Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur. Deel 3
(2002)–Michiel van Kempen– Auteursrechtelijk beschermdDe geschreven literatuur van 1596 tot 1923
[pagina 301]
| |
5. Kranten en periodiekenVan 1883 tot 1931 was H.B. Heyde drukker en uitgever van een tiental kranten en een handvol maandbladen, praktisch alle van protestantse signatuur.Ga naar voetnoot179 Daarnaast was er een vijftal kranten die zich neutraal-vrijzinnig opstelden.Ga naar voetnoot180 J. Berkenveld, baas van de katholieke drukkerij J. Timmerman, karakteriseerde de kranten aan het einde van de 19de eeuw als: ‘Het Gouvernements Advertentie Blad van de overheid, Suriname het orgaan van de Israëlieten, Guyana het spotblad tegen God, troon en altaar, De West-Indiër het orgaan van een kliek en de Nieuwe Surinaamsche Courant een amphibie dat om het lieve gelletje naar iedere partij overhelde.’Ga naar voetnoot181 Berkenveld overdreef natuurlijk; wat hij wilde duidelijk maken was dat er rond 1890 één segment ontbrak: het katholieke. Daarom kwam de missiedrukkerij in 1894 met De Surinamer, die zoals de andere kranten twee maal per week uitkwam. De redactie was in handen van de redemptorist A. Verheggen, tot in 1921 de katholiek Alfred J. Morpurgo mederedacteur werd. Na 1890 kwam de eigen regio steeds meer in de aandacht te staan. De Nieuwe Surinaamsche Courant bracht meestal een hele pagina Surinaams nieuws met rubrieken als ‘Stadsnieuws’ en ‘Kunst- en letternieuws’.Ga naar voetnoot182 Maar ook de andere kranten hebben ertoe bijgedragen dat het culturele leven binnen de landsgrenzen onderwerp werd van publiek debat. Daarbij hebben de verschillende denominaties elk hun eigen kranten en periodieken in stelling gebracht die door hun onderlinge concurrentie het geestelijk leven zeer verlevendigd hebben. Zo verscheen op 23 augustus 1895 het Protestantenblad met de opzet om ‘een opwekkend, stichtend woord’ te spreken, voorlichting te geven en het ‘uitzicht tot bestrijding van het catholicisme’ te bieden: ‘Wij voor ons willen het liefst in vrede met kalme hand op eigen akker zaaien.’Ga naar voetnoot183 De Surinamer kon het niet aanzien dat het protestantse zaad mogelijk op zíjn akker viel en heeft jarenlang de degens gekruist met de protestants-christelijke pers. Ook in de toneel- en literaire kritiek toonden de kranten veelal duidelijk hun ideologisch gezicht (zie § 8.4 en § 9.6). Groot waren de krantenoplages niet: de Nieuwe Surinaamsche Courant begon met een oplage ‘van meer dan 500 exemplaren’Ga naar voetnoot184, terwijl de katholieken De Surinamer in een oplage van 650 exemplaren lieten drukken.Ga naar voetnoot185 De geïmporteerde West Indian and Commercial Advertiser bood ‘alles wat men over koloniën in Guyana en West Indie weten wil’ en werd aangeboden door een belangrijk | |
[pagina 302]
| |
leverancier van tijdschriften: Theophilius Libertador Ellis.Ga naar voetnoot186 In 1919/1920 verscheen de eerste jaargang van de West-Indische Gids. In Nederland uitgegeven en in Suriname ruim verspreid, fungeerde dit tijdschrift bijna een halve eeuw lang als misschien wel het belangrijkste forum voor de studie van Suriname en de Antillen. Het tijdschrift wordt nader beschreven in § 6 van de periode 1923-1957. |
|