Taboe, ontwikkelingen in macht en moraal speciaal in Nederland
(1980)–Paul Kapteyn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 200]
| |
5 Recente ontwikkelingenDe bewering dat steeds meer mensen met het complexer worden van de samenlevingsverbanden zowel de behoefte als de mogelijkheid kregen om in hun vrije tijd aan de toenemende druk - op een geciviliseerde wijze - tegendruk te bieden, wordt verder gestaafd door de ontwikkeling in recenter tijd. Met name in de laatste decennia is het net van interdependenties zeer snel gegroeid. Tegelijkertijd nam de vrije tijd toe en trokken steeds meer mensen ‘naar buiten’. Sommigen van hen trokken daar hun kleren helemaal uit. Op het moment zelf waren dat schokkende gebeurtenissen. Achteraf gezien passen zij in een langer lopende ontwikkeling. | |
Een geval: het naaktstrand te CallantsoogVanaf de zomer 1971 verschenen er kranteberichten over het verbaliseren van mensen die zich naakt op het strand bevonden en daarmee artikel 239 van het Wetboek van Strafrecht overtreden zouden hebben, dat als volgt luidt: ‘Met gevangenis van ten hoogste 2 jaren of geldboete van ten hoogste 600 gulden wordt gestraft: 1 Openbare schennis van de eerbaarheid, 2 Schennis van de eerbaarheid waarbij een ander zijns ondanks tegenwoordig is.’ Niet veel later werd ook melding gemaakt van gevallen waar de rechter het ingrijpen van de politie niet legitimeerde en vrijspraak verleende. Zo'n geval deed zich voor in het Noordhollandse Callantsoog, waar in de zomer van 1971 op gemeenschappelijk initiatief van de gemeenteraad en enkele naturisten een proefproces werd uitgelokt. Al vanaf ongeveer 1950 werd op een eenzaam stuk strand halverwege de dorpen St. Maartenszee en Callantsoog naakt gerecreëerd. Het was in beide dorpen een publiek geheim en tot moeilijkheden had het nooit geleid. De afstand was daarvoor te groot en de naturisten zelf waren geen ‘agressieve’ propagandisten. Zij groeven zich | |
[pagina 201]
| |
ter plekke in en schermden zich af met barricaden van drijfhout tegen de wind en het nieuwsgierig oog van een enkele voorbijganger. Tegen het eind van de jaren zestig veranderde het snel. Het aantal naaktrecreanten nam toe en hun gedrag werd vrijmoediger, waardoor de kansen op contact met andere badgasten en op het kwetsen van hun gevoelens groeiden. Om mogelijke moeilijkheden voor te zijn en om aan de weet te komen wat in dezen de bevoegdheden van de gemeente en de rechten van de naturisten waren, ontstond het plan van een proefproces, dat, gezien de vreedzame verhouding tussen beide partijen, in onderling overleg kon worden voorbereid en uitgevoerd. Slechts de betrokken officier van justitie was ertegen. Hij meende in dit geval geen slapende honden wakker te moeten maken en was bang voor een gerechtelijk verbod waar in feite geen van de betrokken partijen mee gediend zou zijn. De voorspelling van de officier kwam echter niet uit. De rechter van de rechtbank van Alkmaar zag geen gronden tot veroordeling. Hij sprak de twee verdachten vrij en maakte daarmee als eerste een ‘opening’ om artikel 239 anders te interpreteren dan tot nu toe voor dit soort gevallen gedaan was. Mede op grond van het proces-verbaal, dat volgens de verdachten zelf door de dienstdoende postcommandant in een voor hen pósitieve toon was opgemaakt, stelde de rechtbank vast dat er geen sprake was geweest van kwetsende handelingen en dat er bovendien sinds 1950 nooit geprotesteerd noch opgetreden was. Artikel 239 zou, aldus de rechtbank, voornamelijk bedoeld zijn om exhibitionisme tegen te gaan, terwijl bij deze naturisten slechts ideële overwegingen speelden. De officier ging hierop in hoger beroep bij het gerechtshof te Amsterdam, dat echter ook, met verbetering van gronden, tot vrijspraak kwam. Het Hof formuleerde het als volgt: ‘[...] dat weliswaar is komen vast te staan dat de verdachten zich op 22 augustus 1971 geheel ontkleed op het openbare zeestrand te Callantsoog hebben opgehouden, doch uit het onderzoek geenszins is gebleken dat de wijze waarop, de plaats waar en de omstandigheden waaronder zulks geschiedde van dien aard waren dat gezegd kon worden dat de verdachten als toen aldaar willens en wetens en voor het normaal ontwikkeld schaamtegevoel kwetsende handelingen verrichtten’. Dat was genoeg. Na de uitspraak van het Hof stelden b & w van Callantsoog een speciale Algemene Politie Verordening op waarmee | |
[pagina 202]
| |
het zo'n vierhonderd meter strand gelegen bij de gemeentegrens met St. Maartenszee ter beschikking stelde om naakt te recreëren. In 1973 werd de verordening voor het eerst en bij wijze van proef van kracht om in de daarop volgende jaren met succes te worden voortgezet. Op hoogtijdagen bezochten duizenden mensen - ook om even langs te lopen - het stukje strand zonder dat er zich - afgezien van enige praktische problemen die de veiligheid van zwemmers en de hygiëne betroffen - moeilijkheden voordeden. Het eerste officiële Nederlandse ‘naaktstrand’ was een feit. | |
InterpretatieZo is het gegaan en de vraag is hoe deze taboedoorbraak valt te verklaren. Het naturisme of in engere zin het nudisme ontstond als georganiseerde beweging in het begin van deze eeuw met name in Duitsland maar ook in andere landen van West-Europa zoals Oostenrijk, Frankrijk en, wat later, Nederland, terwijl Engeland in de literatuur niet genoemd wordt. Het vormde een extreem en daarmee scherp voorbeeld van de gedeeltelijk hernieuwde maar in ieder geval groeiende aandacht voor de natuur waarvan boven al sprake was. Uit de geschriften van de eerste pleitbezorgers blijkt hoe met name in burgerlijke middengroepen en vooral in intellectuele en artistieke kringen, mensen met de gestegen welvaart en vrije tijd de kans kregen en tegelijk de behoefte gingen voelen om zich juist tegen die welvaart zelf en tegen de hogere eisen van zelfcontrole die daarmee werden afgedwongen, te verzetten.Ga naar eind26 Zoals gezegd was hun verzet extreem. Er was echter geen sprake van dat hun extremiteit in de richting ging van ‘alles mag’. Aan de ene kant trokken zij inderdaad de kleren helemaal uit en gingen daarin verder dan de gewone recreant, maar aan de andere kant legden zij zich weer beperkingen op die ook die van anderen te boven gingen. Op het lichamelijke vlak was het uiten van liefdesgevoelens ongepast en waren minder goed controleerbare reacties als een erectie van de penis taboe.Ga naar eind27 Bovendien was de selectie van de leden erop gericht om zoveel mogelijk echtparen te rekruteren om daardoor de kans op moeilijkheden zo klein mogelijk te houden, terwijl uit beschrijvingen telkens weer blijkt hoe de seksuele behoeften werden gesublimeerd tot esthetische en gymnastische genoegens. | |
[pagina 203]
| |
Het ging om sterke, lenige, gezonde en mooie lichamen die in alle kuisheid werden getekend, gefotografeerd en bekeken. Op andere gebieden dan het naakte lichaam blijkt eveneens hoe strikt in feite het leven was in deze vrije tijd. Men at veelal vegetarisch en hield van rauwkost. Men was tegen roken en alcohol drinken, en over politiek praten was iets dat eigenlijk niet hoorde. Het ging kortom ook bij hen, evenals bij de gewone recreanten, om de spanning tussen aan de ene kant iets doen wat in het gewone leven niet mocht en aan de andere kant iets niet doen wat in het gewone leven vaak wel gebeurde. De spanning was hier alleen groter, werd consequenter volgehouden en verder doorgevoerd. Ze mochten en moesten meer en het succesvolle streven daarnaar, binnen een kleine overzichtelijke groep van geselecteerden, gaf en hergaf hun een gevoel van tevredenheid en voldaanheid dat in het gewone leven met zijn ingewikkelde eisen moeilijker viel te verkrijgen. Deze interpretatie is ook van toepassing op de beschreven recente gebeurtenissen en op de gegroeide belangstelling voor deze vorm van recreatie in het algemeen. Het betreft hier een ‘gewone’ vrijetijdsbesteding waarin mensen een taboe doorbreken en zichzelf daarmee meer toestaan dan wat elders en vroeger daar gebruikelijk was, maar zichzelf wel degelijk in de hand houden. Ieder die wel eens een naaktstrand bezocht heeft, zal waarschijnlijk hebben ervaren hoe er wederom geen sprake van is dat, nu één ding niet hoeft, alles zou mogen. Het gaat er ook hier over het algemeen keurig toe. Dit ene, duidelijke privilege is daarmee echter niet onbelangrijk. Integendeel, het naakt zijn geeft een lekker, spannend gevoel, niet in de zin van: nu hoeft er niets meer, of nu zou alles mogen. Het is een gevoel van fierheid, van stout zijn, dat de associatie op zou kunnen roepen aan een ridder die zich voor zijn naaktheid niet schaamde. Hij of zij die vermoeid en gebogen was, richt zich weer op. Hij dúrft zich op te richten en met de schouders naar achteren naar zich te laten kijken. Hij is niet bang. Dat gevoel is spannend en werkt ontspannend. Het lijkt een sociale prikkeling met functies soortgelijk aan de fysische prikkeling van licht en water. De sociale prikkeling is echter in sterke mate denkbeeldig, ook al werkt ze wel. In feite gebeurt er weinig. Mensen lopen of zwemmen, zitten of liggen in groepjes vreedzaam bijeen en lijken op een verzameling dieren waarbij echter niet de leider de kudde, maar ieder- | |
[pagina 204]
| |
een zichzelf in de hand houdt en zichzelf en elkaar zo de feitelijke naaktheid en de spannende gevoelens kan toestaan. Wellicht ervaart een onervaren bezoeker deze eisen van zelfcontrole het sterkst wanneer de angst voor een erectie hem overvalt of wanneer hij merkt dat zelfs een nieuwsgierige blik geen pas geeft en, al zijn de kleren uit, de onderlinge afstand en eerbied moeten worden gerespecteerd. Zo gaat het en opnieuw ligt de verklaring van deze vrijetijdsbesteding in de behoefte om gevoelens van onlust en onrust te bestrijden die met hogere eisen van zelfcontrole kunnen ontstaan. De toenemende interdependenties hebben deze eisen doen stijgen. Mensen moeten zich meer inspannen, met meer mensen rekening houden. Ze moeten zich meer inhouden, kunnen zich minder laten gaan en krijgen bovendien niet altijd de verwachte beloning en voldoening. Op het strand legt men met de kleren in zekere mate die - soms tevergeefse - moeite af en stelt zich tegelijkertijd eisen van fatsoen, maar ook van lichaamsverzorging en -oefening waaraan men wel kan voldoen en zowel spanning als bevrediging ontleent. Maar tegelijk is deze vorm van recreatie ook alleen maar mogelijk omdat met de toenemende complexiteit mensen de vrije tijd hebben gekregen en bovendien hun onderlinge rekenschap en afstandsbewaring zo sterk en soepel is geworden dat zij het aankunnen bloot en spannend, maar toch vreedzaam bij elkaar te zijn. Deze twee verklaringen horen bij elkaar en zoals zij inzicht geven in het ontstaan van het naaktstrand, zo geven zij dat ook in de gelijktijdige groei van activiteiten met dezelfde spanningsherstellende functies, zoals aandacht voor de ‘natuur’ en beoefening van sport. |
|