Met de andere buurman, die van twee huizen verder, hebben wij meer te stellen. Zijn geloofsvastheid betreft vooral de oudste van de twee goden die hij dient en het is als verbazingwekkend te beschouwen, dat in de loop der tijden, om precies te zijn omstreeks het begin onzer jaartelling, door zijn voorouders een tweede aan de rij der aanbeden goden is toegevoegd, verbazingwekkend met name omdat zover als de heugenis der buurtbewoners teruggaat de eerstgenoemde godheid steeds een preponderante positie heeft ingenomen en de zucht tot onderworpenheid van de buurman en diens voorgeslacht het meest heeft weten te bevredigen. Dat bij die andere godheid de bemoeizucht een der belangrijkste neurosen was die in zijn vaandel geschreven stond, zal wel niet vreemd geweest zijn aan zijn in de loop der geslachten tanende positie. De ware vrijheid, als zij zich al laat strikken, zal zich dat alleen laten doen in het bevrijdend keurslijf der vreugde- en zangopwekkende benevelingen van vinoculaire en geenszins metafysische aard. Dat de tweede godheid toch een zekere traditie heeft weten te vestigen in de bewuste familie zal waarschijnlijk de verklaring zijn van het opmerkelijk verschijnsel dat onze overbuurman zijn gezang een ondertoon van vroomheid weet mee te geven, hetgeen ertoe heeft geleid, dat hij bij ons in de buurt bekend staat als de psalmist. Dit laatste niet, omdat wij hem als een echte dichter zouden beschouwen, wat het woord psalmist feitelijk betekent, maar om zijn weergaloos vermogen tot het afleggen van psalmodiërende getuigenissen. Dat dichterschap zou ik hem trouwens in het geheel niet willen ontzeggen, omdat ik hem meer dan eens in zijn gezegende staat rake opmerkingen heb horen maken. Een van zijn voor mij opvallendste eigenschappen is dat hij over een of ander zintuig schijnt te beschikken, waarmee hij precies weet aan te voelen, wanneer ik mij 's avonds ter ruste begeef. Minstens een maal in de week hoor ik, als ik juist in bed ben gestapt, hem nog
ver weg aankomen. Zoals in vroeger tijden een schipper al vanuit de verte begon te schreeuwen om een sluiswachter uit zijn dromen te wekken en hem de sluisdeuren aan de goede kant te laten openzetten, zo begint mijn buurman al lang van te voren zijn komst aan te kondigen, zodat zijn vrouw reeds allerlei ceremoniën kan plegen om de ontvangenis glad te laten verlopen, wat zij altijd trouw doet, zoals het openzetten van de toiletdeur en het wekken en in veiligheid brengen van de kinderen, het gereed zetten van een laatste glas bier, om de overgang van de genietingen van de avond en de ontberingen van de dreigend volgende nacht een weinig soepel te laten verlopen, maar zij vergeet steevast een koord te spannen bij de toegang tot het erf, waarover hij, onder aanmoedigend gejuich van de vele buurtbewoners zijn nek zou breken. Deze kleine omissie heeft tot gevolg dat wij allen van het verdere verloop van de gebeurtenissen getuige zijn. Hij schreeuwt alles bij elkaar, als een onderofficier, die bezig is een staatsgreep uit te voeren of als mijn vrouw die met haar karate-oefeningen bezig is. Hij weet toch zijn kinderen te vinden, die in slaperige toestand voor hem uit worden gedreven en die alleen een pak slaag ontlopen, omdat hij lang niet rap genoeg meer ter been is. Dan breekt het ogenblik aan, dat hij zijn psalmen begint te zingen. Zij gaan je door merg en been en ik stel mij zo voor dat zijn godheid tenminste het niveau van een zwavel- en vuursmijter moet