Het II. Deel vanden speel-hof der liefde Godts
(1666)–Zuster vanden Kerchove– Auteursrechtvrij
[pagina 5]
| |
Stemme: Ick drincke nieuwen most.
| |
[pagina 6]
| |
Voor 't leven van een beest,
'k Wil leven naer den gheest:
Voor lecker spijse, en voor goeden wijn,
Sal d'abstinenci' mijn bancket nu zijn,
Uoor nacht-waeck, tot wellust,
Wil ick om Godt nu laeten mijne rust,
En mijnen wil moet ick gaen breken,
't Is verkeerde kans,
Een and'ren dans ick dans.
'k Wensch dat mijn vleesch bederf,
De doodt ick liever sterf,
En dat haer schicht, mijn herte heel doorwont,
Eer ick wil keeren tot mijn quae ghewont;
Al 't gheen ick heb versaeckt,
En als de honden walgen't uytgebraeckt,
En wil ick noyt meer weer opslocken;
Och neen, neen, noyt meer,
Ick schandigh tot u keer.
Maria soete Vrauw,
Ruckt my uyt 's duyvels clauw,
Als hy door arghelist en overlast,
Mijn ziele meent te hebben seker vast,
Beneemt hem sijne macht,
Weest mijn Bescherremesse dagh, en nacht,
Op u ick steun' o claer Zee-sterre!
Stiert my aermen slaef,
In u gheruste haef.
|
|