Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur. Deel 4
(2002)–Michiel van Kempen– Auteursrechtelijk beschermdDe geschreven literatuur van 1923 tot 1975
[pagina 49]
| |
2. Drukkerijen en uitgeverijenEen van de belangrijkste drukkerijen was nog altijd de al in het vorige hoofdstuk vermelde H.B. Heyde aan de Wagenwegstraat, hoek Zwartenhovenbrugstraat, die rond 1931 werd voortgezet onder de naam Eben Haëzer en zo tot eind 1953 bestond. Dan waren er H.J. van Ommeren (tot 1936Ga naar voetnoot257), de RK Drukkerij (vanaf 1935 Van den Boomen geheten), de drukkerij De West en J.H. Oliveira. De laatste ging in mei 1947 over in de geheel gemoderniseerde drukkerij De Tijd van Otto C. Marcus die in 1932 was begonnenGa naar voetnoot258, maar Oliveira als drukkersnaam werd nog tot 1956 aangehouden. Dan waren er nog de drukkerijen van A.W. Marcus aan de Costerstraat 104 (1919-1946) en D.A.G. (Door Arbeid Groeiende) die ca. 1926 begon aan de Heiligenweg 37 en nog altijd bestaat. Al deze drukkerijen vonden hun bestaansbasis in het drukken van dag- en weekbladen; slechts Heyde, Oliveira, Van den Boomen en D.A.G. hebben ook getekend voor een flink aantal boektitels (zie Bijlage I). In het begin van de eeuw waren alle grotere drukkerijen overgeschakeld op door stoom of door gas aangedreven boekdruksnelpersen. D.A.G. kreeg in 1936 vergunning om drie elektromotoren als krachtbron te installerenGa naar voetnoot259 en geleidelijk aan schakelden ook de andere drukkerijen over op elektriciteit. Heyde beschikte over een mechanische zetmachine die werkte met een samenstel van draden. Toen Alfred Morpurgo in 1942 een drukkerij opstartte om het dagblad Het Nieuws te beginnen, haalde hij vier linotype-zetmachines uit de Verenigde Staten. Met deze zetmachines konden teksten ‘heet’ gegoten worden, aangestuurd vanaf een een toetsenbord, zodat de drukkers niet meer afhankelijk waren van bestaande letters in letterkasten. In 1951 introduceerde drukkerij De Tijd/ O.C. Marcus een nieuwe cliché-machine waarmee het opnemen van foto's in drukwerk vereenvoudigd werd.Ga naar voetnoot260 Ook andere kranten dan De Tijd profiteerden van deze machine. Toen frater Cornelis Smits (die in 1928 naar Suriname kwam en er in 1963 overleed) in 1937 van een verlofperiode in Nederland terugkeerde, bracht hij een degelpersje mee om sigarenkistjes te bedrukken. Dit zou het begin vormen van drukkerij Leo Victor aan de Verlengde Gemenelandsweg 18, die de sigarendamp van de fraters zou gaan mengen met de geur van drukkersinkt. In 1953 kreeg de drukkerij, tot dan toe in de sigarenfabriek van de fraters gevestigd, haar eigen gebouw. De Surinamer A. Raijmann werd als bedrijfsleider aangetrokken. Nieuwe zetmachines lieten de tijd achter zich dat slechts één pagina tegelijk eenzijdig bedrukt kon worden. In 1974 werd het bedrijf een zelfstandige naamloze vennootschap.Ga naar voetnoot261 Na de oorlog startten drie andere drukkerijen die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de literaire productie vanaf het einde van de jaren '50 - niet enkel door het drukken en uitgeven van boeken, maar ook door het fungeren als eindredactie en het finan- | |
[pagina 50]
| |
cieel steunen van auteurs: in 1950 drukkerij Eldorado aan de Eldoradolaan 1Ga naar voetnoot262, in 1953 Handelsdrukkerij J.J. Buitenweg op nr. 70 van wat nu de Dr. Sophie Redmondstraat heet en de drukkerij van het Nederlandse concern Varekamp aan de Domineestraat 26-32. Deze bedrijven vonden hun bestaansbasis niet in het drukken van kranten en tijdschriften, maar in hoogwaardig zakendrukwerk, terwijl het drukken van boeken een substantieel deel van de orderportefeuille ging uitmaken. Daarmee werd ook de literaire uitgeverij als commerciële instelling in Suriname geboren. Het uitgeven van boeken bleef echter altijd een nevenactiviteit, hetzij van drukkerijen, hetzij van boekhandels. |
|