Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur. Deel 4
(2002)–Michiel van Kempen– Auteursrechtelijk beschermdDe geschreven literatuur van 1923 tot 1975
[pagina 263]
| |
3. Boek en boekhandelIn de jaren '60 kende Paramaribo verschillende boekhandels: Reeder en Select/Radhakishun aan de Watermolenstraat, Parisius aan de Wagenwegstraat, Rafaël aan de Wulfinghstraat, Deeko, De Hoeksteen, Pablo's Boekhandel aan de Gravenstraat, Aa Bee Ce aan de Verlengde Mahonylaan en Anne's Boek- en Papierhandel aan de Prins Hendrikstraat en nog een handvol zaken met Bijbelse lectuur. Maar de belangrijkste boekhandels vond men in de Domineestraat: Kersten en Varekamp. Vanaf 1958 begon de boekhandel Kersten zich gunstiger te ontwikkelen, mede als gevolg van nauwe samenwerking met een groot Nederlands boekbedrijf.Ga naar voetnoot200 Kersten had ‘Voor elck wat wils’ en adverteerde met grote regelmaat. Elk jaar werd veel werk gemaakt van de Boekenweek, in aansluiting op die in Nederland en dus ook met de Nederlandse boekenweekgeschenken bij aankoop van een bepaald bedrag aan boeken. In navolging van Kersten, startte Varekamp Co in 1962 met de verkoop van boeken in de districtsplaatsen Wageningen en Nickerie. Kersten bood traditioneel een assortiment evangelische lectuur aan, maar in grote trekken was het aanbod gelijk aan dat van Varekamp. Een advertentie in 1963 van de laatste geeft een lijst van 32 pas ontvangen titels, waaronder Praten met meneer van E.R. Brathwaite, Europese geest van Banning en Bierens de Haan, Volg het spoor terug van J.B. Charles, Anansie, verhalen van heer Spin in Suriname van S. Franke, Helmans De stille plantage en Arthur van Schendels Het fregatschip Johanna Maria. Verder meldt de advertentie dat nogal wat thrillers, detectives en ook oorlogsromans zijn gearriveerd.Ga naar voetnoot201 Boeken verkopen bleef overigens in Suriname geen sinecure. In een artikel dat Thea Doelwijt in 1968 aan het probleem wijdde, constateerde zij dat er nog altijd een grote taalbarrière bestond en dat de beeldroman de grote concurrent bleef van de roman in woorden. Wel meende zij dat de belangstelling groeiende was, nu de mensen zichzelf in de boeken konden herkennen.Ga naar voetnoot202 Dat was overigens een biscuitje uit de nationalistische koektrommel, want in het overgrote deel van het boekenaanbod herkenden de Surinamers nog altijd niets van zichzelf, hooguit iets van hun Nederlandse schaduw. Met de veranderende maatschappelijke opvattingen, ging ook het assortiment van de boekhandels mee. De gerechtelijke macht hobbelde echter nog achteraan. In 1971 werd 300 kilo pornografisch drukwerk in beslag genomen, bestemd voor boekhandel Boekstaaf op de hoek tegenover de militaire kazerne. Tijdens processen tegen drie verkopers van pornografie enkele maanden later, zei een van de drie seks als hobby te hebben. Alle drie werden veroordeeld tot voorwaardelijke straffen.Ga naar voetnoot203 In de loop van de jaren '60 maakten de schrijvers ook meer en meer gebruik van de boekhandels om hun in eigen beheer uitgebrachte werk te distribueren. De eerste dichter die voor een bijna professionele publiciteitscampagne zorgde, was Corly Verlooghen. Hij zag kans alleen al in De Ware Tijd tot zesmaal toe een verschillend artikel bij wijze van | |
[pagina 264]
| |
vooraankondiging van zijn debuutbundel Kans op onweer geplaatst te krijgen, zorgde voor een verslag van de aanbieding en plaatste ook nog eens talrijke advertenties.Ga naar voetnoot204 De krant nam een pak verzen van hem op en Verlooghen was er als de kippen bij om namens de muze zijn felicitaties aan te bieden aan het Surinaamse voetbalelftal dat met 4-1 de Nederlandse Antillen had verslagen in de voorronde van het olympisch toernooi voor Rome 1960.Ga naar voetnoot205 (Behalve over het commercieel talent van de dichter, zegt dit natuurlijk ook iets over het klaarblijkelijk geringe kopijaanbod van de krant.) Verlooghen vestigde met zijn Kans op onweer tevens de traditie om met een pas verschenen boekwerk naar de minister van onderwijs te snellen en deze onder begeleiding van het flitslicht van de opgeroepen persfotograaf, lachend het eerste exemplaar aan te bieden. De publiciteitsmethode van Corly Verlooghen werd opgepakt door R. Dobru. Van geen enkele andere dichter zijn zoveel advertenties bekend als van hem, en blijkbaar werkte de aanpak: bij de herdruk van Matapi in 1971 meldde de dichter dat daarmee zijn vijfentwintigduizendste boek op de markt kwam.Ga naar voetnoot206 In 1969 maakte Suriname kennis met een nieuw fenomeen: de kiosk die hoofdzakelijk kranten en tijdschriften aanbiedt. Cyrill R. Karg werd vergunning verleend om een zevental kiosken op te zetten.Ga naar voetnoot207 De onderneming strandde in haar ambities. Uiteindelijk zouden alleen bij de bushaltes bij de Chm, bij het postkantoor en bij het veer naar Meerzorg kraampjes verschijnen die met enige goede wil ‘kiosk’ genoemd konden worden. Op 10 mei 1972 ging stichting De Volksboekwinkel van start aan de Wagenwegstraat 10.Ga naar voetnoot208 De winkel specialiseerde zich in literatuur over de ‘Derde Wereld’ en streefde ‘naar volledigheid met betrekking tot Zuid-Amerika, het Caraibisch gebied en Suriname.’Ga naar voetnoot209 Dat betekende onder meer dat uit landen als Trinidad, Guyana, Engeland, Mexico, Argentinië en Venezuela boeken rechtstreeks werden geïmporteerd - met alle problemen van dien. Voor het nog altijd sterk op Nederland georiënteerde Suriname was deze horizonverruiming bijzonder welkom. De Volksboekwinkel bood bovendien een groot assortiment linkse lectuur aan; voor de prijs van twee belegde puntbroden kon men de eigenaar worden van de geselecteerde zielenspijs van Marx in drie banden; voor Mao in vijf delen of Lenin in 45 banden moest men iets meer honger lijden. De winkel richtte zich uitdrukkelijk op brede lagen van de bevolking en probeerde daartoe te werken met zo laag mogelijke prijzen. In 1975 betrok De Volksboekwinkel een nieuw pand aan de Keizerstraat 197, op hetzelfde adres waar ook drukkerij Aktuaprint was gevestigd. Aktuaprint zou als vaste drukkerij van de Volksboekwinkel fungeren, toen deze ook als uitgeverij naar buiten trad (zie § 2 van Deel IV). |
|