geheeten naar haar vader, Byron of Albè.
De aanwezigheid van dit kind juist maakte Claire's verblijf onder hetzelfde dak met Shelley schier onmogelijk, vooral nadat Byron cynisch en liefdeloos tegenover haar bleef. ‘Als ik 30 jaar oud word, - spotte hij, - word ik ook vroom, ik voel het aan mezelf wanneer ik een katholieke kerk binnenstap.’ Shelley bleef nochtans bij hem aandringen, de arme Claire leefde nu alleen van zijn genadebrood... en de tongen raakten los.
Weemoed drukte op het koude, groote huis te Marlow, sommige dagen woog het leven er zwaar en droef. Shelley, nog nauw bekomen van den schok om Harriet's zelfmoord, - waarvan ieder hem de schuld gaf, - en van de vernedering in het trage rechtsgeding om zijn beide kinderen, voelde diep de verlatenheid van Claire, die met haar kind geheel van hem afhing en zonder hem van honger verging. Soms bekroop hem de vrees dat het gerecht hem, na Ianthe en Charles, ook nog William en Clara zou ontrooven.
In den herfst begon zijn gezondheid te verslechten. Het gebeurde vaak dat hij 's avonds in een soort lethargischen slaap wegviel, uren lang gevoelloos in de sofa uitgestrekt. Toch hield het huishouden zich hardnekkig aan het vegetarisch dieet, dokter of geen dokter. Maar nu tastte het vochtige klimaat de longen aan, de dokters spraken van Italië en Shelley dacht aan een reis naar Pisa. Italië lokte hem te meer, daar Byron had gewild dat zijn kind Alba naar Venetië zou gebracht worden, Shelley hoopte aldus Claire en Byron weer samen te brengen. Doch ook Mary verlangde zeer de kleine Alba bij haar vader te brengen, om alzoo een einde te stellen aan de gefluisterde lastertaal, die haar Shelley van het vaderschap betichtte. De menschen waren slecht in dit land, zoo dachten zij, het hoogste gerecht meedoogenloos, de