len Ombre klaarblijkelijk laten zien wat zij met de pen kan. Niet alleen geeft zij een staalkaart van verschillende prozagenres, de stukken zijn ook geografisch gedifferentieerd: ze spelen zich af in Suriname en Nederland, maar ook in Afrika, de V.S. en Zuid-Amerika, al ligt het zwaartepunt duidelijk op die plaatsen waar de Surinamers zijn neergestreken.
Dat die mix van zovele genres de bundel een meerwaarde verleent, kan ik helaas niet zeggen. Sommige van Ombres verhalen zijn zo sterk, dat andere stukken wel móeten tegenvallen. Haar reisverslagen - met de Saramacca naar Suriname; een bootreis naar Valparaiso - schetsen heel goed de sfeer aan boord van de zeeschepen en Ellen Ombre weet er oudere ervaringen soms voortreffelijk in te verwerken. Maar reisreportages zijn nu eenmaal van een totaal andere orde dan fictieve verhalen. Storender echter vind ik dat ook een aantal column-achtige tekstjes is opgenomen die broodmager afsteken bij de langere stukken. Een schets van een sportschool is leuk, maar verstoort ernstig de sfeer van de eraan voorafgaande stukken die zich in de tropen afspelen. ‘Alles heeft zijn prijs’ is een ander kort stukje, een flard bijna, deze keer over de schaarste in Suriname, maar de schrijfster brengt niets te berde wat niet al uit en te na in kranten en weekbladen aan de orde is geweest en haar stijl is niet van dien aard dat haar stukje enig opzien kan baren. Nogal wat stukken - met name in de eerste helft van haar boek - geven de hinderlijke indruk onaf te zijn. Een weinig opvallende reportage over Surinamers in de V.S. kabbelt door, om opeens te worden afgebroken met de (op zich sterke) zin: ‘Ontheemd maar gerieflijk grieven we voort.’ Alsof die zin er al was en de reportage er nog bij geschreven moest worden. Een reisverslag over Benin gaat plots over in het tragische relaas van een man die zijn zoon verloor - boeiend genoeg om te lezen, maar als compositie is zo'n stuk volstrekt onevenwichtig.
Waarin naar mijn idee het grootste belang van Ellen Ombres