Ze rende langs het trottoir. Ze was helemaal vergeten dat haar fiets tegen de stoep stond. Langs rijen auto's rende ze en langs menigten mensen. Horden schoolkinderen stormden op haar af. Haar hart bonkte in haar keel.
Zal hij straks toch thuis zijn?! Al acht jaar zit hij er om dertien uur twaalf geheid. Met zijn kroost dat hij van school had gehaald - hongerig en ongeduldig.
Zonder hem zou hun woning leeg zijn. Haar keuken steriel. De hond - zij zou blijven janken. De buren - zij zouden haar blijven nakijken.
Ze kreeg het gevaarlijk benauwd. Ze wenkte naar een busje. Ze had zich naar een zitplaats gewrongen. Ze ravotte mee over de gehavende asfaltering. Ze gaf een bankbiljet. Ze vergat dat ze nog geld terugkreeg. Ze was reeds vol van de tajerbladen en de gerookte vis die ze klaar kon maken - gauw, gauw. Ze staarde voor zich uit. Vlakbij, hoog en vitaal, wachtte haar thuis.
Met haar buik stond ze tegen het aanrecht. De hond lag over haar voeten. De jongens zeiden weinig. Ze schurkten tegen haar aan. Ze wisten de stank van twist te onderscheiden ondanks de vertrouwde lucht van haar kooksel en zijn badzeep.
Hij proestte en hoestte heldhaftig in de badkamer. Misschien huilde hij wel op die manier. Misschien lag de wanhoop in zijn kleren. Ze wist dat hij die op de vloer zou laten liggen - zijn kakikleurige uniform - en dat de jongens zijn ondergoed ineens ergens zouden vinden.
‘Ik heb maagpijn!’ baste hij. Heel even schokschouderde ze. Maar tegelijk drukte ze de hoofden van haar kinderen hard tegen haar heupen aan en wrong ze haar voet wat dieper in de vacht van de hond.
Ze kon haar bezwaren op schrift stellen - langzaam maar zeker. Ze kon op maandag en op dinsdag bij de advocaat terecht - week in, week uit. Maar vannacht had ze haar kop helemaal uit het zand getrokken en ze had de zon zien opkomen.
‘Weet je dat een struisvogel niet kan vliegen?’ Ze knikten als Wijzen.
‘Maar een struisvogel kan hard lopen, mam!’ Wis en waarachtig.
Het was de stem van haar eersteling. Hij had zich losgewrikt. Ze glimlachte naar hem. De jongste sloeg zijn armen naar haar uit alsof hij weer gedragen wilde worden.
Toen liep ze veerkrachtig naar de slaapkamer om pijnstillers voor zijn vader te halen.