II.
Wat wij door puren, zuiveren, onverbasterden koopmansklerk verstaan.
De pure, zuivere, onverbasterde Antwerpsche koopmansklerk is degene, welke te Antwerpen van geringe ouders geboren, te Antwerpen is opgevoed en er zijne geleerdheid verkregen heeft.
Wij beschouwen als tot die klas niet toehoorende:
1o Al degenen, die van het een of ander dorp naar de stad komen om zich op den koophandel toe te leggen. - Deze zijn gewoonlijk van die pachterszonen, welke door hunne kollegie-studiën getopt en door het latijn, dat zij gepoogd hebben te leeren, te lui of te onmachtig geworden zijnde om 's vaders ploeg aan te vatten, besluiten zich in de stad te gaan vestigen, om aldaar mettertijd een bestaan in den handel te kunnen vinden. Dit zijn nimmer echte kantoorklerken. Zij verhuren zich gemeenlijk bij een' kleinen koopman, op voorwaarde van er het kantoor te bedienen en tenzelfden tijd het pakhuis gade te slaan en de kleine karreweien uit de voeten te helpen. Die jongelingen, zooals men ziet, verstaan het edele, het voortreffelijke van hun beroep niet. Het zijn hybridische dieren, het zijn muilezels; geene zuivere, onverbasterde paarden.
2o Wij beschouwen ook niet als tot onze klasse behoorende, al die vreemdelingen, 't zij Duitschers, Engelschen of Franschen, welke zich in ons vaderland komen neêrzetten om er den stiel te bederven, zooals de pure Antwerpsche kantoorklerk zegt; want velen van hen verhuren zich gewoonlijk voor een' lagen prijs en ettelijken werken zelfs zonder loon, alleenlijk om de kennis des handels te verkrijgen. Over het algemeen verlaten dezulken na eenige jaren ons vaderland, of ook wel, indien zij bemiddeld zijn, richten zijzelven een handelshuis op.