Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur. Deel 3
(2002)–Michiel van Kempen– Auteursrechtelijk beschermdDe geschreven literatuur van 1596 tot 1923
[pagina 166]
| |
2. Drukkerijen en uitgeverijenEen overzicht van drukkersbedrijven die in de 19de eeuw bestaan hebben, levert een reeks van 35 drukkerijen op (zie bijlage II).Ga naar voetnoot180 Toch geeft dat aantal een enigszins vertekend beeld, in zoverre het vaak ging om voortzetting van dezelfde zaak onder een andere eigenaar. De geschiedenis laat zien dat drukkerijen vaak verkocht werden of van eigenaar verwisselden. ‘Een drukkerij was in die tijd niet meer dan een drukkersdoos’, schreef Joh. Hartog in zijn aantekeningen bij de persgeschiedenis.Ga naar voetnoot181 De meeste drukkerijen uit de eerste eeuwhelft waren ‘geprivilegieerde’, d.w.z. erkende drukkerijen, waarop de koloniale overheid toezicht hield. Vele ervan hielden hun persen draaiende met het drukken van kranten. Het Zeister Zendingsgenootschap schonk in 1831 een kleine handdrukpers aan de Evangelische Broedergemeente.Ga naar voetnoot182 Toen deze uiteindelijk door broeder J.G. Hartmann in elkaar was gezet, rolde het eerste product van de pers: een psalm voor het aanstaande paasfeest. In de school van Wilhelm Treu werd deze drukpers gebruikt om elke week stukken uit de bijbelse geschiedenis, bijbelse spreuken, verzen en ‘tractaatjes’ (korte bekeringsgeschiedenissen) te drukken. Treu kreeg daarbij de hulp van Christiaan Adriaan Graaf die niet alleen hulponderwijzer was, maar ook boekdrukker en boekbinder.Ga naar voetnoot183 M.D. Teenstra had geen hoge pet op van de grafische sector in de kolonie, toen hij in 1842 schreef dat ‘onze Paramaribosche broddeldrukkerijen geweldig [afsteken in negatieve zin] bij die van de naburige kolonien Cayenne en Demerary’.Ga naar voetnoot184 Waar is dat een fraai boek als Extrait d'un voyage à Surinam van M. Lesechenault de la Tour, gedrukt in 1824 bij l'Imprimerie du Roi te Cayenne, in Suriname niet gedrukt kon worden. Er was geen steendrukkerij in de kolonieGa naar voetnoot185 en met gravures geïllustreerde boeken konden dus niet gedrukt worden. Bovendien moet drukken in de kolonie niet goedkoop zijn geweest. Toen het letterlievend genootschap Oefening Kweekt Kennis in 1856 zijn eerste jaarboekje uitbracht, liet het dit drukken in Nederland, zowel om ook daar verspreiding aan het boekje te geven, als vanwege ‘de meerdere goedkoopte’.Ga naar voetnoot186 De herrnhutters drukten hun uitgaven in het ‘Neger-Engelsch’ bij E.M. Monse in Bautzen, niet ver van Herrnhut, en bij Gustav Winter in Stolpen. Eerst in de laatste decennia van de eeuw ging het drukwerk in Suriname er aanmerkelijk op vooruit. Vanaf 1888 kon men aan O'Ferralls avondschool voor volwassenen ook opgeleid worden tot letterzetter.Ga naar voetnoot187 | |
[pagina 167]
| |
Uit de bronnen is op te maken dat Suriname in de 19de eeuw een tiental boekbinders gekend heeft, wat niet veel is, in aanmerking genomen het frequente gebruik om boeken in katernen aan te leveren en door de gebruiker zelf te laten inbinden.Ga naar voetnoot188 Maar er zijn duidelijke aanwijzingen dat ook slaven het vak hebben uitgeoefend, zonder dat hun beroep geregistreerd werd.Ga naar voetnoot189 Hoogstwaarschijnlijk beschikten de meeste drukkerijen zelf ook over een binderij.
Uitgevers in de 19de eeuw waren eerst en vooral krantenuitgevers en ze waren in de meeste gevallen tegelijk ook de drukkers van die kranten. Incidenteel zijn van hun persen ook boekwerken gerold, maar uitgeverijen die hoge eisen stelden aan hun drukwerk zonden hun kopij naar drukkerijen in Nederland.Ga naar voetnoot190 Een eerste advertentie voor een in Suriname uitgegeven boek treffen we in de Geprivilegeerde Surinaamsche Courant van 1813 aan: By H.H. Arnzen werd uitgegeven teegens contante betaaling, derde Verbeterde en vermeerderde Druk, van het Eenvoudig Onderwys, in de voornaamste Waarheeden van den Christelyk Hervormde Godsdienst, in gebruik op de Catechisatie, by den Eerwaarden Heer Pieter Jan van Esch. (GSC 95/29-11-1813) Hiermee is tegelijk een indicatie gegeven van een van de belangrijkste groepen uitgaven in de kolonie: religieuze geschriften en drukwerk voor kerkelijk gebruik. C. Kersten & Co zou vanaf circa 1815 voor de Evangelische Broedergemeente een belangrijke leverancier van evangelisch drukwerk worden (vooral ook in het Sranan), vanaf 1852 startte Kersten ook een drukkerij.Ga naar voetnoot191 Na 1900 zou Kersten zich vooral toeleggen op didactische uitgaven en incidenteel kwamen daar ook literaire uitgaven bij. Voor de eerste helft van de 19de eeuw verdienen als uitgever vermelding Johannes Julius Engelbrecht, uitgever van onder meer het tijdschrift De kolonist, en het Departement Paramaribo van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, dat tekende voor de uitgave van een hele reeks almanakken. |
|