Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur. Deel 3
(2002)–Michiel van Kempen– Auteursrechtelijk beschermdDe geschreven literatuur van 1596 tot 1923
[pagina 168]
| |
3. Boek en boekhandel‘Men zal mij welligt vragen, wat doen de menschen met hun tijd, en wat is de algemeene begeerte?... ik antwoorde, zij willen geld winnen: Plutus is de algemeene afgod, daar aan geoffert word’.Ga naar voetnoot192 Zo luidde de mening van A.F. Lammens over de bewoners van de kolonie Suriname aan het begin van de 19de eeuw. De eerder geciteerde opmerkingen van Lammens over het boekwezen in de 18de eeuw - dat er weinig belangstellenden en weinig boekfaciliteiten waren - kunnen evengoed gelden voor de gehele 19de eeuw. Een inwoner van de kolonie, later geïdentificeerd als E. Beijer, schreef in 1823 in Suriname in deszelfs tegenwoordigen toestand dat ‘slechts zeer weinige menschen’ zich met de wetenschappen ophielden. Het ontbrak de kolonie aan onderwijsinstellingen, bibliotheken, musea en geleerde gezelschappen en er was geen boekhandelaar: ‘Wil iemand een wetenschappelijk werk hebben, zoo laat hij het zelf uit Europa komen.’ Paramaribo kende geen boekbinder, plaatsnijder, graveur, maar wel ‘broddelaars in alle vakken’, aldus Beijer.Ga naar voetnoot193 De werkelijkheid lag wel iets genuanceerder, maar het ontbreken van mensen met vakkennis vindt wel bevestiging in veel krantenadvertenties: winkeliers combineren de verkoop van kruidenierswaren, damesmode en de wonderbare Holloway's zalf met boeken. Ook August Kappler bevestigde nog in 1881 dat winkels van alles en nog wat verkochten en ‘dat men dus van den verkooper geen zaakkennis kan verwachten’.Ga naar voetnoot194 De ‘boeken in soorten’ waarmee met regelmaat werd geadverteerdGa naar voetnoot195, waren bijna altijd kasboeken, almanakken, dameszakboekjes en dergelijke meer. Bijbels, psalm-, gezang- en avondmaalboekjes werden wel met enige regelmaat aangeboden. Advertenties voor het literaire boek verschenen pas laat in de eeuw. Het oudst bewaard gebleven boekbericht uit de 19de eeuw is afkomstig uit de Surinaamsche Courant van 7 januari 1809: Ter deezer drukkery [= Gepriviligeerde Drukkery van A.T. Bordas en Comp. Te Paramaribo] is te bekomen Het Nieuw Vermaaklyk Nederduitsche Spel en Leesboek door J. van Bemmelen, Kostschoolhouder te Leyden voor de prys van ƒ4.Ga naar voetnoot196 De advertentie geeft een indicatie dat het vaak de drukkerijen waren die tegelijkertijd als boekhandel en als uitgeverij fungeerden. Toch ontwikkelde zich in de loop van de 19de eeuw heel voorzichtig een wat serieuzere variant van de boekhandelsbranche. Het warenhuis Kersten en Comp., een affiliatie van de Moravische Broedergemeente, adverteerde al in 1815 met ‘Hollandsche Bybels a ƒ12.10. dito Nieuwe Testamente a ƒ5 en 2.10 alles in Leer gebonden, voor Contant te bekoomen’.Ga naar voetnoot197 Mogelijk gebeurde die verkoop al vanaf de oprichting van de firma in 1768. Bij het eerste eeuwfeest van Kersten in 1868 was er wel sprake van een boekbinde- | |
[pagina 169]
| |
rij, maar niet van een boekhandel, die pas vanaf de jaren '90 belangrijk zou worden.Ga naar voetnoot198 H.H. Arnzen en Zoon blijkt van ca. 1813 tot 1826 een boekhandel en kantoorboekhandel met een redelijk ruim aanbod van stichtelijke en andere lectuur te zijn geweest.Ga naar voetnoot199 In 1834 berichtte L.J. Marcus dat hij een complete boek- en kantoorboekwinkel, een fraaie leesbibliotheek en een boekbinderij had geopend.Ga naar voetnoot200 In de jaren die volgden adverteerde hij met regelmaat dat zijn collectie aanmerkelijk was vermeerderd. Zijn zaak zou onder gewijzigde directie nog tot ver in de 19de eeuw blijven voortbestaan. Rond het midden van de eeuw ontstond er een duidelijk actievere boekhandelsbranche. Vier boekhandelaren presenteerden zich met nadruk in vaak grote advertenties in de Surinaamse kranten: W.E.H. Winkels (1843-1862), A.L.G. de Randamie (1847-1866), A.H. van Borcharen (1854-1885) en J.J.P. Wessels (1857-1892).Ga naar voetnoot201 Tot 1863 waren het voornamelijk educatieve en landbouweconomische uitgaven waarmee de boekhandelaren adverteerden, daarna werd ook de bellettrie steeds nadrukkelijker tentoongesteld. Voor de rode oortjes moest het buitenland bijspringen: Appij & Co, uitgevers te Amsterdam, adverteerden voor ‘Boeken pikante photogr.’Ga naar voetnoot202 Met boeken kon in de kolonie blijkbaar toch een goede boterham verdiend worden. Wanneer W.E.H. Winkels in 1862 zijn ‘Hollandsche, Fransche en Engelsche leesbibliotheek bestaande uit ruim 18000 Boekwerken enz.’ te koop aanbiedt, meldt hij: ‘Deze Affaire heeft vanaf 1843 tot heden in een bloeijende staat verkeerd [en] een vast jaarlijksch inkomen van ƒ3000 gegeven.’Ga naar voetnoot203 Het gaat hier om het inkomen van een leesbibliotheek, een kantoorboekhandel en boekbinderij tezamen. Ter vergelijking: een plantagedirecteur verdiende in die tijd gemiddeld ƒ1000 tot ƒ1200 per jaar (en had kost en inwoning gratis), terwijl de wedde van een posthouder ‘het aanzienlijke salaris van ƒ2000,-’ bedroeg.Ga naar voetnoot204 Winkels deed met zijn nering dus goede zaken, al zal hij ter aanmoediging van de kopers zijn inkomen wel wat rooskleurig hebben voorgesteld. Hoe het ervoor stond met de liquiditeitspositie van de boekhandels kunnen we ook opmaken uit de ‘Lijst van kiezers bevoegd tot het stemmen voor leden der Koloniale Staten’. Daarin werd jaarlijks vermeld hoe groot het totale bedrag was van de belastingaanslag (censuskiesrecht); volgens artikel 2 van het Kiesreglement was opgave hiervan noodzakelijk om te kunnen stemmen. In 1868 wordt daarin vermeld: Borcharen, Adriaan Hagoort van ƒ105,-. En: Wessels, Johannes Jacobus Pierre ƒ218,87.Ga naar voetnoot205 In aanmerking genomen dat circa de helft van de belastingbetalers een aanslag beneden de ƒ100,- kreeg, en dat betalers van meer dan ƒ300,- dun gezaaid waren, kunnen we de twee boekhandelaren tot de middenklasse rekenen. De lijst van 1871 was nog wat specifieker in haar ge- | |
[pagina 170]
| |
gevens en meldde voor Wessels: leeftijd 38, personele belasting ƒ80,- (wat aan de forse kant is), ƒ50,- voor huurwaarde en ƒ110,- voor ‘Patentregt’, samen ƒ240,-.Ga naar voetnoot206 Blijkbaar waren de zaken dus in stijgende lijn gegaan. |
|