Het stamboek op de papiere snykunst van Mejuffrouw Joanna Koerten, huisvrouw van den heere Adriaan Blok: bestaande in Latynsche en Nederduitsche gedichten der voornaamste dichters(1735)–Joanna Koerten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Op de papiere snykunst van juffrou Joanna Koerten. Wie brand van iever om het lof Der braafste mannen op te zingen; Wie lust zyn woorden aan te dringen Op blyde toonen, ryk van stof; Die kom, om Koertens wonderheden Voor elk naaukeuriglyk te ontleden. Haar wakk’re hand brengt Vorsten voort Uit wit papier, vol geest en leven, Die al het werk te boven streven, Dat aan Arachne toebehoort. Wat lust Minerva meer te spinnen? Dit snywerk kan haar kunst verwinnen. De aaloudheid draag geen yd’len roem Om tempelbrokken, hoog gepreezen, Noch schriften, waardig om te leezen. Dat Rome nu rechtvaardig doem Haar krygstriomf en dert’len zegen, Door zoo veel bloeds weleer verkreegen. Den Indus sust, om dierb’re waar Van eed’le steenen te vertieren, Voor de alverwinnende Papieren, Door Koertens ongemeene schaar Zo overkunstig uitgesneden; Die noit vergaan in eeuwigheden. Gesine Brit. Vorige Volgende