haar dochtertje Ada aan haar man onttrokken, nu kreeg deze de kans om wraak te nemen, al was het dan op een andere moeder.
Na lang dralen en wikken stond Claire haar kind aan Byron af, zij wilde niet de heerlijke toekomst voor de dochter van dezen rijken lord, den meest vermaarden dichter ter wereld, in gevaar brengen of verhinderen.
Doch weldra berichtte de heele streek, hoe het woeste leven van den giovinetto inglese in die twee eerste jaren van zijn verblijf in Italië hem een nome stravagante had bezorgd. Claire en ook Shelley vreesden te recht voor het kind en beiden trokken naar Venetië in de hoop op een verzoening.
Nutteloos! Byron negeerde de arme Claire, die maar pas 20 was geworden, maar over Shelley's bezoek was hij opgetogen en ontvlamde in vriendelijke belangstelling. Hun ontmoeting verwekte zelfs een zekere intimiteit, want gedurende twee maanden gingen Shelley en zijn gezin in een villa van Byron wonen, midden de schitterend mooie natuur nabij Este. Onder die heenreis was Shelley's kind, Clara, gestorven; maar de prachtige omgeving, de ruïnen van het slot der Medici brachten hem dermate in geestdrift, dat zijn scheppingskracht herleefde in het hier geschreven Julian and Maddalo en andere gedichten.
In dit mismoedig lange gedicht komen blijkbaar de wandelritten en conversatie van de twee poëten voor. Wie de personen voorstellen lag er zoo duidelijk op, dat de uitgever maar best Shelley's naam als schrijver omsluierde.
Julian, d.i. Shelley, vertelt hoe hij met graaf Maddalo, d.i. Byron, een wandelrit onderneemt op de Lido. Aangenaam en geestig gesprek bekort den tijd. Op hun terugweg bewonderen ze den zonsondergang en weemoedvol keeren ze huiswaarts, 's Anderen