Het stamboek op de papiere snykunst van Mejuffrouw Joanna Koerten, huisvrouw van den heere Adriaan Blok: bestaande in Latynsche en Nederduitsche gedichten der voornaamste dichters(1735)–Joanna Koerten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] Nederduitsche lofdichten op de papiere snykunst van juffrouw Joanna Koerten, huisvrouw van den heere Adriaan Blok. [pagina 35] [p. 35] Op de papiere snykunst van mejuffrou Joanna Koerten, huisvrou van den heere Adriaan Blok. DE Kunst siert hier Natuur met duizend zinlykheên. Pigmalion vorm’ vry een beeld uit elpenbeen; Prometheus mag het zyne uit klei en aard bootzeeren, En, met zyn hovaardy, het Godendom braveeren; Joannaas Snykunst, van uitneemender waardy, Streeft, tot haar eeuwige eer, hen allen ver voorby; Nadien haar schrand’re geest, waar zich de ving’ren reppen, Weet Beelden, Dieren, en Gebloemte op ’t schoonst te scheppen. Laat Atropos, verwoed, de dier’bre levensdraân Der Grooten onzer Eeuw, vermaard door hunne daân, Met haare Noodlots schaar afsnyden tot zy sneeven, Joannaas Kunst-schaar geeft op nieuw hen ’t waardig leven. De Scheepbouw staat verbaast, als zy haar ziet een schip Voltooyen naar den eisch, dat , vry voor bank en klip, Aan d’eeuwen is gewydt, en schoon het schuuwt de baaren, Nochtans met haaren naam den aardkloot rondt zal vaaren. [pagina 36] [p. 36] Hoe! zou hier Circe wel herleeven? of haar hant Natuurlyk tov’ren, door de kracht van ’t kloek verstand, Daar zy ’t Papier, gemaakt om de edele bedryven Der Grooten, Dapp’ren en Geleerden, op te schryven, Tot onuitwislyke eer of schande van hun faam. Zoo toverachtig snyd tot lett’ren, ’t zy ’t hunn’ naam Of beelt’nis kroont, met zulk een stant en braave zwieren. Die ’t oog bekooren, en haar snykunst schoon versieren. Terwyl de Dichtkunst haar verdiende lof trompet De gryze Aaloutheit is verwondert en verzet; Zelfs Dedalus, hoe ver in kunst vooruit gevloogen, Zou hier verdoolen, en gelooven pas zyne oogen. Zoo zwicht de Tekenpen als zy haar handling ziet, Terwyl de Schilderkunst zoo bleek van verf verschiet Als ’t onbevlekt papier, waar van zy vormt naar ’t leven Ontel’bre Wond’ren, die zy yder weet te geven Zyn hoogten, diepzels, en gedaanten, naar elks aart En eigenschap, daar zy de Kunst met Oordeel paart. Ja, was Natuur geen Vrouw, wat oog zou oit gelooven Dit Vrouwewerk te zyn, dat Mannen streeft te boven. Kataryne Lescailje. Vorige Volgende