J.C. Ziesenis geb. Wattier, aan Polly, eerste danseres van den Amsterdamschen schouwburg, bij gelegenheid van haren solodans, in het ballet: Telemachus op het eiland van Calypso.
't Wordt eindlijk tijd, dat u mijn blakende ijver huldig'! -
Uw kunst, die mij ontvonkt, weêrsta ik langer niet. -
'k Drong door de Nimfen, op Calypso's grondgebied:
Ik was u deze komst, dit plegtig offer schuldig.
Gun me, Eucharis, hier in der Nimfenrei gehoor. -
Ik koos dit oogenblik, waarin gij aller oogen,
Door uwe tooverkracht bezield en opgetogen,
Weêrstandloos tot u trekt; en kwam hunne uitspraak voor.
Elk hart gevoelt reeds, dat ge Ulysses zoon zult boeijen,
Schoon Pallas invloed ook zijn teedre jeugd bewaak': -
Bevalligheid en kracht - vernuft, gevoel en smaak
Omgeven u - om, op uw' wenk, in één te vloeijen.
[pagina 124]
[p. 124]
In elken stand en tred, schetst ge ons een tafereel,