
- Opgetekend: ongedateerde brief, ontvangen 13 september 2005. Verteller: H.J. Hemstede. Aard bron: schriftelijk (brief).
-
eindnoot53
- Opgetekend: 3 juni 2005 te Dalfsen. Verteller: Ab Goutbeek. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot54
- Opgetekend: ongedateerde brief, ontvangen 13 september 2005. Verteller: H.J. Hemstede. Aard bron: schriftelijk (brief).
-
eindnoot55
- Opgetekend: 31 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: G. van Emmen (86 jaar), geboren te Dalfsen. Aard bron: mondeling. Tevens opgetekend: 19 september 2005 te Hoonhorst. Verteller: Hein Ulkeman. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot57
- Opgetekend: 4 juli 2005 te Dalfsen. Verteller mw. Johanna Jantina Meijerman- Spijkerman. Aard bron: mondeling. Ook mevrouw Meijer noemt het likken langs de wrat op nuchtere maag. Opgetekend: 19 september 2005 te Hoonhorst. Verteller: mw. Meijer. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot58
- Opgetekend 3 juni 2005 te Dalfsen. Verteller: Henk van 't Zand. Aard bron: mondeling. Tevens opgetekend: 31 juli 2005. Verteller: mw. Brouwer-Zielman. Aard bron: mondeling. Vgl. Ter Laan (1949), p. 477/478.
-
eindnoot59
- Opgetekend: 4 juni 2005 te Dalfsen. Verteller: Mans van Leussen. Aard bron: mondeling. Opgetekend: 19 september 2005 te Hoonhorst. Aard bron: mondeling. Verteller: Gerard Kappers. Aard bron: mondeling. De heer Kappers noemt enkel de tuinboon als middel. Tevens opgetekend: 19 september 2005 te Hoonhorst. Verteller: Anonymus (vrouw), geboren te Hoonhorst, die ook het verkopen van de wrat noemt. Aard bron: mondeling. Het verkopen van de wrat wordt genoemd door Ter Laan (1949), p. 478. Vgl. het alom bekende gebruik van het melkachtige sap van een verse vijg tegen wratten (Gids [197?], p. 20).
-
eindnoot60
- Opgetekend: 27 juni 2005 te Nieuwleusen. Verteller: Klaas Schoemaker. Aard bron: mondeling. Tevens opgetekend: 19 september 2005 te Hoonhorst. Verteller: Anonymus (vrouw), geboren te Hoonhorst. Aard bron: mondeling. Mevrouw A. noemt het open afdrogen niet.
-
eindnoot61
- Opgetekend: 17 september 2005 te Dalfsen tijdens de open dag van de Historische Kring Dalfsen. Verteller: mw. A. Nijland. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot62
- Opgetekend: 3 september 2005 te Lemelerveld. Verteller: H. Huisman. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot63
- Opgetekend: 27 juni 2005 te Nieuwleusen. Verteller: Klaas Schoemaker. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot65
- Opgetekend: 31 juli 2005. Verteller: mw. Brouwer-Zielman. Aard bron: mondeling. Tevens opgetekend: 27 juni 2005 te Nieuwleusen. Verteller: Rutger de Boer. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot66
- Opgetekend: 21 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: Hendrik Schoemaker. Aard bron: mondeling. Dalfsenaar Volkers noemt een soortgelijk ritueel, dat niet specifiek aan Dalfsen wordt toegeschreven: ‘Wie van de wratten af wil wezen, neemt een stopdraad (sajet) en doet daarin zooveel knoopen als er wratten zijn; men bindt vervolgens de draad om een boom en wanneer deze draad verrot is, zijn de wratten verdwenen; maar de betrokken persoon mocht niet weten waar de draad zat. Ook kon men ze verdrijven met een kraaienveer. Deze moet nadat men de wratten ermee gewreven heeft in den grond gestopt worden.’ (vgl. Heuvel (1978), p. 167/168.). Opgetekend: Volkers, Jac., 1892 (uit Bathmen) Collectie Boekenoogen (archief Meertens Instituut). Vgl. Meder (2005), p. 371, nr. 390.
-
eindnoot67
- Opgetekend: 21 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: Hendrik Schoemaker. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot68
- Opgetekend: 2 augustus 2005 te Dalfsen. Verteller: Gert-Jan Stokvis. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot69
- Opgetekend: 2 augustus 2005 te Oudleusen. Verteller: Henk van Oenen. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot71
- Moezen / Henk uut de Zandbak. - De Oprechte Dalfser Courant, 21 maart 2001, nr. 211. Dit is een typisch geval van ‘analogie-magie’, ook wel sympathetische magie genoemd. Als het touw met wratten (knopen) verrot is, zijn ook de wratten verrot. Voor ‘sympathie’, zie: hoofdstuk 11.1.2, noot 90.
-
eindnoot75
- Opgetekend: 5 juli 2005 te Oosterdalfsen. Verteller: Wim van Leussen. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot77
- Opgetekend: 18 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: Gerritdina Janna Bruins-Knotters. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot78
- Opgetekend: 21 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: mw. J.H.S., die het verhaal van de wratten en tuinbonen ook noemt. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot81
- Opgetekend: 18 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: Gerritdina Janna Bruins-Knotters. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot82
- Opgetekend: 31 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: G. van Emmen. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot83
- Opgetekend: 17 september 2005 te Dalfsen tijdens de open dag van de Historische Kring Dalfsen. Verteller: mw. J. Wesselink. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot84
- Opgetekend: 4 juli 2005 te Dalfsen. Verteller mw. Johanna Jantina Meijerman-Spijkerman. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot85
- Opgetekend: 3 juni 2005. Verteller: Henk van 't Zand. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot86
- Opgetekend: 21 september 2005 te Dordrecht. Verteller: Wim van Leussen. Aard bron: mondeling (telefonisch). Ook de heer Van Leussen gaat op advies naar de boom. De heer Wim van der Veen (J.W. van der Veen) stelde zich aan mij steevast voor als ‘Wim van Veen’ en ‘pendelaar’. Zo ook telefonisch, o.a. 20 september 2005.
-
eindnoot88
- Opgetekend: 21 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: mw. J.H.S. Aard bron: mondeling. Tevens opgetekend: 18 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: Marije Zomerdijk. ‘Gehoord van mijn oma, Jans de Graaf-Stolte (82 jaar, inmiddels overleden) uit Dalfsen’. Aard bron: mondeling. M. Zomerdijk noemt een ‘homeopaat’, die de tortelduif voorschrijft.
-
eindnoot89
- Opgetekend: 8 september 2005 te Dordrecht. Verteller: Ab Goutbeek. Aard bron: mondeling (telefonisch). Verkregen via Jan Veldhuis (landgoedbeheerder).
-
eindnoot90
- Van der Molen (1979), p. 144/145. Dit is een sympathethisch middel, dat op de naam berust, of een vorm van ‘naam-analogie’ als genezing, zoals de pissebed tegen bedplassen gebruikt zou kunnen worden. In het Fries heet een duif ‘dauw’ (Ter Laan (1949), p. 437). Sympathie is ‘de geheimzinnige kracht, die veroorzaakt dat de een in 't verborgen invloed oefent op een ander. De sympathie kan werken: 1. door de oorzaak (het haar van de hond op een beet van een hond); 2. door de kleur (stinkende gouwe tegen geelzucht); 3. door de vorm (hondstong tegen hondsdolheid); zoals gezegd: 4. door de naam’ (Ter Laan (1949), p. 399).
-
eindnoot91
- Opgetekend: 18 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: Gerritdina Janna Bruins-Knotters. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot92
- Meder (2005), p. 371, noot 348, deelt mee niet te weten welke plaats bedoeld wordt. Het gaat hier om Rechteren bij Dalfsen.
-
eindnoot94
- Opgetekend: 1892. Verteller: Volkers, Jac. (uit Bathmen). Collectie Boekenoogen (archief Meertens Instituut). Aard bron: mondeling; Meder (2005), p. 371, nr. 390.
-
eindnoot95
- Opgetekend: 1892. Verteller: Volkers, Jac. (uit Bathmen). Collectie Boekenoogen (archief Meertens Instituut). Aard bron: mondeling; Meder (2005), p. 371, nr. 390.
-
eindnoot97
- Opgetekend: 2 augustus 2005 te Dalfsen. Verteller: Gert-Jan Stokvis. Aard bron: mondeling. Opgetekend: 8 september 2005 te Dordrecht. Verteller: Ab Goutbeek. Aard bron: mondeling (telefonisch).
-
eindnoot98
- Opgetekend: 15 september 2005 te Dordrecht. Verteller: H.J. Hemstede. Aard bron: mondeling (telefonisch).
-
eindnoot99
- Opgetekend: 19 september 2005 te Hoonhorst. Verteller: Anonymus (vrouw), geboren te Hoonhorst. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot100
- Opgetekend 19 september 2005 te Hoonhorst. Verteller: mw. Meijer. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot107
- In: Maandblad tegen de kwakzalverij 18, nr. 7, juli 1898; De Blécourt (1991), p. 175/176.
-
eindnoot112
- Vgl. Dalfser Courant, 31 maart 1939. Een zoon van Stegeman kondigt zittingen aan in lunchroom ‘Halfwerk’ (de naam lijkt haast ironisch) te Zwolle. In het begin van de 20e eeuw verscheen er menig advertentie in de Dalfser Courant, ‘voor elke kwaal’, ‘zonder giftige medicijnen of kwakzalverij’ en ‘abdijsiroop tegen allerlei kwalen.’
-
eindnoot114
- Opgetekend: 31 juli 2005. Verteller: mw. Brouwer-Zielman. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot115
- Opgetekend: 19 september 2005 te Hoonhorst. Verteller: mw. Meijer. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot116
- Opgetekend: 7 juli 2005 te Oudleusen. Verteller: mw. J.H. Kloosterman-Hulsman. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot117
- Opgetekend: 5 juli 2005 te Oosterdalfsen. Verteller: Wim van Leussen. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot118
- Opgetekend: 2 augustus 2005 te Oudleusen. Verteller: Henk van Oenen. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot125
- Van der Molen (1979), p. 24. Het betreft hier een interview met een monteur van de Provinciale Utrechtse Electriciteits Maatschappij, die gebruik maakte van de wichelroede. Uit: Utrechts Dagblad, 8 november 1937.
-
eindnoot127
- VVV-gids (fiets- en autoroute) wichelroedelopen in het Overijsselse Vechtdal, 1998.
-
eindnoot128
- Opgetekend: 31 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: G. van Emmen. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot129
- Opgetekend: 21 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: mw. J.H.S. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot130
- Opgetekend: 21 december 2005 te Dalfsen. Verteller: Ab Goutbeek. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot132
- Opgetekend: 19 september 2005 te Hoonhorst. Verteller: Hein Ulkeman. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot135
- Wouters (1931), p. 156/157. Oorspronkelijk uit: ‘Alg. weekblad voor chr. en cultuur, 6de jrg, J.H. Brinkgreve-Entrop.’
-
eindnoot136
- Opgetekend: 2 augustus 2005 te Oudleusen. Verteller: Henk van Oenen en Willie van Oenen-Bouwhuis. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot137
- Opgetekend: 24 september 2005 te Oudleusen. Verteller: H.J. Scherpenkate. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot138
- Opgetekend: 24 september 2005 te Oudleusen. Verteller: Ernie van der Kolk. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot139
- “Stralenkrans of halo om het stoffelijke lichaam, waarneembaar door paranormaal begaafde mensen. De vorm en kleur van de aura weerspiegelen de gemoeds- en gezondheidstoestand van de mens.” (Matzken (2003), p. 14).
-
eindnoot144
- Opgetekend 24 september 2005 te Oudleusen. Verteller: Boudewijn Leliveld. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot145
- Grote Kerk, Nieuwleusen S.o.W.-dienst 14 maart '04 avond / ds. Ph. van Wijk.-http://home.hetnet.nl/~dswijk/preek14maart'04avond.htm Laatste update: [s.n.]; laatst bekeken: 22 februari 2006.
-
eindnoot151
- Oude uitdrukking. Van Zummeren (1984), p. 164.
-
eindnoot153
- Reuma is een auto-immuunziekte, gepaard gaande met pijnlijke ontsteking van o.a. de gewrichten. Over reumatiek en onweer: vgl. Van Zummeren (1984), p. 26.
-
eindnoot154
- Opgetekend: 18 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: Gerritdina Janna Bruins-Knotters. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot155
- Opgetekend: 21 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: mw. J.H.S. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot157
- Opgetekend: 27 september 2005 te Dalfsen. Verteller: Ab Goutbeek. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot158
- Heuvel (1978), p. 140. Als het flink regende zei men in Nieuwleusener dialect: ‘'t Kump 'm an de wörtel.’ (Schoemaker-Ytsma [2005], nr. 746).
-
eindnoot159
- De kat draait op z'n rug, er komt sneeuw (Schoemaker-Ytsma [2005], nr. 331). Vgl. Van Zummeren (1984), p. 24, die meldt dat als de kat zijn kop wast, er slecht weer komt.
-
eindnoot162
- Schoemaker-Ytsma [2005], nr. 78. Laatst genoemde uitspraak is ook bekend in Ommen. Voor Ommen, zie: ‘Darde Klokke: driemoandelijks tiedschrift veur Ommen en de Gemienschap van Oll Ommer, no. 30 [1979?], p. 7/8.
-
eindnoot164
- Opgetekend: 21 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: Hendrik Schoemaker. Aard bron: mondeling. ‘D'r zit brom in de lucht’ - 't Wordt mooi weer; allerlei muggen, enz. zoemen rond (Schoemaker-Ytsma [2005], nr. 39).
-
eindnoot165
- Opgetekend: 21 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: mw. J.H.S. Aard bron: mondeling. Schoemaker-Ytsma [2005], nr. 690. Bij harde regen zei men ook troostend: ‘'t Giet niet wieder as 't vel’ en: ‘As 't zó dauwt, hoeft 't niet te reegn'n’ (Schoemaker-Ytsma [2005], Nr. 120). Als het hondenweer was, zei men: ‘'t Is pet, meister; de roene schit mi'j oaver 't veurwaang'nkissie’ (Roene = ruin; Veurwaang'nkissie zit je op tijdens het mennen. In: Schoemaker-Ytsma [2005], nr. 444).
-
eindnoot166
- Schoemaker-Ytsma [2005], nr. 266. Lett.: Als er één koe gaat rennen, gaan de anderen ook (oorzaak kan een horzel zijn), fig.: de mode volgen. Verder kent men de uitdrukkingen: 337. Hi'j gruujt net as 'n koestat - hij wordt kleiner (van ouderdom); koeienstaart; Hi'j wast net as 'n koestat.
-
eindnoot167
- Opgetekend: 17 september 2005 te Dalfsen tijdens de open dag van de Historische Kring Dalfsen. Verteller: A. Schutte. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot168
- Opgetekend: 31 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: G. van Emmen. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot169
- Opgetekend: 21 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: mw. J.H.S. Aard bron: mondeling. Van Zummeren (1984), p. 158 en 181, noemt over de zwaluwen het volgende rijmpje: ‘vliegen de zwaluwen hoog: weder schoon en droog. Vliegen de zwaluwen laag: regen voor vandaag’.
-
eindnoot170
- Opgetekend: 18 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: Gerritdina Janna Bruins-Knotters. Aard bron: mondeling. Tevens opgetekend: 31 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: G. van Emmen. Aard bron: mondeling. En opgetekend: 31 juli 2005. Verteller: mw. Brouwer-Zielman. Aard bron: mondeling. Voor overleveringen over zwaluwen, vgl.: Ter Laan (1981), deel 2, p. 277-280.
-
eindnoot171
- Schoemaker-Ytsma [2005], nr. 691: we krijgen slecht weer.
-
eindnoot172
- Opgetekend: 18 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: Gerritdina Janna Bruins-Knotters. Aard bron: mondeling. Voor de wilde ganzen die in V-vorm vliegen als voorteken van vriezen, vgl. Van Zummeren (1984), p. 29; Heuvel (1978), p. 139. Dit is een typische vorm van ‘sympathetische weerkunde’ (Ter Laan (1949), p. 399), zie ook hoofdstuk 11.1.2, noot 90.
-
eindnoot173
- In het Nieuwleusener dialect zegt men over een kwakkelwiner: “'n Lösse winter” (Schoemaker-Ytsma [2005], nr. 753).
-
eindnoot174
- Opgetekend: 3 september 2005 te Lemelerveld. Verteller: H. Huisman. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot178
- Schoemaker-Ytsma [2005], respectievelijk de nummers 429-432.
-
eindnoot179
- Opgetekend: 18 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: Gerritdina Janna Bruins-Knotters. Aard bron: mondeling. Tevens opgetekend: 21 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: mw. J.H.S. Aard bron: mondeling. Mw. J.H.S. noemt ‘water’ in plaats van ‘plump’ (vgl. Van Zummeren (1984), p. 183). Mw. Meijerman noemt ‘mooi weer in de boot’ en ‘water in de sloot’. Opgetekend: 4 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: mw. Johanna Jantina Meijerman-Spijkerman. Aard bron: mondeling. Ook opgetekend: 31 juli 2005. Verteller: mw. Brouwer-Zielman. Aard bron: mondeling. Vgl. Ter Laan (1949), p. 18. Dhr. Hemstede draait de gegevens om: ‘avondrood: water in de sloot; morgenrood: mooi weer aan boord.’ Vgl. Heuvel (1978), p. 137. Opgetekend: ongedateerde brief, ontvangen 13 september 2005. Verteller: H.J. Hemstede. Aard bron: schriftelijk (brief).
-
eindnoot180
- Opgetekend: 18 juli 2005 te Dalfsen. Verteller: Gerritdina Janna Bruins-Knotters. Aard bron: mondeling. De kring om de zon zou kunnen slaan op één van de volgende weersvoorspellingen: ‘een kring om de zon, is regen zonder pardon’ of ‘een kring om de zon, daar schreien vrouwen en kinderen om!’ (Van Zummeren (1984), p. 176).
-
eindnoot181
- Opgetekend: 19 september 2005 te Hoonhorst. Verteller: Hein Ulkeman. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot182
- Schoemaker-Ytsma [2005], nr. 793. Betekenis: Dan hoeven ze niet veel meer te doen.
-
eindnoot183
- Schoemaker-Ytsma [2005], nr. 796. ‘De zunne zit zo gelp te kiek'n’. Betekenis: wat een waterig zonnetje.
-
eindnoot184
- Opgetekend 25 september 2005 te Dalfsen. Verteller: Henk van 't Zand. Aard bron: mondeling.
-
eindnoot185
- Een bijzon is een heldere plek aan de hemel op gelijke hoogte met de zon, ontstaan door kruising van min of meer duidelijke halo's. Een halo is een lichtende kring om de zon of de maan.
|